1 De financiële huishouding
1.1 Samenvatting
Definities: Betalen, sparen, ontsparen, lenen, investeren, inflatie, deflatie en stagnatie.
Economische kringloop: consumenten en producenten vormen samen een economische kringloop.
Er worden geld, goederen en diensten tegen elkaar uitgewisseld.
Identificatie: het bepalen van de identiteit van de klant door te vragen naar en het opnemen
van zijn identiteitsgegevens.
Verificatie: vaststellen dat de opgegeven identiteit van een natuurlijk persoon of rechtspersoon
overeenkomt met de werkelijke identiteit.
Identiteitsdocumenten: paspoort, ID-kaart en rijbewijs (ook wanneer uitgegeven door een EU
lidstaat, mits pasfoto), reisdocumenten voor vluchtelingen en vreemdelingen,
vreemdelingendocument. Voor organisaties: uittreksel Kamer van Koophandel.
* Rijbewijs alleen wanneer gegevens over verblijfsstatus en nationaliteit niet van toepassing zijn.
Financiële planning, prioriteren van doelstellingen consument:
- Noodzakelijke doelstellingen (hypotheek)
- Streefdoelstellingen (eerder stoppen met werken)
- Wensen (3x per jaar op vakantie)
Financiële planning, deelgebieden:
- Inkomensplanning (20-45 jaar)
- Vermogensplanning (45-65/67 jaar)
- Estate planning (65/67 jaar tot overlijden)
Levensfasen consument: start-up, expansie, rijpheid en teruggang.
Samenlevingsvormen:
- Ongehuwd samenwonen (wettelijk niets geregeld, geen juridische rechten en plichten).
- Huwelijk (gemeenschap van goederen, huwelijkse voorwaarden).
- Geregistreerd partnerschap (vader moet kind officieel erkennen).
Toestemmingsvereiste: art. 1:88 BW (beschermingsbeginsel: bij sommige rechtshandelingen is
toestemming van de echtgenoot vereist)
- Rechtshandelingen met betrekking tot de eigen woning (verkoop eigen woning of sluiten
hypotheek op de eigen woning (hoofdverblijf).
- Bovenmatige giften.
- Borg stellen of hoofdelijk medeschuldenaarschap aangaan.
- Overeenkomst van koop op afbetaling.
* Handelingen in strijd met bovenstaande zijn vernietigbaar.
Nalatenschap overleden persoon bestaat uit privé vermogen en gedeelte gemeenschappelijk
vermogen.
,Wettelijk erfrecht: geldt indien de erflater geen testament heeft opgesteld. De wet verdeelt de
erfgenamen in vier groepen. Alleen wanneer in een groep géén familielid aanwezig is, komt de
volgende groep in aanmerking.
- Groep 1: echtgeno(t)ot(e) en kinderen;
- Groep 2: ouders, broers en zusters
- Groep 3: grootouders
- Groep 4: overgrootouders
Over geldvordering van de kinderen wordt slechts beperkt rente vergoed. De rente hoeft pas te
worden betaald indien de wettelijke rente hoger is dan 6% (wanneer wettelijke rente 8% is, is ouder
2% rentevergoeding verschuldigd).
Wanneer kinderen onterft zijn, kunnen zij zich via rechtbank beroepen op hun legitieme portie.
Bedraagt de helft van het erfdeel waarop men volgens het wettelijk erfrecht recht op heeft.
Plaatsvervulling: als je ouders zijn overleden, kun je aanspraak maken op erfenis van je opa/oma.
Successiewet:
- Erfbelasting: wordt geheven over alles wat krachtens erfrecht wordt verkregen.
- Schenkbelasting (en gift): wordt geheven over al wat door schenking wordt verkregen.
Tussen de 18 en 40 jaar kun je een beroep doen op de verhoogde vrijstelling.
Inkomstenbelasting
- Box 1: inkomen uit werk en woning.
- Box 2: inkomen uit aanmerkelijk belang (min. 5% van de aandelen in een BV of NV).
- Box 3: inkomen uit sparen en beleggen.
1.2 Drill
Uitsluitingsclausule: wanneer je een schenking onder uitsluitingsclausule ontvangt, blijft de schenking
gedurende het huwelijk in het privévermogen. Dus ook al ben je in gemeenschap van goederen getrouwd! Bij
overlijden van de erflater bedraagt de nalatenschap 1/2 van de gemeenschap + 100% privévermogen.
Henk Andriesen verstrekt je een schema met daarin de rentestanden van het afgelopen jaar. Hij vraagt aan jou
uit te zoeken hoeveel je meer/ minder betaalt aan variabele rente ten opzichte van de vaste rente in het
afgelopen jaar.
Lening € 100.000.
Rente 1 jaar vast afgelopen jaar: 3,4%.
Variabele rente afgelopen jaar:
1e kwartaal: 2,9%, 2e kwartaal: 3,1%, 3e kwartaal: 3,6%, 4e kwartaal: 3,4%.
Indien Henk had gekozen voor een vaste rente van 3,4% was hij op jaarbasis € 3.400 aan rente kwijt.
Indien hij had gekozen voor variabele rente: (3/12 * 2,9%) + (3/12 * 3,1%) +(3/12 * 3,6%) + (3/12 * 3,4%) * €
100.000 = € 3.250.
Henk zou dus € 150 op jaarbasis goedkoper uit zijn als hij gekozen had voor variabele rente.
, In de wet zijn bepalingen opgenomen waar alle gehuwden en geregistreerde partners mee te maken hebben.
Deze bepalingen gelden ongeacht het huwelijksgoederenregime. Dit beschermingsartikel in de wet betreft de
volgende rechtshandelingen: rechtshandelingen met betrekking tot de eigen woning en daarbij behorende
inboedel, bijvoorbeeld:
- verkoop van de woning;
- bovenmatige giften;
- het zich, anders dan uit hoofde van beroep of bedrijf, borg stellen of hoofdelijkheid aangaan;
- overeenkomsten van koop of aanbetaling tenzij uit hoofde van beroep of bedrijf.
Toestemmingsvereiste: in het beschermartikel is bepaald dat voor bepaalde rechtshandelingen de
toestemming van de echtgenoot of geregistreerd partner is vereist, waarbij het geen verschil maakt of er
sprake is van privévermogen of van gemeenschappelijk vermogen= Toestemmingsvereiste, artikel 1:88
Burgerlijk Wetboek.
Groepen erfgenamen:
Volgens het wettelijk erfrecht, van toepassing als iemand geen testament heeft op laten stellen, zijn er vier
groepen van erfgenamen:
1. Echtgenoten / geregistreerde partners en hun kinderen
2. Ouders broers en zusters
3. Grootouders
4. Overgrootouders Samenwoners vallen hier dus niet onder.
Samenwoners vallen hier dus niet onder.
Box 1:
Box 1 betreft het inkomen uit werk en woning en bestaat uit de volgende inkomensbestanddelen:
- inkomsten uit onderneming;
- inkomsten uit dienstbetrekking;
- resultaat uit overige werkzaamheden;
- inkomsten uit eigen woning;
- periodieke uitkeringen en verstrekkingen.
Bijtelling:
Het is van belang dat Rashid jaarlijks minder dan 500 kilometer privé rijdt. Hij dient alles bij te houden in zijn
kilometeradministratie.
Waaruit bestaan de belastbare inkomsten uit eigen woning?
De belastbare inkomsten uit eigen woning bestaan uit de voordelen uit de eigen woning verminderd met de op
die voordelen drukkende kosten. Eigenwoningforfait + voordeel uit KEW, SEW of BEW -/- aftrekbare kosten
(hypotheekrente en aflsluitkosten verkrijgen hypotheekbox 1)
Bij de wettelijke verdeling krijgen de kinderen Tarkan en Mehmet een geldvordering op hun moeder Meryem.
De wettelijke rente bedraagt op dit moment 8%.
Wat is juist?
Indien de wettelijke rente hoger is dan 6% dient het meerdere als vergoeding over de vordering.
(Inflatiecorrectie). De verschuldigde rente wordt dus ieder jaar opnieuw berekend t.o.v. de dan wettelijke
rente. Op grond van het wettelijk erfrecht kunnen de kinderen de vordering (inclusief eventuele rente) opeisen
bij overlijden, faillissement of wanneer de langstlevende betrokken is in een schuldsaneringsprogramma.