Begrippen Ontwikkelingspsychopathologie bij
kinderen en jeugdigen
Hoofdstukken 1, 2, 5, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15 en 16
ISBN: 9789046904947
Hoofdstuk 1 - Introductie
Ontwikkelingspsychopathologie De wetenschappelijke discipline die onderzoekt hoe psychische stoornissen
ontstaan en zich ontwikkelen
Kinderpsychiatrie Psychiatrische ziekten
Ontwikkelingsopgaven Uitgangspunt om de ontwikkeling van kinderen en jongeren te beschrijven. Het
gaat hierbij om leeftijdsfase gebonden opgaven zoals een veilige gehechtheid met
de ouders en het leren omgaan met leeftijdgenoten. Hiervoor zijn vaardigheden
nodig, wanneer een kind die niet goed ontwikkeld dan kan dat later tot problemen
leiden. Dit hang t niet alleen van het kind af want de opvoedings-vaardigheden zijn
nodig van de ouders voor het uitvoeren van de opvoedingstaken.
Kind gebonden factoren Sekse, leeftijd, intelligentie en impulsbeheersing
Ouder- en gezin gebonden factoren Opleiding, inkomen, opvoedingsvaardigheden en (lichamelijke en geestelijke)
gezondheid
Maatschappij- en omgeving Sociale ongelijkheid, welvaart, onderwijs, televisie en sociale media, culturele
gebonden factoren normen en waarden
Antropologie Culturele normen en waarden
Beschermende factor Factoren die een direct gunstige invloed hebben op de ouder-kindrelatie en
omstandigheden
DSM-5 Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders. Hierin worden de
kenmerken van psychische stoornissen beschreven aan de hand van de DSM-5
Epidemiologie Het voorkomen van ziekten en stoornissen onder de bevolking
Ontwikkeling Normale ontwikkeling: slapen, zindelijk worden, leren spreken en schrijven
Ontwikkelingsleeftijd Wanneer bepaald normaal gedrag voorkomt op een bepaalde leeftijd
Ontwikkelingspsychologie De normale ontwikkeling
Pedagogie De opvoeding
Psychische stoornis Geestesziekte
Psychologie (klinisch) De afwijkende ontwikkeling
Psychopathologie Is de studie van abnormaal gedrag of psychische ziekten
Psychiatrie Medische discipline die zich bezighoudt met onderzoek, diagnose en behandeling
van psychische stoornissen
Risicofactor Heeft een negatieve invloed op de (normale) ontwikkeling van een kind en
vergroot de kans op een stoornis. Beinvloed de beschermende factor en andersom
Sociologie Maatschappelijke processen
, Hoofdstuk 2 – Classificatie, diagnostiek en epidemiologie
Anamnese De voorgeschiedenis van de problemen in kaart brengen op grond van informatie die hij
krijgt van ouders en kind en zo nodig ook van andere betrokkenen. Soms wordt ook
aandacht besteed aan het gezin waar het kind deel van uitmaakt; gezinsanamnese
Betrouwbaarheid Betrouwbaarheid is wanneer meerdere onderzoekers onafhankelijk van elkaar dezelfde
conclusie hebben over een diagnose. Wanneer verschillende onderzoekers het met
elkaar eens zijn wordt dit interbeoordelaarsbetrouwbaarheid genoemd. Wanneer één
hulpverlener een uitspraak doet en die blijft een periode geldig, dan spreken ze van test-
her-testbetrouwbaarheid
Categorieën Manieren waarop we mensen kunnen indelen zoals geslacht, lengte, huidkleur, afkomst
enz. Daarnaast ook personen met en zonder psychische stoornis. Een etiket als een
psychiatrisch etiket kan stigmatiseren; kinderen en volwassenen worden nagewezen
omdat zij of hun kinderen een stoornis hebben
CBCL (Child Behaviour Een zelf-invullijst om te kunnen vaststellen in welke mate een psychisch kenmerk of
Checklist) probleem aanwezig is
Classificatie Is een persoon/voorwerp of situatie herkennen, er een naam aan geven en indelen in
een categorie
Classificeren Het in kaart brengen van mogelijk problematisch gedrag
Comoborditeit Meerdere stoornissen tegelijk
Diagnostiek Hierbij gaat het om 3 vragen → 1. Waarom heeft dit kind deze klachten op dit moment
gekregen? 2. Waarom blijven juist deze problemen en klachten bestaan? 3. Wat zegt het
over dit kind en zijn gezin dat deze problemen zijn ontstaan en blijven bestaan?
Diagnose Een aanzet om te kunnen verklaren en begrijpen wat hulpverleners zien bij een kind.
Hiervoor maken ze gebruik van wetenschappelijke inzichten zoals het bi psychosociale
model, het model van risicofactoren en beschermende factoren en inzichten uit de
psychologie, pedagogie, psychiatrie of andere wetenschappen die voor een specifiek
probleem relevant zijn. Voorbeeld hiervan is kennis over slaapprocessen die kan worden
gebruikt voor het begrijpen en verklaren van het ontstaan van een slaapstoornis
Diagnostische methode Hiermee worden psychische problemen in kaart gebracht. Hiervoor zijn 4 methoden → 1.
Het diagnostische gesprek (het belangrijkste instrument bij classificatie en diagnostiek) 2.
Observeren (doelgericht, opzettelijk en systematisch waarnemen) 3. Psychodiagnostiek
(onderzoek door een gespecialiseerde psycholoog en maakt gebruik van vragenlijsten,
testen en beoordelingsschalen) 4. Lichamelijk onderzoek, bloed- of urineonderzoek
Diagnostisch interview De hulpverlener stelt een aantal gestandaardiseerde vragen van een vragenlijst zoals
DISC (Diagnostic Interview Schedule for Children, daarbij moeten ouders en kind kiezen
uit een beperkt aantal antwoord categorieën
Dimensionale benadering De DSM-5 bevat categoriale en dimensionale indelingen. Bij een categoriale indeling gaat
men uit van wel of niet: symptomen zijn wel of niet voldoende aanwezig. Bij een
dimensionale indeling gaat het om de mate van ernst: die is afhankelijk van de ernst van
de symptomen en de hoeveelheid symptomen
Epidemiologie Onderzoek naar het voorkomen van en de verspreiding van psychische en lichamelijke
ziekten onder de bevolking. Onderzoekers proberen een samenhang te vinden tussen het
voorkomen van een stoornis en specifieke factoren, door iemand naar bepaalde
ervaringen en of gedrag te vragen
Functietest Worden gebruikt bij psychodiagnostiek, het zijn testen die bijvoorbeeld intelligentie,
concentratie en geheugen meten
Gedragssymptomen Symptomen beschrijven een stoornis, ze verklaren die niet
Gezinsonderzoek Gezinsonderzoek en ouderschapsonderzoek kunnen uitwijzen of er een wisselwerking is
tussen het gezin functioneren respectievelijk het functioneren van de ouders en de
problemen die het kind heeft.
Incidentie Het aantal nieuwe ziektegevallen in een bepaalde periode (meestal een jaar)
,Informanten Kinderen, ouders en andere belangrijke betrokkenen. Elke informant is een bron van
aanvullende informatie waar de hulpverlener zijn voordeel mee kan doen.
Interpreteren Voorbeeld: wanneer noemen we een meisje een vrouw? Wanneer ze 18 is of
menstrueert? Dit is vaak cultuurgebonden
Lichamelijk onderzoek Alleen de arts mag lichamelijk onderzoek doen en bloed- of urineonderzoek aanvragen.
Zult onderzoek wordt gedaan om uit te sluiten dat een psychisch probleem eigenlijk een
lichamelijk probleem is, voorbeeld is zindelijkheidsproblemen, voedingsproblemen en
eetstoornissen. Bij kinderen die medicatie slikken, zoals Ritalin bij ADHD, kan lichamelijk
onderzoek nodig zijn om ongewenste effecten te controleren
Observatie Observeren is doelgericht, opzettelijk en systematisch waarnemen
Prevalentie Het percentage van een groep kinderen of volwassenen dat een bepaalde stoornis heeft
op een bepaald moment in de tijd
Projectieve test Hierbij wordt gebruik gemaakt van plaatjes, een voorbeeld hiervan is de rorschachtest- of
vlekkentest. Wat de testen meten is onduidelijk en het gebruik van deze testen is
omstreden
Psychodiagnostiek Onderzoek dat wordt gedaan door een gespecialiseerde psycholoog. Deze maakt gebruik
van vragenlijsten, testen en beoordelingsschalen
Validiteit Een betrouwbare uitspraak hoeft niet altijd valide/geldig/waar te zijn (bijvoorbeeld dat
iemand de taal niet goed begrijpt kan door de ene hulpverlener worden gezien als een
lichte verstandelijke handicap terwijl als je de jongen thuis zou opzoeken zie je dat hij
volop mee praat omdat hij een taalachterstand heeft en zijn ouders geen Nederlands
spreken). Een hulpverlener moet altijd kijken naar specifieke kenmerken zoals
ontwikkelingsfase en culturele achtergrond
, Hoofdstuk 5 – Slaapstoornissen en slaapproblemen
Actieve slaap De remslaap is eigenlijk de actieve slaap.
Ademhalingsgerelateerde Slaapapneu is een ademhaling gerelateerde slaapstoornis. Het stokken van de
slaapstoornis ademhaling is kenmerkend. Komt voor bij kinderen tussen de 2 en 6 jaar omdat de
amandelen relatief groot zijn ten opzichte van de luchtwegen en daardoor de
luchtwegen kunnen versperren. Het verwijderen van de amandelen is voldoende.
Dikke kinderen kunnen ook slaapapneu krijgen doordat extra kilo’s kunnen leiden
tot een versperring van de luchtwegen. Pasgeborenen of premature zuigelingen
kunnen last hebben van slaapapneu door onrijpheid van de (ademhaling)hersenen
Biologische klok Interne biologische klok voor het afstellen van hartslag, lichaamstemperatuur en
bloeddruk
Bruxisme Tandenknarsen tijdens de slaap, gaat meestal vanzelf over. Het kan nadelig zijn
voor het gebit en hoofdpijn veroorzaken
Circadiaans ritme De biologische klook voor ons slaap- en waakritme, een ritme van een dag
Circadianeritme-slaap-waakstoornis De slaapcyclus is niet goed afgestemd op de 24 uurscyclus. De slaapkwaliteit is
goed maar het slapen gebeurt op verkeerde tijden
Doorslaapstoornis Als het kind driemaal per nacht of vaker twintig minuten wakker is, of na het
wakker worden door de ouders in bed wordt genomen. De problemen moeten zich
5 keer pers week gedurende minimaal 4 weken voordoen wil er sprake zijn van een
stoornis
Dyssomnia Slechte slaap, het slaapproces is verstoord. Dyssomnia ’s hebben vormen van
slechte slaap: 1. Insomniastoornis, 2. Slaapapneu, 3. Hypersomnolentiestoornis, 4.
Narcolepsie, 5. Circadianeritme-slaap-waakstoornissen
Executieve functies Planning, concentratievermogen, geheugen en gedragsregulatie zijn de
zogenoemde executieve functies
Extinctieprocedure Een behandeling van insomnia met behulp van gedragstherapie. Oplossing voor
het onbedoeld in stand houden van slaapproblemen door ouders is negeer het
gedrag van het kind. Een goed uitgevoerde extinctieprocedure verhoogt op termijn
de veiligheidsgevoelens van moeder en kind met een succes te behalen van 80 tot
90 procent. Ouders die het moeilijk vinden om hun kind te negeren kunnen een
vorm van geleidelijke extinctie toepassen, waarbij ze wel even gaan kijken bij het
kind of alles nog in orden is maar het niet uit bed nemen. Het stukje komen kijken
moeten ze vervolgens steeds langer uitstellen.
Hypersomnolentiestoornis Slaapaanvallen overdag, zeldzaam bij kinderen en er is geen behandeling
Inslaapstoornis Als inslapen een halfuur of langer duurt
Insomnia Probleem met slaap te kort en uit zich d.m.v. 1. Inslaapproblemen, 2.
Doorslaapproblemen, 3. Te vroeg wakker worden, 4. Niet uitgerust zijn, 5. Moeite
hebben met concentratie, aandacht en dingen onthouden, 6. Een negatieve
stemming hebben, 7. Gedragsproblemen vertonen (hyperactiviteit, agressie,
impulsiviteit), 8. Slechter presteren op school (oudere kinderen). Insomnia gaat
vaak samen met conflicten en vragen om aandacht of troost. Behandeling kan zijn:
cognitieve gedragstherapie en ontspanningstechnieken, de extinctieprocedure en
de stimuluscontroletechniek.
Komt het meeste voor bij kinderen met ASS (autismespectrumstoornis) en op een
extreme manier: de inslaap- en doorslaapproblemen kunnen uren duren. Ook hier
zou een verstoorde melatonineproductie de boosdoener zijn. Daar komt bij dat
kinderen met ASS extreme en onverklaarbare angsten kunnen hebben en erg
gevoelig zijn voor de verstoring van rituelen, dus ook voor de verstoring van een
slaapritueel
Kataplexie Is een acute verslapping van de skeletspieren die tijdens het bewustzijn
plaatsvindt. Dit kan variëren van een lichte zwakheid (zoals slapheid bij hals of