5.1
Je kent de ideeën van de humanisten, specifiek van een nederlandse humanist.
idee van humanisten was om de wereld leren beter te begrijpen.
Nederlandse humanist was Erasmus. Hij wilde een bijbelvertaling maken.
Noem 2 renaissancekunstenaars en leg hun verband uit mest de klassieke oudheid.
2 kunstenaars waren: Michelangelo en Leonardo da Vinci. beelden de mens levensecht uit.
Hierbij greep men terug naar de kennis en kunstvormen werden ontwikkeld door de oude grieken en
romeinen.
Extra informatie.
Begin 16e eeuw ontstond het humanisme
God stond hierbij niet meer centraal, maar de mens
1 van de eerste bekende humanisten was de nederlandse Erasmus, die de oude bijbelvertaling - de
vulgaat - in twijfel trok en hiermee de kerkhervorming in gang zette.
5.2
je kent de economische, politieke en religieuze redenen voor kolonisatie
economische = handel en specerijen
politieke = ze vergrootte hun rijk, zo kregen ze meer macht
religieuze = hoe groter het rijk hoe meer geloof zich verspreidde
je kunt beschrijven hoe het beeld van de wereld in het westerse denken veranderde
mensen gingen zelf nadenken en onderzoeken doen
de ideeën van de renaissance zorgden ervoor dat de wetenschappers meer zelf gingen nadenken en
onderzoeken
dit leidde tot de ontdekkingsreizen en een wereldbeeld dat steeds completer werd
extra informatie
de europese landen konden met hun groeiende kennis van de wereld hun macht uitbreiden
groot deel ging koloniseren en handelsnetwerken uitbreiden
het hebben van veel kolonies leverde status en zo kon het christendom erdoor verspreid worden
om oorlog te voorkomen tussen portugal en spanje → paus sloot verdrag van Tordesillas af → Portugal
kreeg de oostelijke helft en spanje de westelijke helft.
5.3
je kunt de situatie in de katholieke kerk rond 1500 beschrijven en enkele hervormers noemen met hun
kritiek
rond 1500 was de situatie van de katholieke kerk oppermachtig, de paus, 1 van de machtigste mannen
op aarde.
humanisten hadden echter steeds meer kritiek op het wereldbeeld van de kerk → dat de aarde
centraal stond → en de levenswijze van de geestelijken → slechte opleiding en rijkdom.
Johannes hus was de 1e die de macht en rijkdom van de kerk bekritiseerde en Martin Luther nam dit
over in 95 stellingen:
afschaffingen aflaten: hij startte de hervorming → protestantisme ontstond.
Johannes calvijn was nog extremer → hij geloofde in predestinatie (god bepaalt alles vooraf) →
aanhangers van Calvijn = hugenoten
Hij was van mening dat t volk een vorst mag afzetten als hij zich niet aan de regels houdt
Luther vond dat vorsten door god gekozen werden en daarom moest je die altijd gehoorzamen
je kunt beschrijven hoe de katholieke kerk reageerde op de hervormers
de katholieke kerk reageerde met de contrareformatie
behalve enkele kleine aanpassingen bleef alles hetzelfde
de inquisitie werd ingesteld om ketters te vervolgen
, 5.4
je kent de politieke en religieuze oorzaken van de Nederlandse opstand
1550 = plakkaat tegen aanhangers van hervormers
1555 = Filips 2 volgt Karel 5 op
1566 = beeldenstorm + smeekschrift
1579 = Unie van Atrecht + Unie van Utrecht
1581 = plakkaat van Verlatinghe
1588 = republiek der 7 verenigden nederlanden
politieke oorzaak = spaanse keizer karel 5 streefde naar centralisatie, Brussel politieke centrum van de
7 gewesten
stelde 3 collaterale raden in → dit was tegen de belangen van nederlandse edelen, die hierdoor
privileges verloren = PARTICULARISME (iedere gewest bestuurt zichzelf en bepaald alles kwa
invoerrechten en belastingen voor eigen gewest)
religieuze oorzaak = gevolg van reformatie was dat veel edelen in nederlands protestants waren. Karel
de 5 was fanatiek katholiek en liet daarom de protestanten vervolgen.
je kunt beschrijven hoe uit de opstand de republiek der 7 verenigde Nederlanden kwam
1581 → koning filips 2 werd niet langer meer als koning van de noordelijke gewesten gezien
nederlanden zochten naar landsheer, konden niet vinden dus gingen maar zelf het bestuur regelen
je kunt de gevolgen van de opstand voor de bestuurlijke en religieuze in de republiek omschrijven
bestuurlijke = staten-generaal + stadhouder + raadpensionaris
meeste macht bij de gewesten → particularisme werd ingevoerd
generaliteitslanden zijn landen die terug zijn veroverd (bijv. limburg, zeeland)
religieuze = in republiek vrijheid van meningsuiting en religie ( tolerantie )
protestantisme belangrijkste godsdienst, maar katholicisme werd getolereerd, maar het mocht niet
opvallen en je mocht niet uiten → hierdoor veel schuilkerken
6.1
je kunt uitleggen dat de graanhandel het begin vormde van een uitgebreid handelssysteem met een
stapelmarkt
door de invoer van goedkoop graan uit het oostzee gebied waren de boeren in de republiek in staat
om producten te gaan verbouwen die meer opleverde
daarnaast werd het goedkope graan doorgevoerd en verkocht in het achterland, waardoor
handelsnetwerk groter werd → zwakke feodale = boeren konden meer producten verkopen, die meer
geld opleveren waardoor er meer winst was
gouden eeuw = 1600-1700
1588 = graanhandel begon
1651 = welvaart stopte ermee
1672 = rampjaar
je kunt beschrijven hoe Engeland en Frankrijk reageerden op de economische voorspoed van de republiek
Engeland kwam in 1651 met de Act of Navigation (handelen van en naar engeland mocht alleen nog
via engelse schepen)
Frankrijk kwam met het mercantilisme → het heffen van invoerrechten, waardoor importproducten
duurder werden
handelskapitalisme = ergens iets kopen en verder verkopen, ze produceren heel weinig
moedernegotie = winstgevende handel met het oostzeegebied.
6.2
je kunt beschrijven hoe het streven naar particularisme de staatsinrichting van de republiek heeft beïnvloed
particularisme leidde ertoe dat zodra de republiek de onafhankelijkheid had uitgeroepen in 1588, de
gewesten weer de meeste macht naar zich toetrokken en de centralisatie van de spaanse koning
afschafte
dit had als effect op de staatsinrichting van de republiek → dat de meeste bevoegdheden bij de
gewesten kwamen te liggen en de macht van de staten-generaal zich beperkte tot beslissingen over
oorlog voeren en buitenlandse politiek → later kwam hierbij nog het bestuur van de
generaliteitslanden
, voor 1588 plaatsvervanger van de koning
na 1588 legeraanvoerder
je kent de kenmerken van het franse absolutisme
in frankrijk kreeg de koning zowel de wetgevende, uitvoerende als rechterlijke macht in handen →
werd gebaseerd op Droit divin (hiermee was sprake van een absolute vorst) bijvoorbeeld Lodewijk XIV
6.3
je kunt uitleggen dat de wetenschappelijke revolutie een voortzetting en een gevolg was van de kritische
manier van denken van het humanisme
onder invloed van de humanisten ging men zelf kritisch nadenken en onderzoeken doen → er werd
niet meer automatisch aangenomen dat alles bepaald werd door god en de bijbel
hierdoor ontstond een grote groep wetenschappers, ze hadden in de republiek vrijheid en tolerantie
van meningsuiting → zij zorgden voor een hele snelle ontwikkeling in ons land, van de wetenschap →
dit noem je de wetenschappelijke revolutie (vanaf 1650)
een voorbeeld is Anthonie van Leeuwenhoek, uitvinder van microscoop
7.1
Je kunt uitleggen waarom de wetenschappelijke revolutie leidde tot rationeel optimisme en welke verlichte
ideeën van Rousseau, Montesquieu en Locke hieruit voortkomen.
de wetenschappelijke revolutie was een gevolg van de vrijheid van meningsuiting en tolerantie in de
republiek → als gevolg van zelf nadenken en experimenteren ontstond er een ander mens en
wereldbeeld
rationeel optimisme: de overtuiging dat ieder probleem is op te lossen door het verstand te gebruiken
leidde tot een optimistische idee, dat hiermee een beter samenleving kon worden ontwikkeld.
Rousseau = volkssoevereiniteit, GEEN absolute monarchie
Montesquieu = trias politica → de macht in 3 delen
wetgevende: parlement
uitvoerende: regering
rechtsprekende: onafhankelijke rechters
hiermee wordt voorkomen dat de macht bij 1 groep of persoon kwam te liggen, hetgeen bij het
absolutisme wel het geval was
John Locke = denkbeeldig ‘sociaal contract’ → volk spreekt door hen gekozen leiders af → mogen
namens hen het land besturen en doen wat goed is voor het volk, zo niet? AFGEZET
Je kunt beschrijven wat het ‘ancien regime’ inhoudt en uitleggen waarom sommige vorsten overgingen op
verlicht absolutisme.
de macht hebben vóór de franse revolutie werden het ancien regime genoemd
er kwam steeds meer kritiek op hen vanuit het volk op de standenmaatschappij en het absolutisme
vanwege de onrechtvaardigheid die men steeds duidelijker ging zien → het gewone volk draaide op
voor het grootste deel van de belastingen
Frederik II van Pruisen was de 1e verlichte despoot: een alleenheerser, die op basis van de ideeën van
de verlichting wel veel voor het volk deed
‘alles voor het volk, niets door het volk’
hij ging dus niet uit van het Droit Divin: het door god gegeven recht om koning te zijn
hij nam veel positieve maatregelen voor het volk, zoals het stimuleren van de landbouw, hervorming
van de rechtspraak en religieuze tolerantie
7.2
Je kunt uitleggen wat plantagekoloniën zijn en waar deze zich bevonden. Je kunt aangeven wat de
belangrijkste producten waren en hoe het werk op plantages ging.
plantagekoloniën: grote landbouwgronden in Noord-midden-zuid Amerika waar Europeanen met
slavenarbeid producten als koffie, suiker en tabak verbouwde.
slaven werden daar onmenselijk behandeld en als handelswaar gezien.
Je kunt uitleggen wat de transatlantische slavenhandel inhield en waarom het zo winstgevend was. Je kunt
aangeven welke beweging hiertegen in verzet kwam, wat hun doel was en waarom hun ideeën voorkwamen
uit de verlichting
de trans atlantische slavenhandel is ook wel bekend als driehoekshandel
stoffen, geweren en drank gingen van Europa naar afrika
slaven gingen van afrika naar amerika
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sdekuijer. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,99. Je zit daarna nergens aan vast.