Ik verkoop mijn samenvatting van geschiedenis tijdvak 1 tm tijdvak 10. Dit zijn dus alle hoofdstukken van het Feniks boek (methode), maar het komt ook overeen met alle andere methodes, aangezien alles examenstof is! Daarnaast heb ik ook mijn aantekeningen uit de lessen erin verwerkt. Het is op een ...
Tijdvakken:
- Tijd van jagers en boeren
- Tijd van grieken en romeinen
- Tijd van monniken en ridders
- Tijd van steden en staten
- Tijd van ontdekkers en hervormers
- Tijd van regenten en vorsten
- Tijd van pruiken en revoluties
- Tijd van burgers en stoommachines
- Tijd van wereldoorlogen
- Tijd van televisie en computer
Periodes:
- Prehistorie (?-1100 v.chr)
- Oudheid (3000 v.chr-500)
- Middeleeuwen: vroege middeleeuwen (500-1000)
late middeleeuwen (1000-1500)
- Renaissance (1500-1600)
- Gouden eeuw (1600-1700)
- Verlichting (1700-1800)
- Moderne tijd (1800-nu) → - imperialisme (1870-1910)
- koude oorlog (1950-1990)
Maatschappijtypen:
- samenleving jagers-verzamelaars (?-11000 v.chr)
- agrarische samenleving (11000 v.chr-3000 v.chr)
- agrarisch urbane samenleving met toenemend aantal steden (3000 v.chr-500)
- agrarisch urbane samenleving met minder steden (500-1000)
- agrarisch urbane samenleving met meer steden (1000-1500)
- agrarisch urbane samenleving (1500-1700)
- industrie in Engeland (eind 1700-1800)
- industriële samenleving (1800-nu)
, Hoofdstuk 1: Tijd van jagers en boeren
1.1: van jagers-verzamelaars naar boeren
Evolutietheorie: de mens is vanuit Afrika naar het Midden-oosten getrokken en heeft
zich van daaruit over de wereld verspreid. VS creationisten: aarde en alles wat
daarop leeft het gevolg is van een schepping van god.
Jagers-verzamelaars waren nomaden en trokken rond voor voedsel. We weten niet
veel over het bestaan van ze, omdat ze nog niet konden lezen en schrijven. Er zijn
wel veel grafgiften gevonden en daaruit kan je afleiden dat de overledene belangrijk
was of dat hij een hoge status had. We weten hierdoor dat ze geloofden in het
hiernamaals.
Mensen van de Ohalo-cultuur leefden in hutten van takken, hadden werktuigen van
vuursteen, sieraden en waren geen nomaden. Door het gunstige klimaat kwam er
een voedseloverschot en daardoor hoefde de mensen niet meer rond te trekken.
Ook de Natufiërs kenden al kleine dorpen. Het klimaat veranderde en ze waren de
eerste die gingen experimenteren met het verbouwen van granen en het lukte ze om
dieren tam te maken.
De landbouw is uitgevonden in het Midden-oosten, in de vruchtbare halvemaan. We
spraken van een Neolithische revolutie: de overgang van jagers-verzamelaars naar
de landbouw samenleving. Brak een nieuwe tijd aan, genaamd het Neolithicum.
Vanuit daar werd de kennis verspreid. De eerste landbouwers vestigde zich in
zuid-limburg. (waarschijnlijk door kolonisten)
Gevolgen agrarische samenleving:
- bevolking groeide snel
- leefden sedentair, dus geen nomaden meer
- huizen werden soms van steen gemaakt
- nieuwe werktuigen: bijlen, messen, ploegen etc
- aardewerk
- statusverschillen
1.2: oude beschavingen, steden en staten
Rond 6500 v.chr ontstonden langs de Eufraat en de Tigris de eerste dorpen. De
goede oogsten waren te danken aan de irrigatielandbouw. Ze gebruikte vruchtbare
slib van de oevers en hadden een ingewikkeld stelsel van kanaaltjes voor water.
Hierdoor ontstonden er grote sociale verschillen, doordat de rijkste boeren het
meeste aanzien en macht kregen. De belangrijkste boer werd een soort koning en
kreeg de leiding over het irrigatiesysteem.
,De steden in Soemerië streden om de meeste macht, dit leidde tot oorlogen en de
steden bouwden stadsmuren.
In Mesopotamië ontstonden stedelijke nederzettingen. Er waren zo’n 30 stadstaten
en de grootste was Uruk. De stadstaten hadden een hiërarchie, godsdienstig
centrum, specialisten en gebruik van het schrift. In het centrum stond de ziggurat.
Daar werd de belangrijkste god vereerd, er werd gehandeld en hier moesten ze
belasting betalen. In ruil hiervoor werden ze beschermd en en werd het onderhoud
aan het irrigatiesysteem gedaan.
slaven - boeren - ambachtslieden - priesters - koning
Ze kenden een polytheïstische godsdienst. In 3300 v.chr ontstond het schrift. Eerst
ontstond dat alleen uit afbeeldingen (logogrammen) voor het registreren van de
belasting. Later ontstonden klanktekens, waarbij een teken voor een bepaalde klank
stond. Vanaf toen werd de boekhouding gedaan. Dit heet het spijkerschrift. Zo
ontstonden er kleine scholen en hadden schrijvers veel aanzien. Het is het einde van
de prehistorie.
Een gemeenschap is een beschaving. Vaak ging beschavingen samenwerken en zo
ontstond er een staat. Ze hadden hun eigen bestuur.
1.3: Egypte, revolutie in een natiestaat
Ieder jaar trad de Nijl buiten haar oevers en bleef er een laag vruchtbare slib achter.
Via een irrigatiesysteem had ook Egypte succesvolle landbouw. De staat werd
bestuurd door een farao. Hij was ook rechter en wetgever. Het was erfelijk en ze
regeerde vanuit Memphis of Thebe. Ze waren Polytheïstisch en aanbeden goden die
gelijk stonden aan een natuurkracht.
Amenhotep IV werd een nieuwe farao en maakte radicale veranderingen, omdat hij
zijn macht wilde vergroten. Hij wees Aton aan als enige god en verbood alle andere
goden. Zo werd het geloof monotheïstisch. Iedereen wiens naam leek op amon of
amen, moest zijn naam veranderen naar Achnaton en alle afbeeldingen moesten
weg. Hij liet Amon uit de cultuur verdwijnen. Daarnaast stichtte hij een nieuwe
hoofdstad, genaamd Achetaton. Ook deed hij een wijziging in de stijl waarin
Achnaton zichzelf en andere leden van koninklijke familie liet afbeelden. De
afbeeldingen werden verfijnd met lange lichaamsdelen.
Na de dood van Achnaton verdween Aton en kwam Amon weer. Oude tempels
werden heropend en de plannen werden gewijzigd. Zijn opvolgers heette
Toetanchaton, maar veranderde zijn naam in Toetanchamon.
, Hoofdstuk 2: Tijd van Grieken en Romeinen (3000 v. chr.-500 n. chr.)
2,1: De Griekse wereld
Athene was een grote stad tussen alle stadstaatjes. De bouwstijl was klassiek; het
blijft een voorbeeld voor alle latere kunst. Atheners kregen rechten en er was een
democratie.
Minoïsche cultuur → stedelijke centra verdween door volksverhuizingen → “vier
donkere eeuwen”: de bevolking leefden in kleine boeren gemeenschappen, er
ontstond meer een gemeenschappelijke cultuur.
Daarna ontstonden er weer stadstaten: polis. Al snel ontstonden er koloniën door
voedseltekorten.
Oorlog tegen Perzen: de Grieken kwamen in opstand tegen de Perzen → mislukt →
straffen → perzen verslagen. Perzen hadden veel vernield en Athene bouwde de
Tirannendoders weer opnieuw. Door staatsman Perikles werd Athene het culturele
centrum dmv een bouwproject om de welvaart van de stad te tonen.
Grieken dachten dat er voor elk verschijnsel een god was. Tot de 6e eeuw v. chr.
toen er ontdekkingen werden gedaan. Ook ontstonden er artsen. De filosofie
bestond uit het bestuurderen van het gedrag en de gewoontes van de mens.
Bij de meeste Polies had de adel de macht, maar in Athene was het een democratie
met een volksvergadering. Alle burgers hadden burgerschap. Vrijheid en gelijkheid
was het belangrijkst. Vrijheid; iedereen mocht zijn mening uiten in de
volksvergadering. Gelijkheid; iedereen was voor de wet gelijk. Het was belangrijk dat
je andere kon overtuigen van je standpunten. Dit werd aangeleerd door sofisten.
Rijke Atheners trokken terug, ze vonden Sparta mat Aristocratie beter. Athene had
oorlog met Sparta. Het waren allebei grootmachten. Sparta won en in Athene kwam
een oligarchie. Ze werden gehaat en verdreven en de democratie kwam terug.
Philippos van Macedonië versloeg de Griekse legers en kreeg de macht in heel
Griekenland.
2,2: Het hellenisme
Hellenisme: het verspreiden van de Griekse cultuur.
Koning Philippos wilde oorlog voeren met Grieken tegen de Perzen. Hij werd
vermoord en Alexander de Grote volgde hem op. HIj veroverde Klein-Azië: Egypte,
Mesopotamië, Iran, Afghanistan. Grieken en Perzen moesten trouwen om het volk te
binden. Na Alexanders dood werd er gestreden om de macht. Grieken hielden eigen
cultuur aan. Als je hoger in de maatschappij wilde komen, moest je de Griekse
cultuur overnemen. Alexandrië is stad in Egypte met perfecte ligging (zee en land).
Ptolemaios (opvolger) ontwikkelde de stad nog meer. Alexandrië overtrof Athene op
gebied van filosofie, kunst etc. Door dokter Herophilus werden er veel medische
ontwikkelingen gedaan.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper fleurpelkmans. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,89. Je zit daarna nergens aan vast.