Hoofdstuk 14
14.1
Zintuigcellen zijn gespecialiseerde cellen die reageren op een specifieke prikkel, de
adequate prikkel. Je twee evenwichtszintuigen bevinden zich in het inwendige deel van je
oren en registeren welke bewegingen je hoofd maakt (Binas 87D). Beide
evenwichtszintuigen bestaan uit een centraal deel, het vestibulum, en drie
halfcirkelvormige kanalen. Het vestibulum en de halfcirkelvormige kanalen zijn gevuld met
de vloeistof endolymfe. Over de stand van je hoofd ten opzichte van de zwaartekracht en
over een rechtlijnige versnelling krijg je informatie uit twee kleine zintuigorgaantjes in het
vestibulum: de maculae. De haarcellen (zintuigcellen) in een macula steken met lange ciliën
(zintuigharen) in een geleilaag met daar bovenop een laagje kalksteentjes, deze massa van
de kalksteentjes maakt ze gevoelig voor de zwaartekracht. Maculae reageren alleen op
veranderingen in je snelheid. Informatie over draaibewegingen van je hoofd, komt uit de
drie halfcirkelvormige kanalen die draaiingen in drie richtingen kunnen registreren. Elk
kanaal heeft aan de basis een knobbel met daarin haarcellen met lange ciliën. Die ciliën
steken in een geleiachtige massa, de capula, die vrij heen en weer kan bewegen door de
endolymfe. Aan het begin en einde van een draaiing bewegen de capulae door de trage
endolymfe ten opzichte van de wand van de kanalen. De ciliën buigen en de haarcellen
sturen impulsen naar het evenwichtscentrum in de hersenstam: je neemt waar dat je hoofd
draait (Binas 88C).
Zintuigcellen zijn receptorcellen waarmee je informatie kunt verzamelen. De zintuigcellen in
de cupulae en maculae van je evenwichtsorganen zijn mechanoreceptoren; ze zijn gevoelig
voor mechanische prikkels, zoals het buigen van de ciliën. Andere receptoren zoals die in je
huid reageren op temperatuursveranderingen: thermoreceptoren. Zintuigcellen in je neus
en tong reageren op bepaalde stoffen, het zijn chemoreceptoren. In je oog zitten
fotoreceptoren die reageren op licht. Receptorcellen hebben net zoals neuronen over hun
membraan een rustpotentiaal. Een adequate prikkel leidt in de cel tot een verandering van
de membraanpotentiaal door het openen of dichtgaan van ionpoorten. Bij chemoreceptoren
en fotoreceptoren spelen een signaalcascade en een secundaire boodschapperstof een rol.
De secundaire boodschapperstof bindt aan doelwitmoleculen op de ionpoorten die daardoor
open of dicht gaan. Is de prikkeldrempel (drempelwaarde) van het receptormembraan
bereikt, dan vindt een volledige depolarisatie plaats. De Ca²⁺-poorten openen en de Ca²⁺-
ionen stromen naar binnen waardoor de receptorcellen een exciterende neurotransmitter
lozen in een synaps met een sensorisch neuron. De hoeveelheid neurotransmitter die
vrijkomt bepaalt de impulsfrequentie die ontstaat in het sensorische neuron. Pijnreceptoren
zijn zenuwceluiteinden die reageren op prikkels die schade kunnen geven zoals een te hoge
temperatuur of een te hoge druk. Ze geven hun informatie via het ruggenmerg door aan
pijncentra in de grote hersenen.
Door een langdurige constante prikkel kan de prikkeldrempel van een receptorcel
omhooggaan, de receptorcel reageert dan minder op de adequate prikkel. Dit heet
gewenning of adaptie. Oppervlakkige tastzintuigjes in de huid vertonen heel snel adaptatie
terwijl dieperliggende drukzintuigcellen weinig adaptatie vertonen. Pijnzintuigjes vertonen
, geen gewenning. Je evenwicht bewaren vereist een heel proces: De maculae registreren dit
en geven informatie door aan het evenwichtscentrum in de hersenstam. In combinatie met
informatie uit andere organen kan het centrum je evenwicht regelen, waarbij ook de kleine
hersenen helpen: ze koppelen de informatie door naar diverse spieren zodat ze op tijd
kunnen bijsturen.
14.2
Je kunt geluid zowel bewust als onbewust filteren: bewust, door je alleen op hetgeen wat je
wilt horen te concentreren en onbewust doordat je thalamus in de hersenen
achtergrondruis niet laat doordringen tot je auditieve schors (Binas 88C). De hersenen
verzwakken bepaalde toonhoogtes in het oor en dragen ze op die manier bij aan het
onderdrukken van achtergrondruis. De haarcellen (zintuigcellen) in het oor zelf zijn
mechanoreceptoren met lange ciliën, die beschadigd kunnen raken door veel lawaai of
slijtage.
De adequate prikkel voor de haarcellen uit een menselijk oor bestaat uit trillingen met
frequenties van ongeveer 20 tot 20000 Hz. Spraak bestaat vooral uit frequenties tussen 200-
2800 Hz. De oorschelp vangt de geluidstrillingen op en geleidt ze via de gehoorgang het oor
in. De oorschelp en gehoorgang vormen samen het buitenoor (Binas 87D). De trillingen
bereiken aan het einde van de gehoorgang het trommelvlies. Het trommelvlies trilt mee met
de luchttrillingen, dit gebeurt op zijn best als de luchtdruk in het buitenoor gelijk is aan die in
de ruimte aan de andere kant van het trommelvlies: het middenoor. Het opheffen van een
mogelijk drukverschil gaat via de buis van Eustachius, die van het binnenoor naar de
keelholte loopt. Een deel van het geluid verplaatst zich niet via het trommelvlies maar via de
schedelbeenderen: dit is het deel dat je nog steeds hoort als je verkouden bent en geeft
muziek via oortjes een rijkere klankkleur. In het middenoor zijn drie gehoorbeentjes
verbonden met het trommelvlies: Hamer, aambeeld en stijgbeugel. Deze beentjes nemen
de trillingen van het trommelvlies over, versterken ze en geven ze door aan het binnenoor.
In het binnenoor bevindt zich een orgaan dat de vorm heeft van een slakkenhuis. Binnenin
dit orgaan zitten zintuigcellen die reageren op trillingen. De stijgbeugel geeft de trillingen
door via een elastisch membraan in de wand van het slakkenhuis, het ovale venster. Deze is
kleiner dan het trommelvlies waardoor het ovale venster sterker trilt: dit zorgt ervoor dat de
vloeistof in het slakkenhuis in trilling wordt gebracht. Op een doorsnede van het slakkenhuis
zijn drie kanalen te zien; de twee grootste kanalen vormen samen één doorlopend kanaal
dat van het membraan van het ovale venster via de top (midden) van het slakkenhuis
(voorhoftrap) en terug (trommelholtetrap) maar het membraan van het ronde venster. Het
ovale en het ronde venster geven de nodigen bewegingsruimte waardoor de vloeistof kan
bewegen en de trillingen zich kunnen verplaatsen van het ovale naar het ronde venster. Het
kleine, middelste kanaal tussen beide grote kanalen (slakkenhuisgang) bevat endolymfe: een
vloeistof met K⁺-ionen die verantwoordelijk zijn voor het depolariseren van de haarcellen.
De grote kanalen zijn gevuld met perilymfe, een vloeistof die lijkt op een extracellulaire stof.
In het kleine middelste kanaal laten trillingen het basilaire membraan bewegen. Over het
basilair membraan loopt het orgaan van Corti, een langgerekte strook met haarcellen met
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper larastuifzand. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.