Maatschappijleer
Toetsweek 1
Wat is Maatschappijleer?
Hoofdstuk 1: waarom maatschappijleer?
Samengevat spreken we van een maatschappelijk probleem als:
1. Het gevolgen heeft voor grote groepen in de samenleving;
2. Mensen tegengestelde opvattingen hebben over de oorzaken en mogelijke
oplossingen;
3. Het veel aandacht krijgt in de media
4. Het alleen gemeenschappelijke kan worden opgelost, waardoor de overheid zich
ermee bezig moet houden.
De grootste tegenstellingen zie je terug op de volgende terreinen:
Politieke visie. Om het fileprobleem op te lossen willen automobilisten graag meer
en bredere snelwegen maar milieuactivisten willen juist goedkoper openbaar vervoer
Geloofs- of levensovertuiging. Gelovige mensen hebben vaak andere meningen over
bijvoorbeeld abortus en euthanasie.
Maatschappelijke positie. Een werkgever wil het liefst zo min mogelijk premies
betalen, terwijl iemand zonder werk belang heeft bij een goede uitkering.
Het is een politiek probleem, als de politici de oplossingen moeten bedenken. Politici en
Tweede Kamerleden maken bij allerlei kwesties een afweging en kiezen voor een bepaalde
oplossing. In veel gevallen is dit een compromis, een oplossing waarbij alle partijen een
beetje moeten toegeven.
We spreken van een dilemma als het gaat om een lastige keuze uit twee dingen die allebei
voordelen of juist nadelen heeft.
4 thema’s:
1. Rechtsstaat: In Nederland zijn alle burgers én overheid gebonden aan de regels van
de wet.
2. Parlementaire democratie: de bevolking beslist mee over wetten en regels
3. Pluriforme samenleving: de bevolking bestaat uit mensen met verschillende
leefwijzen en culturele achtergronden.
4. Verzorgingsstaat: de overheid zorgt voor de burgers (goed onderwijs, uitkeringen)
, Hoofdstuk 2: basisconcepten en sleutelvragen
Een waarde is een uitgangspunt of principe dat mensen belangrijk vinden in hun leven.
Waarden leiden tot gedragsregels en zo’n regel noemoen we een norm. Een norm is dus een
gevolg van een waarde. Als je eerlijkheid (waarde) belangrijk vindt, volgt daaruit dat je niet
steelt en dat je ook van andere verwacht dat ze stelen (norm). Normen zijn regels over hoe
je je op grond van een bepaalde waarde behoort te gedragen.
Een norm is vaak een sociale verplichting die je wordt opgelegd door je omgeving.
Bijvoorbeeld niet voordringen bij de kassa. Als je je volgens deze normen gedraagt, wordt je
beloond met dat mensen je aardig zullen vinden enz. Als je je niet aan de bepaalde norm
houdt dan wordt er vaak wat van gezegd zoals bijvoorbeeld: ‘doe normaal joh’. We noemen
dit sociale controle, dat is de manier waarop mensen anderen stimuleren of dwingen zich
aan de normen te houden.
Je kunt de normen verdelen in geschreven en ongeschreven regels. Geschreven regels zijn
bijv. wetten of arbeidscontract. Ongeschreven regels zijn bijv. niet boeren aan tafel.
De waarden en normen van iemand hangen vaak samen met zijn belangen. Een belang is het
voordeel dat iemand ergens bij heeft. Vaak gaat het over een financieel voordeel, maar niet
altijd.
Macht omschrijven we als het vermogen om het gedrag of het denken van anderen te
beïnvloeden. Macht zie je bij een leraar die een leerling schorst, of een bekend iemand die
haar fans oproept om te demonstreren tegen politiegeweld in VS. We spreken van formele
macht als dit vaststaat in regels of wetten. Informele macht zijn bijv. vloggers. Mensen
kunnen macht uitoefenen als ze beschikken over machtsmiddelen: middelen waarmee je het
gedrag van anderen kunt beïnvloeden. Voorbeelden hiervan zijn: kennis, geld,
overtuigingskracht, iemands beroep of functie. Wanneer macht wordt geaccepteerd en
erkend spreek je van gezag als gelegitimeerde macht. Een directeur met gezag is iemand die
door de werknemers in het bedrijf wordt gewaardeerd.
Sociale ongelijkheid: een ongelijke verdeling van maatschappelijke kansen, inkomen, kennis
en politieke macht. Deze drie terreinen laten de volgende grote verschillen zien:
Maatschappelijke kansen: ouderen, nieuwkomers en mensen met een beperking
komen minder gemakkelijk aan een baan.
Inkomen: er zitten verschil tussen man en vrouw, maar ook betaald de ene baan
beter dan de ander.
Politieke macht: wie lid is van een politieke partij is, kan meer invloed uitoefenen
dan anderen.
Een sociale cohesie geeft aan hoe sterk mensen zich verbonden voelen met elkaar.
Discriminatie en racisme zijn slecht voor de sociale cohesie.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper elviravanherk. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,29. Je zit daarna nergens aan vast.