100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Biologie Voor Jou VWO 4 Thema 3 Genetica €2,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Biologie Voor Jou VWO 4 Thema 3 Genetica

3 beoordelingen
 70 keer bekeken  8 keer verkocht

Samenvatting van Biologie Voor Jou Thema 3 Genetica. Inclusief behulpzame afbeeldingen. Belangrijke termen zijn dikgedrukt. Handig ter voorbereiding op proefwerken, ideaal om alle stof te herhalen ter voorbereiding op de eindexamens! Zie ook mijn overige samenvattingen van de Biologie Voor Jou m...

[Meer zien]

Voorbeeld 2 van de 6  pagina's

  • Nee
  • Thema 3 genetica
  • 2 september 2021
  • 6
  • 2017/2018
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (5574)

3  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: mmerkan • 1 maand geleden

review-writer-avatar

Door: romaissaaddouiri • 1 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: fatmadurgut • 2 jaar geleden

avatar-seller
LukevdW
Thema 3 Genetica
Paragraaf 3.1 Fenotype en genotype
Genetica: erfelijkheidsleer
Fenotype: alle waarneembare eigenschappen van een individu. Het fenotype wordt bepaald door het
genotype en milieufactoren. Een verandering door milieufactoren noemen we een modificatie.
Genotype: de informatie voor alle erfelijke eigenschappen van een individu
Een aangeboren afwijking of aandoening is als de aandoening, afwijking of ziekte is ontstaan in het
milieu van de baarmoeder. Als deze echter genetisch is doorgegeven via de ouders, is het een
erfelijke ziekte of aandoening.
Chromosomen komen in paren voor. Als ze op grootte worden gerangschikt, heb je een karyogram.
Deze rangschikking in een cel heet het karyotype.
Autosomen: de chromosomenparen
Homologe chromosomen: twee dezelfde chromosomen
Geslachtschromosomen: bepalen het geslacht
Gen: een deel van een chromosoom dat informatie voor een of meerdere of een deel van een
erfelijke eigenschap bevat


Chromosomen
Een chromosoom bevat één lange molecuul van DNA en veel eiwitten. Het DNA-molecuul bestaat uit
twee ketens die in een dubbele spiraal zitten. Alle DNA-moleculen in een cel noem je het genoom
van een organisme.
 Schimmels/dieren: DNA bevindt zich in de kern en de mitochondriën van een cel
 Planten: DNA bevindt zich in de kern, de mitochondriën en de bladgroenkorrels

DNA is opgebouwd uit nucleotiden. Een nucleotide bestaat uit
een fosfaatgroep, desoxyribose (een soort suiker) en een
stikstofbase. De fosfaatgroep en desoxyribose zitten aan elkaar
vast en vormen als het ware de ruggengraat van het DNA-
molecuul. Er zijn 4 stikstofbasen die in een DNA-molecuul
voorkomen:
1. Adenine (A)
2. Thymine (T)
3. Cytosine (C)
4. Guanine (G)
Adenine en thymine kunnen samen een basenpaar vormen,
evenals cytosine en guanine. Zij zijn altijd verbonden in vaste
paren, dit heet basenparing. De basenparen zitten altijd vast
aan het desoxyribose.
Een gen bestaat uit honderden nucleotiden. De stikstofbasen
zijn op een specifieke volgorde (sequentie) gerangschikt: de DNA-sequentie. De volgorde kan
variëren; een variatie heet een allel. De erfelijke eigenschap blijft dan wel hetzelfde.
Genexpressie: aangezette genen die tot uiting komen
Inactivatie: genen die uit staan

, Paragraaf 3.2 Genenparen
Locus: de plaats van een gen in een chromosoom
Homologe chromosomen bevatten genen voor dezelfde genetische eigenschappen. Als een persoon
twee gelijke allelen heeft, is hij homozygoot. Zijn de twee allelen ongelijk, dan is de persoon
heterozygoot.
Dominant allel: het allel dat tot uiting komt bij een heterozygoot persoon.
Recessief allel: komt alleen tot uiting als er geen dominant allel aanwezig is.
Onvolledig dominant allel: als het recessieve allel toch een beetje tot uiting komt is het dominante
allel onvolledig dominant
Intermediair fenotype: beide allelen zijn niet recessief en dus krijg je een mengvorm van beide
allelen in het fenotype. Er is spraken van codominantie.
Een dominant allel wordt aangegeven met een hoofdletter (A), een recessief allel met een kleine
letter (a). Als twee allelen tot uiting komen in het fenotype, moet je dat aangeven:
ArAr of AwAw of ArAw

Recombinatie en mutatie
Door recombinatie (herverdeling) hebben nakomelingen een
andere combinatie van allelen dan de ouders. Recombinatie vindt
plaats door meiose en geslachtelijke voortplanting.

HERHALING THEMA 2: MEIOSE
Geslachtelijke voortplanting is de versmelting van twee cellen:
celfusie. Meiose (reductiedeling) bestaat uit 2 fasen:
Meiose I: een diploïde cel (2n) deelt zich in twee haploïde cellen (n)
Meiose II: de twee haploïde cellen delen zich tot vier haploïde
dochtercellen. Deze cellen kunne zich ontwikkelen tot gameten.
Gameten zijn geslachtscellen, en zijn altijd haploïd (n).

Tijdens meiose I vind recombinatie plaats. De chromosomen van een chromosomenpaar gaan uit
elkaar. Omdat de allelen in de twee chromosomen vaak verschillen, krijg je twee verschillende
dochtercellen. Als er b.v. drie chromosomen zijn (n = 3), dan kunnen er 23 = 8 verschillende
combinaties van chromosomen ontstaan. Na de bevruchting worden de allelen van de ouders
samengebracht. D.m.v. recombinatie ontstaan er dus bij de bevruchting nieuwe genenparen. Door
recombinatie is er een grote genetische variatie, waardoor een soort een grotere overlevingskans
heeft als milieuomstandigheden veranderen. Genetische variatie kan ook d.m.v. mutaties;
veranderingen in genetische eigenschappen.

Tweelingen
Eeneiige tweelingen ontstaan uit één zaadcel en één eicel. Door omstandigheden splitst de zygote
zich in tweeën. Een twee-eiige tweeling ontstaat uit twee zaadcellen en twee eicellen. Geen van de
cellen is hetzelfde.

Paragraaf 3.3 Monohybride kruisingen
Bij een monohybride kruising let je op de overerving van één eigenschap, waarbij één genenpaar
betrokken is. Bij kruisingen geef je de ouders aan met P, de eerste generatie nakomelingen met F1 en
de tweede generatie nakomelingen met F2. In een kruisingsschema zet je de eicellen bovenaan en
de zaadcellen links. Je kunt vervolgens het kruisingsschema invullen. Daarna kun je ook nog de
eerste generatie nakomelingen met elkaar kruisen. Voorbeeld:

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper LukevdW. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 52510 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€2,99  8x  verkocht
  • (3)
In winkelwagen
Toegevoegd