Samenvatting MEO
Introductie
Wat is een organisatie?
• Een organisatie is elke vorm van menselijke samenwerking voor een gemeenschappelijk doel (Marcus
& Van Dam, 2008)
Wat is management?
• Het bestuur van een organisatie (Marcus & Van Dam, 2008)
Hoofdstuk 0; evolutie van organisatie & management
• Organisatie en Management = Organisatiekunde
• Organisatiekunde = een interdisciplinaire wetenschap die zich bezighoudt met het bestuderen van het
gedrag van organisaties alsmede de factoren die dit gedrag bepalen en de wijze waarop organisaties
het meest doeltreffend bestuurd kunnen worden
Organisatiekunde is beschrijvend (descriptief) en voorschrijvend (prescriptief).
Interdisciplinair: elementen zijn afkomstig uit andere vakgebieden (bijvoorbeeld bedrijfseconomie,
informatica, marketing, psychologie enzovoort) die worden gebruikt voor een nieuwe benadering.
Besturing: richting geven aan de processen binnen een organisatie.
Doeltreffend (effectief): de mate waarin de besturing slaagt.
Eerste internationale handelsondernemingen waren opgericht en gesubsidieerd door nationale overheden met
als doel hun koloniale handelsbeleid te ondersteunen.
• voorbeelden: Engelse Oost-Indische Compagnie, Nederlandse Oost-Indische Compagnie, Franse West-
Indische Compagnie
Bijna 90% van de 500 grootste bedrijven ter wereld is gevestigd in Noord-Amerika, Europa en Japan.
• Nederland is het thuisland van elf van de 500 grootste bedrijven.
voorbeelden: Shell, Ahold, Heineken
Periode voor de industriële revolutie (400 v. chr. - 1900 na chr.)
• Start bij de oude wijsgeren (Plato, Aristoteles)!
• Machiavelli (1469-1527, filosoof, diplomaat en schrijver)
Il Principe (De vorst): inhoud gaat vooral over behouden en uitbreiden van macht.
Adam Smith (1723-1790), grondlegger van de moderne economie
An inquiry into the nature and causes of the wealth of nations: productieve arbeid is de bron van welvaart
en door arbeidsverdeling kan de productiviteit sterk worden verhoogd.
Scientific Management - Taylor (rond 1900)
Taylor: grondlegger van een meer systematische benadering van bedrijfsvoering. Hoofdpunten van Scientific
Management (Taylorisme) zijn:
1. wetenschappelijke analyse van werkzaamheden en uitvoeren van bewegingsstudies
2. vergaande taakverdeling en training van arbeiders
3. hechte en vriendschappelijke samenwerking tussen leiding en arbeiders
4. bedrijfsleiders verantwoordelijk voor analyseren van en zoeken naar werkmethoden en het scheppen
van arbeidsvoorwaarden
5. juiste man op de juiste plaats door zorgvuldige selectie
6. invoeren van prestatiebeloning met als doel te komen tot lagere productiekosten
,General Management-theorie - Fayol (rond 1900)
• Fayols bijdrage was nadrukkelijk gericht op
de gehele organisatie. Dit in tegenstelling tot
die van Taylor die zich vooral richtte op de
productieafdeling.
• General Management-theorie legt verbanden
tussen de managementgebieden en de
managementtaken.
Bureaucratie - Weber (rond 1920)
Bijdrage van Weber is vooral gericht op overheidsorganisaties en grote bedrijven vanuit een sociologische
invalshoek.
Kenmerken van een ideale bureaucratie:
1. sterk doorgevoerde taakverdeling
2. hiërarchische bevelstructuur
3. nauwkeurig afgebakende bevoegdheden en verantwoordelijkheden
4. onpersoonlijke relaties tussen functionarissen
5. werving op basis van bekwaamheden en kennis
6. bevordering en beloning op basis van objectieve criteria en procedures
7. uitvoering van werkzaamheden volgens vaste routineregels
8. gegevens vastgelegd in schriftelijke stukken
9. macht van functionarissen aan restricties gebonden
Human Relations - Mayo (rond 1945)
• Mayo bewees met zijn experimenten dat er naast objectieve factoren ook subjectieve factoren zijn
voor het resultaat.
Subjectieve factoren zijn aandacht, zekerheid, bij de groep horen en waardering.
• Gelukkige mensen leveren een maximale arbeidsprestatie.
• Sociale vaardigheden zijn dus voor leidinggevenden zeer belangrijk.
Revisionisme - Likert e.a. (rond 1950)
• Revisionisme is synthese tussen Scientific Management en Human Relations.
Scientific Management: organisatie zonder mensen
Human Relations: mensen zonder organisatie
Revisionisme: mensen en organisatie
• Belangrijke auteurs:
Likert: linking pin (paragraaf 11.7)
Herzberg: motivatie/hygiënetheorie
McGregor: theorie X en Y (subparagraaf 9.5.3)
Systeembenadering - Boulding (rond 1950)
Volgens de systeemtheorie zijn organisaties een geheel van samenhangende delen.
• integrale managementbenadering
Contingentiebenadering - Lawrence/Lorsch (rond 1965)
• ‘There is not one best way of management.’
• De kunst van het ontdekken in welke situatie welke managementtechniek het best kan worden
toegepast.
• Belangrijke situationele variabele is de omgeving met consequenties voor de te kiezen strategie,
structuren en systemen.
, Hoofdstuk 1; Omgevingsinvloeden
Partijen hebben een directe invloed op organisaties:
• afnemers
• leveranciers
• concurrentie
• vermogensverschaffers
• werknemers
• belangenbehartigingsorganisaties
• overheidsinstellingen
• media
Afnemers
• Organisatie ontleent haar bestaansrecht aan de afnemers die zorgen voor de vraag naar producten en
diensten.
• Veranderende behoeften leiden tot nieuwe producten zoals elektrische auto’s, milieuvriendelijke
wasmiddelen en zuivelproducten met een laag vetgehalte.
• Onvoldoende inspelen op de afnemersbehoeften leidt tot klantenverlies.
Leveranciers
• Aan leveranciers stellen organisaties eisen op het gebied van kwaliteit, prijsniveau en levertijd.
• Keuze van leveranciers is aan verandering onderhevig: van lokale tot internationale leveranciers.
• Organisaties willen steeds minder voorraden aanhouden:
just in time leveringen
Concurrentie
• Concurrenten bepalen de speelruimte die organisaties hebben op het gebied van onder meer
productaanbod, prijsniveau, keuze van distributiekanalen en kwaliteitsniveau.
• Het is van groot belang om concurrenten te traceren, te analyseren en op basis hiervan de eigen
concurrentiepositie te bepalen.
Vermogensverschaffers
• Voor de continuïteit van de organisatie is het van groot belang om een goede relatie met de
vermogensverschaffers te onderhouden.
• Ontevreden vermogensverschaffers kunnen de geldkraan dichtdraaien!
• Vermogensverschaffers zijn vaak vertegenwoordigd in een toezichthoudend orgaan zoals een raad van
commissarissen bij grote ondernemingen.
Werknemers
• Werknemers zijn kritische succesfactor binnen organisaties.
• 21e eeuw-werknemers zijn hoger opgeleid, geëmancipeerder en individualistischer dan de
werknemers van de 20e eeuw:
organisaties moeten hierop inspelen!
Werknemers spelen een grote rol bij organisatie- en productinnovaties en kwaliteitsverbeteringen.
Belangenorganisaties
Belangenbehartigers van een specifieke groep mensen:
• werknemers (vakbonden)
• werkgevers (VNO-NCW)
• consumenten (Consumentenbond, Vereniging Eigen Huis)
• milieuactivisten (Greenpeace)
• specifieke groepen zoals vluchtelingen, patiëntenorganisaties enzovoort
Overheidsinstellingen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jkersbergen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.