100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 6&7 HAVO 5 (BIOLOGIE VOOR JOU) €3,39
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 6&7 HAVO 5 (BIOLOGIE VOOR JOU)

 0 keer verkocht

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 6&7 HAVO 5 (BIOLOGIE VOOR JOU)

Voorbeeld 2 van de 6  pagina's

  • 14 augustus 2021
  • 6
  • 2021/2022
  • Samenvatting
  • Middelbare school
  • HAVO
  • Biologie
  • 5
Alle documenten voor dit vak (2077)
avatar-seller
snwerkhoven
Samenvatting Biologie p3
Thema 6 & 7

6-1 Het ademhalingsstelsel van de mens
Voor het goed functioneren van gaswisseling zijn gezonde longen belangrijk. Gaswisseling
is de verplaatsing van de gassen zuurstof en koolstofdioxide tussen het inwendig en
uitwendig milieu, gebeurt door diffusie.
De neusholte is bekleed met neusslijmvlies, de buitenste laag cellen bestaat uit
trilhaarepitheel waar slijmproducerende cellen en trilhaarcellen voorkomen. Neusharen
houden grote ingeademde stofdeeltjes tegen en brengen het slijm naar de keelholte, daar
wordt het samen met speeksel doorgeslikt. De neusholte is verbonden met de bijholten in
de schedelbeenderen, ook bekleed met slijmvlies. Tussen de keelholte en de luchtpijp zit het
strottenhoofd, met de stembanden erin. (hoe strakker de stembanden, hoe hoger de stem)
Longen, bronchiën, bronchiolen, longblaasjes (hieromheen longhaarvaten)
In de wand van luchtpijp zitten kraakbeenringen. De wanden van bronchiolen hebben
spierweefsel, door de samentrekking en ontspanning kunnen ze zich vernauwen.
Onder invloed van het orthosympatische deel van het autonome zenuwstelsel en van
adrenaline worden de bronchiolen verwijderd.
Zuurstof wordt vervoerd door rode bloedcellen, bevat hemoglobine. Een hemoglobine
bestaat uit het eiwit globine en vier heemgroepen, die elk een ijzeratoom bevatten en aan
dat ijzer bindt een zuurstofmolecuul en ontstaat er oxyhemoglobine. Als dit gebeurt is, is de
hemoglobine verzadigd. Bloed met veel oxyhemoglobine is lichtrood (slagaders) en met
veel hemoglobine is donkerrood (aders).
Diffusie: Hb + O2 <=> HbO2 (evenwichtsreactie)

6-2 Longventilatie
Om longweefsel zit het longvlies, ligt tegen het borstvlies aan, zit aan de ribben en de
tussenliggende spieren. Longweefsel is elastisch en verkeert zich in een uitgerekte toestand.
De vliezen zitten tegen elkaar geplakt. De longen liggen in de borstholte, die aan de
onderkant begrensd is door het middenrif.
In de ruimte tussen longvlies en borstvlies zit een laagje vloeistof, hierdoor kunnen ze niet
van elkaar af gaan, maar wel schuiven. Bij een klaplong raken de longen los van het
borstvlies.
Longventilatie is het continu verversen van lucht. Bij ribademhaling (borstademhaling)
bewegen de ribben en het borstbeen en bij middenrifademhaling (buikademhaling)
beweegt het middenrif.
- Bij rustige inademing wordt de luchtdruk in de longblaasjes lager dan de druk van
de buitenlucht, de buitenste tussen- en middenrifspieren vergroten het volume van
de borstholte.
- Bij rustige uitademing wordt de luchtdruk in de longblaasjes hoger dan de druk van
de buitenlucht, de buitenste tussen- en middenrifspieren ontspannen zich.
- Bij diepe inademing gaan de ribben en het borstbeen nog verder omhoog en naar
voren, spieren in de hals trekken samen.
- Bij diepe uitademing trekken de binnenste tussenribspieren zich samen, waardoor
de borstkas veel kleiner wordt gemaakt.

6-3 Ademvolume en ademfrequentie

, Het ademvolume is 0,5 L per ademhaling. Lucht dat niet de longblaasjes bereikt, vermengt
zich met de uitgeademde lucht. 150 mL lucht bereikt alleen de dode ruimte en doet niet mee
aan de gaswisseling.
- Inspiratoir reservevolume: maximale inademing (3,1L extra)
- Expiratoir reservevolume: maximale uitademing (1,2L extra)
- Restvolume: de lucht die overblijft (1,2L blijft achter)
De vitale capaciteit is de maximale hoeveelheid lucht in één ademhaling. Hoe beter je
conditie, hoe meer je kunt in/uitademen.
De diepte en snelheid waarmee je ademhaalt, worden aangepast aan de omstandigheden
en geregeld door het ademcentrum in de hersenstam. Vanuit de chemoreceptoren
(zintuigcellen) gaan impulsen via zenuwen naar het ademhalingscentrum en vanuit daar
naar de ademhalingsspieren. De zintuigcellen kunnen het zuurstofgehalte en
koolstofdioxidegehalte waarnemen en regelen. Bij hyperventilatie is er teveel zuurstof in je
lichaam, door de versnelde ademhaling is het koolstofdioxidegehalte van het bloed lager dan
normaal. Emoties hebben invloed op je ademhaling, vanuit de grote hersenen kan je zelf je
ademfrequentie verhogen of vertragen. Een astma-aanval wordt veroorzaakt doordat het
spierweefsel in de wand van de bronchiolen zich sterk samentrekt, waardoor iemand erg
benauwd is.
Als er dus teveel zuurstof is, is er weinig koolstofdioxide, dan geven de zintuigcellen even
geen signalen door.

6-4 Lever
Leverlobjes ontvangen stoffen vanuit de leverslagader en poortader, ze geven stoffen af
naar de leverader, met aftakkingen van de galgang. Levercellen produceren gal, dat gal
wordt afgevoerd naar de galblaas en wordt daar tijdelijk opgeslagen.
Functies lever:
1. Het produceren van gal
2. Het afbreken van dode rode bloedcellen -> ontstaan galkleurstoffen (door
hemoglobine)
3. Het opslaan van vitaminen en mineralen (o.a. ijzer uit bloed)
4. Het handhaven van de glucoseconcentratie in het bloed door glucose opslag -> lever
speelt belangrijke rol bij koolhydraatstofwisseling in het lichaam
5. Eiwitstofwisseling, aminozuren uit darmen komen via de poortader naar de lever
6. Aminozuren kunnen worden afgebroken -> ammoniak -> ureum -> urine
7. Plasma eiwitten worden door de lever gemaakt
8. Vetstofwisseling -> niet-essentiële vetzuren kunnen worden gevormd uit andere
vetzuren
9. Het maken/afbreken van cholesterol, bij de afbraak ontstaan galzure zouten.
10. Ontgifting van het bloed door gifstoffen onwerkzaam te maken -> meegevoerd met
bloed en later in je urine uitgescheiden

6-5 De nieren en de urinewegen
De lever maakt gifstoffen minder schadelijk, deze stoffen komen in het bloed en worden in
de nieren uitgescheiden; urine. Door overtollig water/zout uit te scheiden kan de
osmotische waarde in je lichaam gelijk blijven.
Nefronen liggen in de nierschors/merg, hier wordt de urine in gevormd. Het bloed stroomt
via de nierslagader richting een nefron, komt nierkapseltje tegen en hierin vertakt de
slagader zich in een kluwen haarvaten; glomerulus. Hier is een erg hoge bloeddruk, omdat

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper snwerkhoven. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,39. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 64670 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€3,39
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd