Samenvatting Recht- sociale zekerheid
Bijeenkomst 1
De sociale zekerheid zorgt ervoor dat de sociale risico’s die een individu loopt zoveel mogelijk
worden verdeeld over alle werknemers en werkgevers of zelfs alle inwoners in Nederland.
Collectiviteit en solidariteit is door middel van wetgeving gezamenlijk dragen van de individuele
risico’s. Solidariteit is meer verdienen en dus meer aflossen bij volksverzekering. De overheid speelt
een belangrijke rol bij het opvangen van de verschillende sociale risico’s. de ongevallenwet was de
eerste sociale verzekering waarbij de overheid aan werkgevers de verplichting oplegde een premie te
betalen zodat werknemers in gevaarlijke bedrijven waren verzekerd. Internationale verdragen
(Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mensen en de fundamentele vrijheden
(EVRM). En Europees sociaal handvest (ESH). Bij sociale zekerheid behoort ook de
inkomenszekerheid. Het sociale minimum is de ondergrens van de sociale zekerheid. Sociale
zekerheid garandeert een inkomen op minimumniveau in de situatie dat het inkomen lager is dan de
geldende sociale minimum. Zorgt ervoor dat iedereen een minimum niveau aan inkomsten krijgt. Uit
een onderzoek blijkt dat dat naarmate het inkomen daalt, de gezondheid en levensverwachting
afneemt. Het belang van sociale zekerheid is daarmee aangetoond. De grondgedachte van sociale
zekerheid hoort bij de maatschappelijke en politieke bereidheid gezamenlijk financieel bij te dragen
aan behoud van het stelsel. Op het brutosalaris wordt 1/3 ingehouden aan belastingen en premies.
Gebeurt door meebetalen aan werknemersverzekeringen (WW) door alle werkgever en werknemers
betaald en de volksverzekering (AOW) door het hele volk.
Re-integratie is het weer aan het werk helpen van uitkeringsgerechtigden. De wet verbetering
poortwachter heeft als doel om zieke werknemers zo spoedig mogelijk te re-integreren in eigen of
ander passend werk. WAO uitkering wordt verkregen bij mensen die langdurig arbeidsongeschikt
zijn. Work-first project zorgen gemeente ervoor dat dat langdurige werklozen begeleid worden naar
werk. ZW en WW zijn verlaagd van 80 naar 70 procent van het dagloon. Werkgevers betaalde de
arbeidsongeschiktheid bij werknemers. Er was meer inzicht in preventie en ziektebeleid. Door de ERD
is de werkgever eigenrisicodrager, hierdoor heeft een werknemer bij ziekte ook met een private
partij van het bedrijf te maken. Het UWV beslist over de uitkering van de ZW of WGA. De rekening
krijgt de werkgever en in ruil daarvoor hoeven er minder collectieve premies betaald worden. de
ZVW is de ziektefondswet voorheen verdeeld in ziekenfonds en particuliere verzekering, nu voor
iedereen gelijk. WMO staat voor wet maatschappelijk ondersteuning, gemeente hebben de taak
waar nodig hun burgers te ondersteunen bij het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie.
Gemeente is verplicht om bij het inkopen gebruik te maken van diensten als social return. Bij
aanbesteding boven 250.000 moeten mensen ingezet worden die ver van de arbeidsmarkt staan.
Mag geen draaideureffect ontstaan: een uitkeringsgerechtigde leidt tot ontslag voor andere
werknemers.
Sociale partner zijn de werkgever en werknemersorganisaties die worden ook wel de vakbonden
genoemd. De STAR stichting van de arbeid en SER sociaaleconomische raad zijn adviesorganen van
de overheid die leidend zijn bij de inhoud van nieuwe wetgevingen. De Sociaal-Economische Raad
(SER) adviseert de regering en het parlement over het sociaal-economisch beleid. Ook brengt de raad
verschillende partijen samen om in convenanten afspraken te maken over Internationaal
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO). Daarnaast heeft de SER bestuurlijke en
wettelijke taken zoals het bevorderen van medezeggenschap.
Het UWV en de sociale verzekeringsbank (SVB) zijn ZBO’S zelfstandige bestuursorganen. Het raad
van bestuur van het UWV wordt door de minister van sociale zaken en werkgelegenheid (SZW)
benoemd. De quotumregeling houdt in dat werkgevers met 25 medewerkers of meer de verplichting
,opgelegd krijgen om een bepaald percentage mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen.
De verzorgingsstaat wordt minder zichtbaar, overheid legt meer verantwoordelijkheid bij burgers het
uitgangspunt is de participatiesamenleving focus ligt op eigen kracht, benoemt in de participatiewet.
Iedereen die kan werken maar het op de arbeidsmarkt zonder ondersteuning niet redt, valt onder de
Participatiewet. De wet moet ervoor zorgen dat meer mensen werk vinden, ook mensen met een
arbeidsbeperking.
Decentralisatie is dat steeds meer bevoegdheden en verantwoordelijkheden komen bij de gemeente
of andere instanties te liggen in plaats van bij de centrale overheid. De landelijke overheid stelt de
hoofdlijnen van de regelgeving vast in formele wetten, op decentraal niveau worden deze wetten
verder uitgewerkt in gemeentelijke verordeningen. Het idee is dat de gemeente dichterbij de burgers
staat en weet wat noodzakelijk is. Functionele decentralisatie: instantie voert een of meerdere
onderdelen uit in het gehele land (UWV, SVB, zorgverzekeraars). Territoriale decentralisatie: de
gemeente voeren meerdere onderdelen uit binnen de gemeente. SZW wetgeving is de fraudewet die
gemeente een boete kan geven indien er sprake is van fraude. De centrale raad van beroep CRVB
heeft als rechtspreken college de menselijke maat die aan de fraudewet zitten. ZZP’er kan niet
terugvallen op een regeling bij ziekte of arbeidsongeschiktheid (kostbare verzekering afsluiten).
Driedeling sociale zekerheid:
Heeft te maken met de kring van zekerheden, de financiering (wie betaalt), de uitvoering, de
voorwaarden (hoogte en duur uitkering) publieke sociale zekerheid:
- Werknemersverzekering: verplichte verzekeringen. WW, ZW en (vroeger WAO) WIA.
Werknemers/ werkgevers betalen premie, hoogte afhankelijk van dagloon (afgelopen jaar
gemiddeld per dag verdiende salaris). Duur beperkt en op grond van werkverleden.
Uitgevoerd door UWV.
- Volksverzekeringen: verplichte verzekeringen. AOW, wet langdurige zorg WLZ, algemene
nabestaandenwet (ANW) en de ZVW. AOW vanaf 16 jaar 2% opbouw systeem. Gefinancierd
door iedereen die de inkomstenbelasting betaald. Uitgevoerd door sociale verzekeringsbank
(aow & ANW) de zorgkantoren (WLZ) en de zorgverzekeraars (ZVW). Hoogte gerelateerd aan
minimumloon. Duur niet afhankelijk van arbeidsverleden.
- Sociale voorzieningen: voorziening betaald uit algemene middelen. Bijstand (participatiewet)
algemene kinderbijslagwet (AKW) wet inkomensvoorziening ouderen (IOAW) toeslagenwet
(TW) de wet arbeidsongeschiktheidsvoorzieningen jonggehandicapten (WAJONG) en de
WMO, kind gebonden budget (KGB). Iedereen in Nederland is rechthebbende. Uitvoering
door gemeente of UWV en SVB. Hoogte is afhankelijk van minimumloon en de leefsituatie.
De volksverzekering over werknemersverzekering gaat voor. De duur is beperkt, zolang het
inkomen onder het sociale minimum ligt.
Een bijstandsuitkering komt van pas als iemand geen of een te laag inkomen heeft en ook geen
voldoende vermogen, participatiewet en wet werk en bijstand (WWB) van toepassing. Als iemand
geen noodzakelijke kosten betalen. Niet noodzakelijk: schadevergoeding, alimentatieplicht,
strafrechtelijk. Het sociale minimum van de uitkering is afhankelijk van de leefsituatie. Financiering
van de PW komt uit de belastingopbrengst. Eerst moet een beroep gedaan zijn op voorliggende
voorzieningen (AOW, WW of WIA, Studiefinanciering). Uitvoering van de PW wordt gedaan door
gemeenteraad (college B & W). De minister en inspectie van SZW houden toezicht op gemeente.
Door de afstemmingsverordening kan de gemeente een maatregel opleggen als de belanghebbende
zijn verplichting niet nakomt. De sancties die volgen zijn te vinden in de afstemming verordening
(maatregelenverordening genoemd). Bij de re-integratieverordeningen zijn ondersteunende
middelen en voorzieningen opgenomen voor het begeleiden van mensen richting werk. Aanvraag
, meestal via UWV of direct de gemeente. De sociale dienst of afdeling sociale zaken van de gemeente
voert de wet uit namens college B & W. voor jongeren tot 27 jaar geldt een wachttijd van vier weken
om actief werk te zoeken dit wordt zoektermijn genoemd. Je moet in Nederland verblijven en later
ook niet Nederlanders die hier rechtmatig verblijven hebben recht op bijstand. Er bestaat ook geen
recht op bijstand voor het afbetalen van schulden kan wel overgegaan worden tot schuldsanering
door gemeente, detentie, voorliggende voorzieningen mogelijk, jonger dan 18 jaar. De
bijstandsgerechtigde krijgt dan een saneringskrediet om schulden af te lossen. Wordt onderscheid
gemaakt tussen gehuwdennorm of alleenstaandennorm. Er moet bekeken worden of er sprake is van
een gezamenlijke huishouding kan vastgesteld worden door een huisbezoek dat wel is aangekondigd.
Bijstand wordt verstrekt door de noodzakelijk kosten van bestaan. De kostendelersnorm houdt in dat
de bijstandsnorm per persoon lager is naarmate er meer personen in de woning aanwezig zijn en zij
ook met meer personen kosten kunnen delen. Het werk van een inwonend kind (onder 21 jaar) heeft
geen gevolgen voor het inkomen van de vader/ moeder. Individuele bijzondere bijstand wanneer er
sprake is van bijzondere noodzakelijke kosten. Algemene bijstand is het voorzien in
levensonderhoud.
Verschillende soorten rechtsgebieden: Recht is een verzamelnaam voor alle regels die er bestaan.
- Strafrecht
- Privaatrecht: regelt rechtsrelaties tussen personen onderling. Gaat tussen 2 personen,
overheid is gewone burger.
- Publiekrecht: regelt rechtsrelaties tussen overheid en burgers. Hoort ook staatsrecht bij.
- Bestuursrecht: aanvragen bij de overheid of deel die overheidstaken uitvoert (uwv, cbr).
Particulieren en de overheid of overheid en organisaties. Het sociaal zekerheidsrecht is een
onderdeel van het bestuursrecht.
- Burgerlijk recht: kopen, huren, familie, gezag, overheid niet bezig met het uitvoeren van
gezag. *Jeugdrecht: valt onder civiel recht & strafrecht