Volledige samenvatting blok 1.4 (Bachelor Pedagogische
Wetenschappen)
Let op: in deze samenvatting staan doelstellingen van het NVO tentamen voor pre-master
studenten aangezien zij blok 1.4 van de Bachelor Pedagogische wetenschappen later dan de reguliere
studenten hebben gekregen. Echter komt de stof volledig overeen dus is deze samenvatting volledig
bruikbaar voor eerstejaars bachelor studenten.
3c. Een beschrijving en evaluatie te geven van de psychoanalytische benadering van
persoonlijkheid (Freud) (probleem 1 van blok 1.4)
3. Ontwikkeling identiteit
Literatuur doelstelling 3c:
- Cervone & Pervin (2014). Personality Theory and Research. Chapter 3 A PSYCHODYNAMIC THEORY:
FREUD'S PSYCHOANALYTIC THEORY OF PERSONALITY(pp. 67-101).
Wat houdt de theorie van Freud in?
Algemeen = Sigmund Freud (arts, invloed persoonlijkheidspsychologie)
Basis van visie van Freud = dat persoonlijkheid een verzameling van processen zijn.
→ Deze processen zijn altijd in beweging: psychodynamische visie (processen die tegen elkaar
ingaan/vechten om controle te hebben over iemand zijn gedrag).
- Mensen zijn dus psychodynamisch: processen opgeslagen en in beweging/tegenwerken.
- Gedrag wordt gestuurd door onbewuste processen zoals ervaringen door lust, agressie,
normen en waarden. Seksuele en agressieve drang (nature).
- Self-defense is van belang. Vanuit de omgeving drang in toom houden (nurture).
➔ Hieruit ontstond de Psychoanalytische theorie van Freud
*Energiemodel van Freud
Freud zag de hersenen(geest)/het lichaam als een mechanisch energiesysteem (energie kan omgezet
worden maar niet vernietigd). Energie wordt volgens Freud niet alleen opgeslagen maar is ook actief.
Hij baseert zich op 3 basisideeën:
1) Er is beperkte hoeveelheid energie: wanneer veel energie gebruikt is voor een bepaald doel
blijft er minder over voor andere doeleinden.
2) Energie kan geblokkeerd worden van expressie, maar het gaat dan niet weg: in plaats
daarvan moet de energie op een andere manier geuit worden op een plek met de minste
weerstand.
3) De hersenen/geest willen met functioneren een staat van rust bereiken: dus energie moet
geuit worden, zodat de spanning ervan wegvalt en er rust is (lichamelijke behoeften).
Doel is genot (als resultaat van daling spanning of vrijlating van energie)
In de psychoanalyse blijft energie behouden in de geest en wordt onder speciale omstandigheden
vrijgelaten. Hoe dit gebeurt staat centraal in de psychoanalytische theorie van Freud.
Gedrag wordt bepaald door mentale motiverende oorzaken → Motivationele determinisme.
Deze oorzaken van gedrag staan buiten bewuste.
*The Topographical Model of Mind = hoe hersenen volgens Freud georganiseerd zijn
De geest/hersenen bestond uit drie delen:
1. Bewustzijn / conscious: houdt bewuste ervaringen/gedachten van nu vast.
, Voorbeeld: deze leerstof.
2. Voorbewuste / pre-bewuste / preconscious:
gebeurtenissen in het voorbewuste, gewone
geheugen, kunnen makkelijk in het bewuste worden
gebracht. Voorbeeld: telefoonnummer, herinnering.
3. Onbewuste/unconscious: niet direct toegankelijke
deel voor bewustzijn. Bevat verlangens, zoals driften,
gevoelens, ideeën die te maken hebben met pijn,
angst en conflicten.
Ze hebben onbewust invloed, ondanks niet directe
toegang (zijn onderdrukt), op onze gedachte,
gevoelens en gedragingen in het bewuste deel van
de hersenen.
Voorbeeld: traumatische ervaring.
→ Onbewuste was belangrijkste gedeelte van de geest (kern persoonlijkheid).
*The Structural Model van persoonlijkheid = ID, Ego en Superego (3 aspecten interacteren).
▪ ID (de oorspronkelijke persoonlijkheid): 0-18 maanden.
Alle geërfde, instinctieve en primitieve aspecten van een persoonlijkheid die aanwezig zijn
vanaf de geboorte (compleet onbewust).
- Impuls gedreven: vergaren plezier, vermijden pijn.
- Volgt het genotsprincipe (pleasure principle); dat aan een behoeften/instinctieve impulsen
meteen voldaan moeten worden, onmiddellijke spanningsverlaging ongedacht de gevolgen.
- Bevrediging van deze behoeften gaat via primaire proces; het ID vormt een beeld
(hallucinatie) van waar je naar verlangt of de actie uitvoeren (doen zonder nadenken),
waarna je korte wishfulfillment /behoeftebevrediging (zoals behoefte bevredigen door foto
te zien) ervaart.
- Onbevredigende behoeften veroorzaken spanning
→ Vanaf de geboorte aanwezig en ligt in het onbewuste gedeelde van de geest.
▪ Ego (persoonlijkheid houdt rekening met realiteit): 18 maanden – 3 jaar.
Probeert de gelijke impulsen van het ID op en effectieve/veilige manier uit te drukken
(rekening houden met omgeving en Ego is in staat om impulsen uit te stellen).
- Realiteitsprincipe; realiteit meenemen in je interne behoeften, je weegt actief af voor je
iets doet. Streeft naar realiteit van maximaal plezier en zo min mogelijk pijn.
- Marshmallow experiment; uitstel van bevrediging, omdat het dan beter uitkomt
(realititeit).
- Gebruik secundaire proces; verlangens ID omzetten naar acceptabele handelingen. Het
verbinden van een beeld aan echt voorwerp. Werkelijkheid en fantasie onderscheiden.
Realistisch, rekening houdend met tijd en ruimte.
- Geen rekening morele principes
, → Functioneert in bewuste en onbewuste gedeelte van de geest (mediator tussen ID-wereld)
▪ Superego (persoonlijkheid morele zin): 3-5 jaar.
Normen en waarden die de maatschappij en je ouder je bij brengen (interjection = opnemen
van deze waarden van ouders en maatschappij). Op die manier ontdekken wat goed/fout is,
om straf te voorkomen volgens de waarden van zijn ouders leven (morele aspecten gedrag).
Je impulsen op worden hierdoor op een moreel goede manier uitgedrukt.
- Introjection (internalisatie): interne representatie van morele regels van de externe sociale
wereld.
- Superego onderdrukt het onbewuste en zorgt dus voor goed gedrag.
→ Superego functioneert op alle drie de levels van het topografisch model (bewuste, pre-
bewuste en onbewuste) en heeft 2 delen;
1. Ego ideal: waar je naar moet streven, regels goed gedrag (waarden) die zijn opgeslagen /
bewuste: wat je wilt voorkomen, gedrag dat wordt afgekeurd door ouders/maatschappij
2. Conscience: wat je moet doen
Voorbeeld: straft je met schuldgevoelens als je iets doet wat niet moet.
→ Proberen om ID juist te laten denken, dan je Ego te forceren juist te handelen en ten
slotte de persoon naar perfectie te leiden.
3 doelen Superego
1) Impulsen van het ID voorkomen
2) Ego moreel laten handelen, niet rationeel
3) Streven naar perfectie
De drie krachten (ID, Ego en Superego) raken vaak in conflict met elkaar.
→ Ego strength: zo min mogelijk conflict en BALANS tussen de drie krachten.
Mensen, complexe energie systemen, waarbij energie werd opgewekt en geuit via biologische
processen (die werken via ID) → instincts & drives (aangeboren krachten die energie veroorzaken)
• Instincts =
- Life instints (eros): krachten die ervoor zorgen dat je overleeft, voortplant, reproduceren
en bevrediging krijgt. Dus leven of seksuele instincten → Libido (=seksuele driftenergie
opgewekt door het levensinstinct).
- Death instincts (thanatos): fundamentele krachten die ervoor zorgen dat je (uiteindelijk)
dood gaat/vernietigd wordt, naar levenloze staat.
→ Let op: Death instincts onderdrukt door eros, maar zijn er onbewust wel (Voorbeeld:
apoptosis=vernietiging van cellen).
→ Geloven dat ieder mens terug wil naar staat van rust/niets.
De energie van death insticts wordt onderdrukt door Eros en kan leiden tot catharsis.
Dit wordt vaak geuit in agressie.
Voorbeeld: seksuele/agressieve driften zijn aangeboren en moeten door de maatschappij
worden bedwongen m.b.v. sociale normen.
, • Deze instincten leiden tot driften (verlangen) en ontstaan energieën (die uitgedrukt worden
in combinaties of instinct kan worden aangepast)
• Drives = Er is een lichamelijke behoefte/verlangen aan iets en dit wordt mentaal aangegeven.
Energie vanuit drivers bouwt op totdat er een actie is die zorgt voor
ontspanning/drukverlaging.
(Hydraulic model: als er niet aan de drive wordt toegegeven zorgt dit alleen maar voor meer
spanning)
Wat is een catharsis?
Wanneer onbewust bepaalde krachten (drivers), worden geblokkeerd door andere krachten (eros die
death drive blokkeert) kan er energie die vrij is voor die krachten niet worden gebruikt.
Catharsis = De spanning van die energie zal zich dan opbouwen, tot er op een bepaald punt zoveel is
opgebouwd dat het uitbarst → Loslaten van emotie wanneer het niet langer kan worden tegen
gehouden → GEEN impulscontrole, ID neemt Ego en Superego over (directe behoefte bevrediging en
alle remming vanuit Ego of Superego valt weg).
Voorbeeld: agressie/emotionele verlossing. Na een uiting van agressie zou de spanning die was
opgebouwd weg moeten zijn en zou die persoon dus een lange tijd geen agressie/emotie meer
moeten vertonen (bijvoorbeeld traumatherapie).
Voorbeeld: opluchting voelen nadat je iemand kan slaan (opgehoopte spanning wegnemen door
emotionele ontlading na het loslaten van een impuls).
- Overcontrolled agressors houden hun agressie zo lang tegen dat een uitbarsting enorm heftig is.
➔ De theorie van catharsis wordt niet heel goed ondersteund omdat er ook veel bewijs tegen
te vinden is.
Wat is een Freudiaanse verspreking?
Manier om het onbewuste te ontdekken
➢ Vrije associatie; onbewuste wordt bewust doordat je meteen zegt wat er in je opkomt
(Onbewuste Impulsen). Zonder remming waardoor onbewuste bewust wordt gemaakt.
➢ Sarcasme; agressieve driften
In het dagelijkse leven
➢ Een freudiaanse verspreking/paradox wordt gemaakt doordat het onbewuste ineens tot
uiting komt en je daar toegang tot hebt.
Voorbeeld: Iemand heeft niet de intentie om iets uit te spreken maar vanuit het onbewuste
komt er een verspreking waar je geen controle over heb.
In dromen (verborgen vervulling van verlangen wat niet in de echte wereld kan plaatsvinden)
➢ Manifest inhoud (Zintuigelijke waarneming) beelden die je droomt, symbolische invulling
van latent content (welke wensen niet in het echt kunnen), de verhaallijn van een droom.
➢ Verborgen inhoud (Latent content): onbewuste gedachten, gevoelens en wensen achter
deze beelden, vorm van de droom. Deze vorm wordt beïnvloed door drie aspecten.
■ sensory stimulation (siren, storm etc)
■ current concerns (gevoelens, ideeën, gedachten, gebeurtenissen in het leven)
■ onbewuste impulsen (zoals trauma’s, die in wakker- bewustzijn worden geblokkeerd)