Naam:
2
Studentennummer:
Datum: 24-06-2021
Opleidingsinstituut: NCOI
Opleiding: HBO Bachelor Informatica (4-jarige opleiding)
Module: Integrale opdracht HBO Business Intelligence en Big Data
Docent:
0
,Samenvatting
Deze moduleopdracht is in opdracht van NCOI uitgevoerd voor een bekend pretpark. Het betreffende
pretpark heeft namelijk te maken gekregen met een probleem. Dit komt doordat steeds meer bezoekers
geen foto’s meer kopen die door het pretpark zijn gemaakt, maar in plaats daarvan met een smartphone
foto's maken van het scherm waarop de foto’s worden aangeboden. Dit betreffen de foto’s die automatisch
worden gemaakt wanneer bezoekers zich in een attractie bevinden. Gezien het feit dat dit een dagelijks
terugkerend probleem is geworden, is het pretpark van mening dat haar huidige systeem niet meer
aantrekkelijk genoeg is voor bezoekers en is zij voornemens om haar fotosysteem te vernieuwen.
Naar aanleiding van het vorenstaande is direct de oriëntatiefase in gang gezet, waarin de opdracht is
bestudeerd en verkenning van het probleem alsmede van de oplossingsruimte heeft plaatsgevonden. Op
basis hiervan is een voorlopige probleemstelling geformuleerd. Om het probleem goed in kaart te kunnen
brengen is gebruik gemaakt van zowel de 5W2H methode als van het input-outputschema. Vervolgens is op
basis van alle verzamelde informatie een voorlopige probleemdefinitie geformuleerd, welke luidt als volgt:
"Op welke manier kan het pretpark de huidige systemen zodanig vernieuwen, dat de bezoekers geprikkeld
worden om de attractiefoto’s weer te kopen en tegelijkertijd voorkomen wordt dat de druk op het beheren van
de ICT-voorzieningen zal toenemen?"
Verder is tevens expliciet aandacht besteed aan het onderzoeken van de klantwensen. Deze wensen zijn tot
stand gekomen op basis van het volgende sjabloon: ’als <rol> wil ik <wens> om zodat..’.
Vervolgens zijn in de analysefase het probleem alsmede de context waarin het probleem zich voordoet
geanalyseerd. In de analysefase zijn daarnaast tevens de volgende vier onderzoeksvragen geformuleerd om
het probleem te verhelderen:
1. Wat is het huidige werkingsprincipe?
2. Wat is er technisch voor nodig om het nieuwe systeem te implementeren?
3. Welke functionaliteiten zijn in de toekomst mogelijk beschikbaar?
4. Welke wet- en regelgeving is hierbij van kracht?
Voor het beantwoorden van deze vragen en onzekerheden is gebruik gemaakt van kwantitatief onderzoek.
Daarnaast is er tevens een functionele analyse uitgevoerd en zijn de ontwerpnormen bepaald. Verder zijn
mogelijke oplossingen verkend door het schetsen van ideeën. Na inspiratie te hebben opgedaan voor
mogelijke oplossingen, kan worden geconcludeerd dat er verschillende mogelijkheden en technieken
bestaan om foto's te digitaliseren. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan een app, een website, een
polsbandje of Beacon.
In de ontwerpfase zijn de mogelijke oplossingen vastgelegd in een morfologisch overzicht, daarbij
rekening houdend met de wensen, haalbaarheid en toekomstige eisen. Op basis van deze oplossingen zijn
drie totaalconcepten uitgewerkt, waarbij per concept de globale werkingsprincipes worden toegelicht, globaal
de kosten worden ingeschat en de mogelijke risico's worden geïdentificeerd. Ook wordt een voorstel voor
een schema gedaan, waarmee concepten kunnen worden vergeleken op basis van succescriteria.
Op grond van de verschillende concepten kan worden geconcludeerd dat het alternatief van een ’app‘ de
beste keuze lijkt te zijn. Het voordeel van dit alternatief is dat het systeem volledig vanuit de Cloud kan
draaien, waardoor het gehele systeem kan worden geïnstalleerd, beheerd en onderhouden door de Cloud
provider. Verder kan de app verbinding maken met de verschillende attracties, fotobooths en vrienden via de
reeds aanwezige en beschikbare wifi- en netwerkverbindingen. De applicatie kan tevens gebruikt worden om
attractiefoto’s terug te kijken of via social media te delen met anderen buiten het park. Daarnaast zijn
applicaties over het algemeen meer toekomstgericht en geschikt om in diverse situaties te gebruiken, zodat
op een later tijdstip eventuele nieuwe functies aan de applicatie kunnen worden toegevoegd. Dit zal met de
andere twee alternatieven niet mogelijk zijn. De uiteindelijke applicatie zal voor wat betreft de functionaliteit
een grote overlap hebben met de website, waardoor er nauwelijks verschillen bestaan tussen de website en
de applicatie. Ook zou het bezoekers kunnen prikkelen de betreffende foto alsnog te kopen, wanneer er
hoogwaardige attractiefoto’s zichtbaar zijn via zowel de app als de website.
Tot slot wordt nog geadviseerd om zowel op het scherm van de smartphone als op het fotoscherm een
herkenbaar watermerk op de foto’s te gebruiken, zodat het voor bezoekers onaantrekkelijk wordt om van de
aangeboden foto’s met hun smartphone een foto te maken.
1
,Inhoudsopgave blz.
Samenvatting 1
Inhoudsopgave 2
Inleiding 3
1. Fase 1 | Oriëntatie 4
1.1 Kennis 4
1.2 Verkenning van het probleem en de oplossingsruimte 5/6
2 Fase 2 | Analyseren van ontwerpalternatieven 6
2.1 Geformuleerde onderzoeksvragen 6
2.2 Toelichting onderzoeksvragen 6
2.3 Onderzoeksconclusie 6/7
2.4 Verkennend ontwerpen | Schetsen van ideeën 7
2.5 Functie analyse 7
2.6 Ontwerpcriteria bepalen 7
3 Fase 3 | Ontwerpen van ontwerpalternatieven 7
3.1 Het ontwerpen van alternatieven 7/8
3.2 De haalbaarheid van de alternatieven 8
4 Advies 9
Literatuurlijst 10
Bijlage A | Schetsen 11
Bijlage B | Input-outputschema 12
Bijlage C | Functieboom 12
Bijlage D | Programma van eisen (PvE) 13
Bijlage E | Morfologisch overzicht met mogelijke oplossingscombinatie 14
Bijlage F | Drie alternatieven 14/15/16/17
Bijlage F | Voordelen Cloud 17
2
, Inleiding
Aanleiding
In een bekend pretpark worden tijdens de rit in bijvoorbeeld een achtbaan of wildwaterbaan actiefoto’s
gemaakt, die bezoekers na afloop van de rit bij de uitgang van de betreffende attractie kunnen bekijken op
een fotoscherm. Vervolgens kunnen bezoekers, indien zij dit wensen, hun foto tegen een kleine vergoeding
kopen bij een baliemedewerker van de kiosk. Het pretpark heeft echter geconstateerd dat de verkoop van de
aangeboden foto’s steeds verder terugloopt. Ook is gebleken dat het een dagelijks terugkerend ritueel is dat
bezoekers zelf met hun smartphone een foto proberen te maken van hun foto op het fotoscherm. De
baliemedewerkers van het pretpark moeten zich hierdoor regelmatig gedragen als een ‘politieagent’ en
voortdurend bezoekers op te vingers tikken en vertellen dat dit niet is toegestaan. Bepaalde bezoekers
kunnen weleens agressief reageren wanneer hen wordt verteld dat het niet is toegestaan om een foto te
maken van het fotoscherm. Om deze reden vindt het pretpark het niet meer interessant om een medewerker
foto’s te laten verkopen in de kiosk. Het pretpark wil daarentegen wel de attractiefoto’s blijven aanbieden,
omdat ze hier uiteraard geld aan verdienen en gezien het feit dat deze toch populair blijven onder
bezoekers. Hierdoor wil men graag inzicht in de mogelijkheden voor het vernieuwen van de processen en
technieken achter het fotosysteem.
Leeswijzer
Voor de goede orde dienen hierbij echter nog wel twee punten benoemd te worden. Ten eerste zijn voor het
opstellen van dit document de richtlijnen geraadpleegd, zoals deze beschreven zijn in het theorieboek
’Ontwerpen van technische innovaties‘ (Oskam, Souren, Cowan, Hoiting & Berg, 2017). Deze auteurs stellen
dat het ontwerpproces uit vijf fasen bestaat, te weten: ‘oriëntatie’, ‘analyse’, ‘ontwerp’, ‘detaillering’ en
‘realisatie’. Ten tweede moet vermeld worden, dat voor deze opdracht een blauwdruk gemaakt moet worden
van de mogelijke alternatieven. Ook dient hier nog nadrukkelijk vermeld te worden, dat er nog geen ontwerp
uitgewerkt hoeft te worden, omdat dit aan bod zal komen bij de Integrale opdracht fase 3 (NCOI, 2021). Om
deze reden begint dit document met fase 1 (oriëntatie) en eindigt het met fase 3 (ontwerp).
In de oriëntatiefase (hoofdstuk 1) wordt de opdracht bestudeerd en heeft er een verkenning plaatsgevonden
van het probleem alsmede van de oplossingsruimte. Op basis hiervan is een voorlopige probleemstelling
geformuleerd. Ook is hier expliciet aandacht besteed aan het onderzoeken van de klantwensen.
In de analysefase (hoofdstuk 2) worden het probleem en de context, waarin het probleem zich voordoet,
geanalyseerd door verschillende onderzoeken te verrichten. Vervolgens wordt op basis hiervan de
probleemstelling verder aangescherpt.
In de ontwerpfase (hoofdstuk 3) zijn de mogelijke oplossingen vastgelegd in een morfologisch overzicht. Op
basis van deze oplossingen zijn er drie totaalconcepten uitgewerkt, waarbij per concept het globale
werkingsprincipe wordt toegelicht, een grove inschatting is gemaakt van de kosten en de mogelijke risico’s
alsmede de voor- en nadelen in kaart zijn gebracht.
Tot slot wordt deze moduleopdracht in hoofdstuk vier afgesloten met een advies.
3