P3
Samenvatting
international recht
PRAKTISCH INTERNATIONAAL RECHT
,Hoofdstuk 1 Kennismaking
1.1 Wat is internationaal recht?
1.1.1 Geschiedenis van het internationaal recht
Internationaal recht is van oudsher recht tussen staten onderling.
Al rond 2100 V.C. afspraken op rots. Ramses III van Egypte en Koning vd Hittieten spraken 1000 jaar
later respect naar elkaar uit en erkenden elkaars grondgebied. Klassieke Grieken in 6 e eeuw V.C.
legde basis voor filosofie, het debat en theorie voor het natuurrecht.
Haaks op ideeën Romeinen, stond in de Middeleeuwen de Rooms-Katholieke kerk centraal. Ook
ontstond regelgeving voor handelaren doe over de grenzen heen trokken, eerste stap ontwikkeling
van een internationaal rechtssysteem op gebied van privaatrecht.
Vroegmoderne tijd, reformatie, oorlogen, beëindigd door Vrede van Munster en Vrede van
Osnabrück.
Door Vrede van Munster erkende Spanje de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden als
soeverein.
Ook Renaissance in Vroegmoderne tijd, rede, het verstand, stond centraal. Wederopkomst Griekse
ideeën. Hugo de Groot.
Na Renaissance kwam de Verlichting, veel aandacht voor wetenschap. Vrede van Utrecht. Besef
kwam dat mensen met elkaar moesten onderhandelen om evenwicht te bereiken in Europa.
Industriële revolutie in Engeland, fabrieken. In Europese landen was er een vorst en die hanteerde
zijn eigen regels.
Franse revolutie….
Zie §1.1.1 voor de geschiedenis.
1.1.2 Internationaal publiekrecht
Staten maakten en maken afspraken met elkaar en voelen zich verplicht om die na te komen.
De termen volkenrecht geeft de indruk dat de enige spelers in het internationaal recht alleen volken
zouden zijn. Tegendeel is waar, ook staten zijn belangrijke spelers in de internationale rechtsorde.
Ook internationale organisaties en individuen spelen een grote rol.
De elementen van het internationaal publiekrecht: ‘internationaal vs nationaal’, ‘publiek vs privaat’
en ‘recht vs relaties’.
Internationaal vs nationaal
Door de handel en internationale contacten die hieruit voortvloeien is men gaan beseffen dat
regelgeving noodzakelijk is. Binnen het nationale recht creëert de soevereine overheid wetten en
regels voor burgers op het eigen grondgebied. Internationaal gelden andere regels, namelijk
regelgeving die staten waardevol vinden om daadwerkelijk na te komen, zoals verdragen en
internationaal gewoonterecht.
Publiek vs privaat
Internationaal privaatrecht richt zich vooral op geschillen tussen natuurlijke en/of rechtspersonen
onderling. Met internationaal privaatrecht heb je te maken als in een privaatrechtelijk situatie sprake
is van verbinding tussen twee of meer landen.
Staten kunnen zelf bepalen welke regels van internationaal privaatrecht ze maken.
In het internationaal privaatrecht wordt onderscheid gemaakt tussen formeel en materieel recht. Bij
formeel recht gaat het o.a. meer om (internationaal) procesrecht. Gaat o.a. over rechtsmacht,
1
,erkenning van buitenlandse afspraken en authentieke akten en over internationale samenwerking
tussen staten.
Wetten die NL heeft gemakt over conflictregels staan in boek 10 BW. Bevoegdheid rechters staat in
RV.
Met internationaal recht wordt internationaal publiekrecht bedoelt.
NL heeft ervoor gekozen om ons nationale internationale privaatrecht te harmoniseren met andere
landen.
EU heeft veel vorderingen gemaakt om het internationaal privaatrecht vd lidstaten te unificeren.
Recht
Kenmerkend voor internationale rechtsorde: afwezigheid van een internationaal systeem van
handhaven. Het ontbreken van een centraal systeem van uitvoerende, wetgevende en handhavende
macht in het internationale systeem heeft als gevolg dat er niet 1 centraal orgaan is aan te wijzen dat
wetten of regels maakt. In een nationaal systeem legt de overheid sancties op bij het overtreden van
een rechtsregel. In de internationale gemeenschap leven staten de regels na die uit onderlinge
afspreken komen, omdat ze die belangrijk vinden. Daarom zijn de onderlinge betrekkingen of relaties
tussen staten belangrijk.
De handhaving van internationale regels ligt bij de staat zelf. Soms wordt dit door een internationale
organisatie gedaan, bijv. VN. Hoofdorgaan VN is de Veiligheidsraad.
De EU is een andere internationale organisatie die via haar instellingen sancties kan opleggen aan
haar lidstaten als die hun verplichtingen niet nakomen. Dit kan op eigen initiatief of op initiatief van
staten zijn.
Dus hoewel een centraal mondiaal systeem van uitvoerende, wetgevende en handhavende macht in
de internationale rechtsorde ontbreekt, hebben staten toch regels vastgelegd in bijv. verdragen. Die
behoren tot (bronnen van) het recht. Staten hebben sommige internationale organisaties de
bevoegdheid gegeven om besluiten te nemer waarover staten hebben vastgelegd dat zij zich aan die
besluiten gebonden achten. Ook dat zijn bronnen van recht.
1.2 Internationale rechtsorde
1.2.1 Decentraal
Belangrijkste spelers internationale rechtsorde: staten, deze kunnen afspraken maken met
andere staten. Kan over van alles gaan. Soms gaat het om een bepaalde vorm van
samenwerking, bijv. op gebied van zorg. Vaak afspraken schriftelijk vastgelegd in
overeenkomsten; verdragen. Dit kunnen internationale organisaties ook doen. EU is een
bijzondere internationale organisatie.
Door het over en weer sluiten van verdragen ontstaat en kader waarbinnen het
internationaal recht wordt ontwikkeld en zijn bestaan vindt.
193 staten lid van de VN. Zij kunnen zelfstandig verplichtingen met andere staten aangaan.
Een aantal andere staten kan dat ook, hoewel ze geen lid zijn van de VN. Dat noem je in het
internationaal recht een horizontale rechtsorde.
Staat-Staat-Staat-Staat-Staat
Staten zijn (juridisch) gelijk aan elkaar. Ze zijn zelfstandig bevoegd om rechtsbetrekkingen
met elkaar aan te gaan; staten zijn soeverein. Soevereine staten kunnen wetten voor eigen
grondgebied maken, maar ook verdragen sluiten met andere soevereine staten. Staat kan
2
, soevereiniteit kenbaar maken door de rechtsmacht jurisdictie. Hierdoor kan een staat regels
stellen of handhaven op het eigen grondgebied ten aanzien van zijn burgers. Dit betekent
dat NL geen regels kan handhaven in het buitenland.
Het gevolg van het decentrale karakter van de internationale rechtsorde en de soevereine
(en juridische) gelijkheid van staten is, dat staten geen hogere macht boven zich tevreden
hoeven te stellen. Zijn wel uitzonderingen op, zoals bindende besluiten van de VN-
Veiligheidsraad en sancties van de EU. Staten hebben hier zelf voor gekozen.
Vreedzame co-existentie: staten willen vreedzaam naast elkaar kunnen bestaan, staten
bemoeien zich niet met elkaars binnenlandse aangelegenheden.
1.2.2 Afhankelijkheid
Sprake van onderlinge afhankelijkheid tussen staten, ze hebben elkaar nodig om afspraken
met elkaar te maken over bijv. grensoverschrijdende milieuproblemen. Vaak is het
uitwisselen van gedachten op een internationale conferentie al genoeg om steun te krijgen
voor elkaars opvattingen.
Staten zijn in toenemende mate afhankelijk of interdependent van elkaar.
Grensoverschrijdende kwesties als milieu of terrorisme kan een staat niet alleen oplossen.
Hiervoor moet worden samengewerkt. Dit kan op regionale of mondiale basis plaatsvinden
door alleen verdragen met elkaar te sluiten of door veel vergaander samen te werken door
bijv. een internationale organisatie als de EU. Ook samenwerking in het kader van collectieve
(zelf)verdediging in de NAVO waarin de ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie van de
deelnemende landen regelmatig bij elkaar komen, is een regionale vorm van samenwerking.
Kan ook met elkaar van gedachten wisselen op mondiaal niveau bijv. tijden een wereldwijde
conferentie.
1.2.3 Invloed van politiek factoren en machtsverhoudingen
De internationale rechtsorde kan niet los worden gezien van het politieke klimaat in een
land.
Wisselingen van de politieke wacht in staten kunnen leiden tot andere internationale
verhoudingen.
1.3 Doorwerking van internationaal recht in de Nederlandse
rechtsorde
Of een burger of overheidsinstantie zich op een internationaal recht kan beroepen, hangt af
van het soort systeem (monisme of dualisme) waarvoor een lidstaat heeft gekozen.
Kiest staat voor monisme, dan is internationaal recht automatisch deel van de nationale
rechtsorde. Omzetting van internationaal recht naar nationaal recht via een speciale wet is
dan niet nodig.
Kiest staat voor dualisme, dan moet internationaal recht worden omgezet of
getransformeerd naar nationaal recht via een aparte wet.
NL heeft gekozen voor een gematigd monistisch stelsel, mensen moeten zich aan regels van
verdragen en van besluiten houden of kunnen er rechten aan kunnen ontlenen. Maar alleen
nadat Nederlandse regering die heeft gepubliceerd in het Tractatenblad. Als er in een
bepaling ‘eenieder’ staat, dan kan iedereen hier beroep op doen.
3