Methodologie 2
Hoorcollege 1
Waarom wetenschap? We willen gefundeerde uitspra ken doen o ver menseli jk gedrag .
- Wetenschap: kennis verzamelen
- Theorie: kennis organiseren
- Onderzoek: kennis genereren
- Toepassing: kennis gebruiken
Doelen van wetenschap
1. Beschrijven: definieer het fenomeen, differentieer tussen fenomenen , beschri jf relatie tussen
fenomenen. Bijvoorbeeld: leren, straf, beloning, verslaving
2. Begrijpen: bepalen waarom iets gebeurt, begint vaak met hypothese , causaliteit . John stuart Mill
(1806-1873): covariation (iets varieert samen), time precedence (er moet iets aan voorafgaan ),
no alternative explanation
3. Voorspellen: toegepast, bv voorspel succes, onderzoek, bv hypothese
4. Controleren: kun je gedrag controleren? Mag je gedrag controleren ?
Waarden wetenschap
- Empirisch: gebaseerd op feiten, niet gebaseerd op ideologie
- Sceptisch: bevraag bestaande kennis, neem niets voor waar aan
- Voorlopig: alle kennis verandert, wat is dan ‘’waar’’?
- Openbaar: uitkomsten van onderzoek, methoden van onderzoe k
Plaats in filosofie: Kennisleer, Kentheorie, Epistemologie (3 begrippen bete kenen het zel fde , hoe
moet je aankijken tegen de wetenschap)
Logisch positivisme (keiharde wetenschap)
Humanistische benadering (hoe kunnen we verbeteren)
Belangrijk want het bepaalt
- Welke theorie je aanhangt
- Wat voor onderzoek je doet
- Welke methoden je gebruikt
- Hoe je uitkomsten interpreteert
,Theorie is een verzameling uitspraken over relaties tussen varia belen
Onderdelen van theorie
- Aannames: vaak impliciet, vaak paradigmatisch (algemeen, paradigmatisch , domein -speci fie k)
- Hypothetische constructen (niet direct observeerbaar, abstract ): uni -dimensioneel , multi -
dimensioneel, multi-faceted
- Definities: narratief (als in woordenboek), operationeel (concreet ma ken )
- Proposities (stellingen): beschrijven abstracte relaties, worden niet direct getoetst
Wat wij kunnen toetsen zijn hypothesen omtrent operationele de finities
- Verklarende variabele
- Respons variabele
- Mediërende variabele
- Moderende variabele
Voorbeeld boek
Goal difficulty: verklarend
Work motivation: respons
Work motivation: verklarend
Work motivation: mediërend
Worker ability: modererend
Proposities beschrijven relaties tussen abstracte concepten (hypothetische constructen )
Hypothesen beschrijven relaties tussen concrete representaties van a bstracte concepten
(operationele definities)
Kenmerken van theorie
- Scope (bereik)
- Specificiteit (precisie)
Doelen van theorie
- Organiseren van kennis
- Vergroten van kennis (verbeteren theorie, link andere theorie , con vergence o f concepts )
- Sturen van gedrag/oplossingen (toepassingen)
,Criteria van theorie
- Logisch consistent
- Falsifieerbaar
- In overeenstemming met data
- Consistent met andere theorieën
- Clear (helder)
- Parsimonious (zuinig)
- Useful (bruikbaar, toepasbaar)
- Fertile (vruchtbaar)
Onderzoek
Wetenschap <> theorie <> toepassing
Theoretisch (literatuur, archief)
Empirisch (zelf opmeten)
Empirisch onderzoek
- Algemeen idee
- Toetsbare hypothese
- Onderzoeksstrategie
- Dataverzameling
- Data-analyse
- Communicatie, verslag
Criteria goed onderzoek
- Construct validiteit: meet je wat je wilt meten?
- Interne validiteit: zijn er alternatieve verklaringen?
- Statistische validiteit: deugt de toetsing?
- Externe validiteit: uitkomsten generaliseerbaar?
Onderzoek
- Fundamenteel: toetst theorie, generaliseerbaar, ‘’knowledge for the sa ke o f kno wledge ’’
- Toegepast: zoekt oplossing voor concreet probleem, vaak natuurli jke setting , niet
generaliseerbaar
- Evaluation research: meer de impact van sociale inter venties en programma ’s , toegepast , voor -
en nametingen
- Kwantitatief: gegevens zijn getallen, vaak experimenteel onderzoe k
- Kwalitatief: gegevens zijn beschrijvingen, antwoorden interviews, vaak niet-experimenteel
onderzoek
Hoorcollege 2
Logisch positivisme (kennis als zodanig)
, - Personal beliefs and values have no effect on science
- Knowledge is sought for its own sake; utility is irrelevant
- Science should generate knowledge that applies to all people
- Science must be a controlled process
- There is only one correct interpretation o f data
Humanism (andere intentie: verbeteren, helpen)
- Personal beliefs and values strongly affect theory, methods , and interpretation o f results
- Research should generate directly applicable kno wledge
- Science should aim to help people’
- Science should seek naturalism
- The same data can be interpreted in many ways
Onderzoek
- Theoretisch (literatuur, archief)
- Empirisch (zelf opmeten) > te maken met ethiek
Empirisch onderzoek
- Algemeen idee
- Toetsbare hypothese
- Onderzoeksstrategie
- Dataverzameling
- Data-analyse
- Communicatie, verslag
Criteria goed onderzoek
- Construct validiteit: meet je wat je wilt meten?
- Interne validiteit: zijn er alternatieve verklaringen?
- Statistische validiteit: deugt de toetsing?
- Externe validiteit: uitkomsten generaliseerbaar?
Onderzoek (4 soorten)
Fundamenteel
- Toetst theorie, proposities
- Knowledge for the sake of knowledge
- Generaliseerbaar, broad scope (breed bereik)
Toegepast
- Zoekt oplossing voor concrete problemen
- Vaak natuurlijke setting, verbetert bestaande situatie
- Niet generaliseerbaar (want je kijkt naar 1 situatie), narrow scope
Evaluation research
- Meet de impact van sociale interventies en programma ’s
- Toegepast, voor- en nametingen
Action research: Theorie, Toepassing, Evaluatie
Kwantitatief
- Gegevens zijn getallen
- Toetsbaar
- Vaak experimenteel onderzoek
- Interne validiteit
Kwalitatief
- Gegevens zijn beschrijvingen, antwoorden, observaties