100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
College aantekeningen criminologie (JUR-3CRIMI) Studieboeken Criminologie & Veiligheid - Basisboek criminologie, ISBN: 9789462369337 €6,99   In winkelwagen

College aantekeningen

College aantekeningen criminologie (JUR-3CRIMI) Studieboeken Criminologie & Veiligheid - Basisboek criminologie, ISBN: 9789462369337

 9 keer bekeken  0 keer verkocht

Aantekeningen van alle HC's van van criminologie. Succes met leren!

Voorbeeld 4 van de 33  pagina's

  • 19 juni 2021
  • 33
  • 2020/2021
  • College aantekeningen
  • M.j. van meeteren
  • Alle colleges
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (3)
avatar-seller
s-kers
HC Criminologie
Week 1, minicollege 2. Wat is criminologie?
Criminologie= een wetenschap van een specifiek object (objectwetenschap)-> object=
criminaliteit en de reacties erop. Bvb maatschappelijke reacties (informele) of systeem wat
politiek (formele) opzet om criminaliteit aan te pakken. Criminologie is veelal praktijkgericht
zodat de praktijk kan worden aangepakt.
Multidisciplinaire wetenschap:
1. Maatschappijwetenschappen.
2. Menswetenschappen.
3. Natuurwetenschappen.
4. Juridische wetenschappen.

Criminologie is geen normatieve wetenschap. Centraal staan:
1. Empirisch onderzoek.
2. Theorieën.

De hoofdvragen van de criminologie
● Wat wordt verstaan onder criminaliteit en waarom?
● Wat is de aard, omvang en ontwikkeling van criminaliteit?
● Wat zijn verklaringen voor (verschillen in) criminaliteit?
● Hoe reageert de overheid en de maatschappij op criminaliteit?

Sub disciplines van de criminologie:
1. Criminografie of beschrijvende criminologie.
2. Etiologie.
3. Reacties op criminaliteit en penologie.
4. Criminaliteitspreventie.
5. Victimologie.
6. Niet-commune criminaliteit-> bvb witteboordencriminaliteit.

Minicollege 3. Criminaliteit, criminalisering en decriminalisering.
Wat is criminaliteit?
- Menselijk gedrag. Het overtreden van een regel (vaak uit wetboek van Sr).
- Met ernstige gevolgen voor samenleving/slachtoffers.
- Aantasting rechtsgevoel/rechtsorde.

Criminaliteit, sociale constructie:
1. Verschillen tussen groepen of personen.
2. Verschillen in de tijd.
3. Verschillen tussen landen.
Criminalisering= gedraging niet meer crimineel.
Decriminalisering= gedraging nu wel weer crimineel.

Smalle versus brede definitie van criminaliteit:
1. Smal-> in relatie tot het strafrecht.
2. Breed-> al het deviant gedrag.

Minicollege 4. Geschiedenis van de criminologie.

,Tijdlijn:
1. … - 1700-> theologische benadering.
a. Thomas van Aquino-> misdaad geoorloofd in hoogste nood, past bij kritische
en marxistische criminologie.
b. Thomas More-> stelt zich als voorloper van de kritische criminologie op door
de vraag te stellen of het opleggen van straffen door de overheid wel is te
rechtvaardigen als diezelfde overheid de veroorzaker is van veel criminaliteit
omdat zij burgers onderdrukt en ‘besteelt’. More betoogd dat niet alleen
zware straffen de misdaad zullen inperken, maar men moet ook op zoek naar
de oorzaken van criminaliteit en die wegnemen. Daarbij bestaat het risico dat
als er hoge straffen of relatief lichte feiten worden gezet dat men sneller een
zwaarder delict pleegt omdat het verschil in straf hen niet weerhoudt.
2. 1700 - 1800-> filosofische benadering, klassieke school.
a. Beccaria, Rousseau, Montesquieu-> rationeel handelende actor, mensen
maken weloverwogen keuze voor criminaliteit.
i. Montesquieu= stelde dat de staat de vrijheid van zijn onderdanen
moet kunnen garanderen met behulp van heldere wetten die beletten
dat te veel macht in handen van één persoon komt (Trias Politica).
Strenge straffen stroken niet met belangrijke principe van vrijheid uit
franse revolutie en wrede straffen hebben geen effect omdat men
eraan gewend raakt. Straf moest in verhouding staan tot het feit
(ontwikkeld tot proportionaliteitsbeginsel). Externe factoren zoals
klimaat zouden ook effect hebben op criminaliteit en hier moest in
beleid op worden ingespeeld.
ii. Rousseau zag eigendom als oorzaak van rivaliteit en tegenstelling
tussen rijkdom en armoede. Ontwikkelde de leer dat geen enkel
gezag wettig kan zijn indien het niet is ingesteld of wordt uitgeoefend
door hen die eraan zijn onderworpen= leer van sociaal contract.
Niemand kan een mens onderwerpen zonder dat deze daarmee
instemt. Contract berust op idee van volkssoevereiniteit= wil van
gezamenlijk volk (gebaseerd op individuele individuen).
iii. Beccaria
1. Individu moet zo min mogelijk worden gehinderd door het
recht.
2. Rechten van aangeklaagde moeten in elk stadium van het
proces worden beschermd door de wet.
3. Ernst van misdrijf wordt bepaald door de schade die een ander
is aangedaan.
4. Wetgevende misdaad moet misdaden definiëren en van
tevoren bepalen welke straf op welk misdrijf wordt gesteld
(legaliteitsbeginsel voor eerst gedefinieerd). Nulla poena-
beginsel-> geen straf zonder voorafgaande wettelijke
strafbaarstelling.
5. Straffen moeten in juiste verhouding staat tot het gepleegde
misdrijf (proportionaliteitsbeginsel).
6. Straffen zijn onrechtvaardig als ze zwaarder zijn dan
noodzakelijk om afschrikking te bewerkstelligen.

, 7. Excessieve straffen zijn inefficiënt, omdat ze niet alleen falen
in hun afschrikkende werking, maar zelfs leiden tot toename
van misdaad. Misdadigers zullen nieuwe misdaden plegen om
berechting te voorkomen.
8. Straffen moeten snel en voorspelbaar worden uitgevoerd,
zodat het verband tussen gepleegde feit en de opgelegde straf
duidelijk en onontkoombaar is.
9. Opleggen van straf aan een veroordeelde moet vrij zijn van
corruptie en vooroordeel.
10. Wetten moesten gepubliceerd worden, martelingen en
geheime processen uitgebannen moesten worden, doodstraf
moest worden vervangen door gevangenisstraf en dat
gevangenissen een meer humaan karakter moesten krijgen.
11. Drie basisideeën: - kans dat straf daadwerkelijk zal worden
opgelegd, - snelheid waarmee de straf volgt op het delict, -
hoogte van de straf.
iv. Benthem-> utilitaire school, kern= pleasure-pain principe, idee dat
menselijk gedrag in het algemeen wordt gedreven door het behalen
van zo veel mogelijk voordeel en vermijden van nadeel. De uitdaging
van het recht is dan om elk voordeel dat door middel van crimineel
gedrag wordt verkregen, te laten overschaduwen door de pijn die de
op te leggen straf oplevert, maar niet meer dan nodig om het beoogde
doel, afzien van wetsovertreding, te bereiken. Drie basisideeën van
van Beccaria hierin terug te vinden.
b. Positieve school-> vrijheid van handelen mensen beperkt door mogelijkheden
en omstandigheden. Heet het positivisme om de natuurwetenschappelijke
methoden die worden gebruikt. Gericht op bestuderen van waarneembare
feiten. Twee stromingen (zochten oorzaken in biologie en sociale domein,
gemeen is de wetenschappelijke benadering):
i. De Italiaanse antropologie school= Lombroso bouwde voort op
frenologie, is studie die zegt dat crimineel gedrag voorspelt kan
worden door vorm + afmeting schedel. Primitieve mens is van
oorsprong geboren misdadiger. ‘Atavisme’= terugval in evolutie,
waardoor primitieve kenmerken weer naar voren komen.
ii. De Franse milieuschool-> statistische methoden toepassen. Door
Lacassagne en Mouvrier, stelde geen geboren misdadiger, maar
misdadiger door milieu waarin je opgroeit.
3. 1800 - 1900-> wetenschappelijke benadering.
a. Socialistische criminologie (Marx).
4. 1900 - nu-> modern wetenschappelijke benadering.

Geschiedenis criminologie NL:
1. 1900 - 1930 -> strafrecht, eerste hoogleraar criminologie is Willem Bonger.
2. 1930 - 1960-> strafrecht, de ‘nieuwe richting’. Utrechtse school (Willem Pompe),
dader verantwoordelijk voor gedrag maar oog voor wat hem tot zijn handelen heeft
geleid. Sterk accent op resocialisatie.
3. 1960 - 2000-> criminologie, instituten en vakgroepen (WODC & NSCR) want
criminaliteit steef. Voor het eerst criminologie gevormd.

, 4. 2000 - heden-> criminologie kent nu bacheloropleidingen en masters.
Professionalisering en internationalisering.

Minicollege 5. Criminologie onderzoek.
Beschrijvende vragen (cijfermatig):
1. Hoeveel criminaliteit is er?
2. Is de criminaliteit gestegen of gedaald?
Verklaringsvragen-> waarom zit iets op een bepaalde manier in elkaar?
Toetsingsvragen-> in hoeverre klopt de verwachting/hypothese dat?
Beleidsvragen-> vragen gericht op het beleid.

Onderzoeksmethoden:
1. Kwantitatieve methoden:
a. Cijfers-> goed voor beschrijvende en verklarende vragen. Theorie-toetsend,
kijken of een theorie klopt.
2. Kwalitatieve methoden:
a. Niet-cijfermatig materiaal, tekst bvb. Inzicht, begrijpelijk. Theorievormend.
Deze theorie kan je vervolgens weer toetsen met kwantitatieve methoden.

Kwantitatieve methoden:
1. Secundaire analyse-> cijfers van politie en justitie.
2. Survey-onderzoek (enquête). Bvb slachtoffer- en daderenquêtes (zelfrapportage).
3. Observaties.
4. Experimenten.

Eisen aan goed kwantitatief onderzoek:
1. Validiteit= meet ik wat ik wil meten?.
2. Betrouwbaarheid= krijg ik de volgende keer dezelfde resultaten?.
3. Statistische generaliseerbaarheid= zijn mijn bevindingen toepasbaar op een grotere
populatie?.

Kwalitatieve methoden:
1. Diepte-interviews.
2. Observaties.
3. Etnografisch veldwerk.
4. Case study.
5. Inhoudsanalyse (e.g. strafdossiers).

Eisen aan kwalitatief onderzoek:
1. Validiteit= waren mensen eerlijk?.
2. Triangulatie= gebruik verschillende bronnen.
3. Theoretische generalisatie= hoe zijn mijn bevindingen op basis van theoretische
overwegingen op andere populaties van toepassing?.

Week 2, minicollege 1. Aard en omvang van criminaliteit.
Beschrijvende criminologie:
De geregistreerde criminaliteit
- Politie:

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper s-kers. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 83249 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,99
  • (0)
  Kopen