Hoorcollege week 8 Schade en sancties
Aansprakelijkheid
aan de eisen van 6:162 is voldaan
• onrechtmatigheid
• toerekenbaarheid
• schade
• causaal verband
=> kwestie van alles of niets; wel of niet onrechtmatig
Schade
• aparte regeling ex art. 6:95 en volgende
• geen definitie van het begrip schad
• Hijma/Olthof nr. 391 => schade is wat voor vergoeding in aanmerking komt
• Verbintenissen uit de wet en Schadevergoeding nr. 199 => we kunnen zonder
definitie
Definitie schade
• schade is vermindering van een object, vermogen, of iets anders
• schade is nadeel
• schade is de toestand zonder de schadeveroorzakende gebeurtenis in vergelijking
met de situatie waarin deze wel heeft plaatsgevonden
schade die voor vergoeding in aanmerking komt
art. 6:95
• De schade die op grond van een wettelijke verplichting tot schadevergoeding moet
worden vergoed, bestaat in vermogensschade en ander nadeel [smartengeld;
limitatief opgesomd], dit laatste voor zover de wet op vergoeding hiervan recht
geeft
art. 6:96 lid 1
Vermogensschade omvat zowel geleden verlies als gederfde winst
art. 6:96 lid 2
Als vermogensschade komen mede voor vergoeding in aanmerking
a. redelijke kosten ter voorkoming of beperking van schade die als gevolg van de
gebeurtenis waarop de aansprakelijkheid berust, mocht worden verwacht
b. redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid
c. redelijke kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte
art. 6:97
De rechter begroot de schade op de wijze die het meest met de aard ervan in
overeenstemming is. Kan de omvang van de schade niet nauwkeurig worden
vastgesteld, dan wordt zij geschat
HR Baby Kelly 2005
• fout verloskundige: wrongful life
• zonder fout zou het kind niet hebben geleefd
• materiële schade = opvoeding, verzorging, bestrijden handicaps en smartengeld
- moeder
- vader
,- kind
HR Wrongful Birth 1997
• nalaten spiraaltje terug te plaatsen; mislukte sterilisatie
• kosten van opvoeding van het kind tot het 18e jaar: schade?
• voor: wettelijk stelsel & vermogensschade
• tegen: kind als schade? & kwetsend voor kind?
• => aanvaard dat met een gewenst kind, maar gebrekkig handelen van de arts, kind
als schade post wordt onderkend => volgen van wettelijk stelsel
Bijzondere soorten schade
• immaterieel (art. 6:106)
• onder omstandigheden kan immateriële schadevergoeding worden toegekend:
• eisen smartengeld:
- vergoeding is mogelijk als de benadeelde geestelijk letsel heeft opgelopen
(r.o. 2.13.2 arrest Aardbevingsschade)
- of als de aard en de ernst van de normschending en van de gevolgen
meebrengen dat sprake is van een aantasting in de persoon op andere wijze
(r.o. 2.13.2 arrest Aardbevingsschade); dat moet van geval tot geval worden
beoordeeld
- de rechtbank zou wel kunnen beslissen dat alle bewoners van een specifiek
getroffen gebied boven he Groningenveld ten minste een bepaald bedrag aan
immatariële schade hebben geleden en vergoeding daarvan kunnen vorderen
• lichamelijk of geestelijk stelsel (art. 6:107-107a)
• overlijden (art. 6:108)
• sinds 2019: affectieschade van naasten ex art. 6:107 lid 1 onder b & art. 6:108 lid 3
=> bedragen genoemd in algemene maatregel van bestuur
Schade en voordeel
HR 8 juli 2016 - TenneT c.s./ABB c.s.
• door schadetoebrengend handelen van de ene partij, viel de andere partij voordeel
toe
• art. 6:100 BW => voordeel kan worden verrekend met de schade
• HR zegt twee routes bewandelen:
• route via alleen art. 6:97 => voordeel direct betrekken op de schade;
schadetoebrengend handelen heeft een bepaalde schade veroorzaakt, een bepaald
nadeel en ook een voordeel; door vergelijking van twee situaties:
- situatie zonder schadetoebrengend handelen
- situatie waarin sprake is van nadeel en van voordeel
- verschil is de aftreksom van het nadeel minus het voordeel => dat is dan de
omvang van de schade
• route via 6:97 en 6:100 => eerst concentreren op nadeel en dat begroten via art.
6:97, dan concentreren op voordeel en dat begroten via art. 6:100 => omvang van
de schade is dan het nadeel minus het voordeel
Schadevergoeding
causaliteit: toerekening naar redelijkheid
condicio sine qua non (week 7) verondersteld
,• vroeger => omvang aansprakelijkheid beperkt tot het redelijkerwijs te verwachten
gevolg
• nu => toerekening naar redelijkheid ex art. 6:98, aan de hand van een multi-factor
benadering
• aard van aansprakelijkheid (verwachten we een verwijt, dan in ruimere mate
schade toerekening; gaat het om kwalitatieve aansprakelijkheid, dan mindere
schade toerekening dan wanneer sprake is van verwijt)
• aard gedraging
• aard schade (commerciële schade eerder grenzen stellen, letselschade eerder veel
schade toerekenen)
• voorzienbaarheid schade (onvoorzienbaar, dan geen rekening mee gehouden in
gedrag, dan eerder buiten toepassing laten in schadebegroting
Nieuwenhuis heeft voordeel voor toerekening naar redelijkheid omdat
aansprakelijkheidsnorm, het leed en de gedragingen van partijen hierbij aan de orde
worden gesteld; die rechters en partijen goed kunnen hanteren; tegenover een
algemene formule van schade die enkel voorzienbaar is
HR 19 juli 2019 (Aardbevingsschade)
• r.o. 2.4.1
• De eerste prejudiciële vraag stelt aan de orde of het voor de omvang van een
(eventuele) verplichting tot schadevergoeding een verschil maakt of
aansprakelijkheid berust op art. 6:177 lid 1 aanhef en onder b BW of op art. 6:162
BW
• r.o. 2.4.2
• Art 6:177 lid 1 aanhef en onder b BW, behelst een risicoaansprakelijkheid van de
exploitant van een mijnbouwwerk. Anders dan het geval is bij de toepassing van art.
6:162 BW doet voor het aannemen van die risicoaansprakelijkheid niet ter zake of
het ontstaan van de schade het gevolg is van een toerekenbare onrechtmatige daad
van de exploitant ….. de aard van de aansprakelijkheid is een van de gezichtspunten
die worden betrokken bij het bepalen van de omvang van een wettelijke
schadevergoedingsverplichting. Daaruit kan echter niet worden afgeleid dat de
omvang van een verplichting tot vergoeding van schade dieberust op een
risicoaansprakelijkheid, in het algemeen kleiner of juist groter is dan die van een
verplichting tot vergoeding van schade die berust op art. 6:162 BW. Welke gevolgen
het heeft voor de omvang van de schadevergoedingsverplichting dat zij berust op
een risicoaansprakelijkheid, hangt af van de aard en strekking van de desbetreffende
risicoaansprakelijkheid.
=> risicoaansprakelijkheid; dus geen toerekenbaarheid vereist
=> onrechtmatige daad; wel toerekenbaarheid vereist
• r.o. 2.4.4
• De hiervoor in 2.4.3 vermelde aard en strekking van art. 6:177 BW brengen mee dat
bij aansprakelijkheid op grond van die bepaling ruime toerekening van schade aan
de hand van art. 6:98 BW plaatsvindt, ook als de aansprakelijkheid niet tevens kan
worden gebaseerd op art. 6:162
=> aard en strekking van art. 6:177 brengen mee dat ook ruime toerekening van
schade ook als geen verwijt kan worden gevonden
• r.o. 2.4.4
• … Niet uitgesloten is echter dat desondanks in een concreet geval ten aanzien van
bepaalde schadelijke gevolgen moet worden geoordeeld dat zij niet op grond van
art. 6:277 in verbinding met art 6:98 als gevolg van bodembeweging aan de
exploitant kunnen worden toegerekend. Indien de exploitant in een zodanig geval
ook op grond van art. 6:162 BW aansprakelijk is, omdat hij een toerekenbare
, onrechtmatige daad heeft gepleegd, en die schadelijke gevolgen met die
onrechtmatige daad in conditio sine qua non-verband staan, is niet uitgesloten dat
die schadelijke gevolgen wel als gevolg van die onrechtmatige daad aan de
exploitant kunnen worden toegerekend
=> er kunnen redenen zijn dat het met de grondslag van art. 6:177 niet lukt, maar er
voor dat feit wel een verwijt kan worden gemaakt alsnog art. 6:162 kan worden
toegepast en bepaalde schade toch voor vergoeding in aanmerking komt
Eigen schuld
art. 6:101 lid 1
“Wanneer de schade mede een gevolg is van een omstandigheid die aan de
benadeelde kan worden toegerekend, wordt de vergoedingsplicht verminderd
door de schade over de benadeelde en de vergoedingsplichtige te verdelen in
evenredigheid met de mate waarin de aan ieder toe te rekenen
omstandigheden tot de schade hebben bijgedragen, met dien verstande dat een
andere verdeling plaatsvindt of de vergoedingsplicht geheel vervalt of in stand blijft,
indien de billijkheid dit wegens de uiteenlopende ernst van de gemaakte fouten of
andere omstandigheden van geval eist”
De Treek/Dexia
• rekening houden met schadeposten (rente & aflossing & restschuld)
• rekening houden met positie waarin klant zich verkeerde ten tijden van het aangaan
van de overeenkomst
• r.o. 5.6.1
• Indien het vorenbedoeld oorzakelijk verband tussen de onrechtmatige daad en de
schade kan worden aangenomen, zal op de voet van art. 6:101 BW dienen te worden
beoordeeld in hoeverre deze schade als door de afnemer zelf veroorzaakt voor zijn
rekening moet blijven.
• r.o. 5.6.2
• Daarbij zal als uitgangspunt kunnen worden gehanteerd dat de reeds betaalde
rente, aflossingen en eventuele kosten alsmede de restschuld mede het
gevolg zijn van aan de afnemer toe te rekenen omstandigheden, daarin
bestaande dat ui de effectenlease-overeenkomst voldoende duidelijk kenbaar was
dat werd belegd met geleend geld, dat de overeenkomst voorzag in een geldlening,
dat over die lening rente moest worden betaald en dat het geleende bedrag moest
worden terugbetaald, ongeacht de waarde van de effecten op het tijdstip van de
verkoop daarvan. Daarbij valt ook in aanmerking te nemen dat van de
afnemer mag worden verwacht dat hij alvorens de overeenkomst aan te
gaan, zich redelijke inspanningen getroost om de effectenlease-
overeenkomst te begrijpen. … Er zal dan grond zijn voor vermindering van de
vergoedingsplicht van de aanbieder in evenredigheid met de mate waarin de
aan de aanbieder en de aan de afnemer toe te rekenen omstandigheden
moeten worden geacht te hebben bijgedragen aan het ontstaan van deze
schade, en vervolgens zal moeten worden onderzocht of op grond van de billijkheid
een andere verdeling gerechtvaardigd is. Bij de toepassing van de maatstaf van art.
6:101 BW zullen fouten van de afnemer die uit lichtvaardigheid of gebrek aan inzicht
voortvloeien in beginsel minder zwaar wegen dan fouten aan de zijde van de
aanbieder waardoor deze in de zorgplicht is tekortgeschoten.
=> feit dat bank/aanbieder niet heeft gewaarschuwd, niet heeft afgeraden de
overeenkomst aan te gaan en geen onderzoek heeft gedaan naar de draagkracht van
de afnemer tellen zwaarder dan de lichtvaardigheid van contracteren aan de zijde van
de afnemer