Samenvatting Europees recht deel 1 week 1
Huidige verdragen (Lissabon)
1. Verdrag tot oprichting Europese unie (VEU)
- Oprichting
- Doelstellingen
- Instellingen
- Bevoegdheden
2. Verdrag tot werking Europese unie (VWEU)
- Uitwerking doelstellingen
- Uitwerking bepalingen/ instellingen
- Uitwerking bevoegdheden
- Uitwerking besluitvorming
Achtergronden en rechtsorde
De unie heeft als doel de vrede, haar waarden en het welzijn van haar volkeren te bevorderen (art 3
VEU).
Preambule:
Herinnerend aan het historisch belang van de beëindiging van de deling van het Europese continent
en de noodzaal solide grondslagen voor de opbouw van het toekomstige Europa te leggen.
Tijdlijn:
- Einde tweede wereldoorlog
- 1951 EGKS (zodat niet alleen 1 land is die machtig is qua wapens).
- 1952 EEG (toen was er dus al sprake van vrij verkeer voor goederen etc, dit was goed voor de
economie).
- Oorspronkelijke lidstaten van de EU: NL, BE, LUX, FR, DE en IT.
Enkele belangrijke wijzigingen
1992 Verdrag van Maastricht
- EEG-Verdrag verandert in EG-Verdrag; is niet meer gericht op alleen de economie.
- EU opgericht.
2009 Verdrag van Lissabon
- Bevat de huidig verdragen (VEU en VWEU)
- Instellingen zijn versterkt; sterkere rol aan het Europees parlement gegeven (geeft meer
democratie)
- Op meer gebieden samenwerking.
Soevereiniteit = hoogste macht en onafhankelijkheid voor eigen land, je hoeft bij niemand een
verantwoording af te leggen.
Co- existentie = met elkaar en naast elkaar leven.
EU is voor het grootste deel een supranationale organisatie:
, - Geen veto- recht
- Autonome karakter (EU staat los van de lidstaten, maakt beslissingen waar de lidstaten zich
aan moeten houden).
R e ch tsb e g in se le n
In de doelstelling staan de grenzen van de EU, van wat de Eu wel en niet mag (art 3 VEU).
Als er sprake is van economische groei, is het ook veiliger.
Attributiebeginsel
Subsidiariteitsbeginsel
Loyale samenwerking
Atributiebeginsel
- Beginsel van attributie/bevoegheidstoedeling (de bevoegdheid dat lidstaten hebben
overgegeven aan de EU om bepaalde doelstellingen te verwezenlijken).
- Art 5 lid 2 VEU: unie is slechts bevoegd als in de Verdragen staat dat er een bevoegdheid is
(de lidstaten hebben hier dus gewoon akkoord voor gegeven, want zij hebben natuurlijk deze
verdragen ondertekend) = uitgewerkt in art 3 en 5 VWEU
- Art 3 VWEU: exclusieve bevoegdheden (alleen de EU heeft deze bevoegdheden).
- Art 4 VWEU: gedeelde bevoegdheden (lidstaten hebben bepaald dat zij in bepaalde zaken
wel willen meebepalen en daarom zijn het dan gedeelde bevoegdeheden).
Subsidiraiteisbeginsel
- Art 5 lid 3 VEU
- Geldt voor de gedeelde bevoegdheden.
- Als een bepaalde onderwerp niet onder de exclusieve bevoegdheid van de EU valt, dan
kunnen de lidstaten beslissen om het over te laten aan de EU.
- Komt na attributiebeginsel.
- Veel onderwerpen zijn handiger om op Eu niveau te regelen: bijv milieu.
- Niet bij exclusieve bevoegdheden (want deze bevoegdheden zijn gewoonweg voor de EU, er
valt voor de lidstaten niks te bepalen, zoals bij de gedeelde bevoegdheden).
Loyale samenwerking
- Art 4 lid 3 VEU.
- Alle lidstaten moeten loyaal met elkaar samenwerken om de doelstellingen te bereiken.
1. Positieve verplichting
- Zorgen dat het EU recht ook op nationaal niveau de juiste uitwerking krijgt.
2. Negatieve (je moet je onthouden van) verplichting
, - Doelstellingen EU niet in gevaar brengen.
- Lidstaten mogen geen wetgeving aannemen die in strijd is met EU recht.
Aantekeningen online werkcollege
Noord- Ierland hoort bij het VK, zij doen dus mee met Brexit.
Blz 19/21 boek staat uitleg van supranationaal en intergouvernementele
Veto- recht is alle stemmen van de lidstaten gelden (intergouvernementele)
Eu is niet geheel een supranationaal, EU is beide. VWEU meestal supra. VEU is meestal
intergouvernementele.
Blz 23 gaat over de verdragen VEU en VWEU.
Exclusieve bevoegdheden staan in art 3 VWEU.
Een derde land is een land dat niet lid is van de EU.
Samenvatting Europees recht week 1 deel 2
Europese Raad
Raad van
Europees Europese
ministers (de
parlement commissie
Raad)
Hof van justitie
Europees parlement
- Art 14 VEU.
- Het Europees parlement bestaat uit vertegenwoordigers van de burgers van de unie (hier in
Nederland kan je alleen stemmen op een Nederlandse vertegenwoordiger).
- Taken:
1. Controlerende bevoegdheid -,
2. Wetgevende bevoegdheid
3. Begrotingsbevoegdheid
- Vertegenwoordiging 500 miljoen mensen in 28 landen.
- Maximaal aantal leden 750 plus 1 voorzitter.
- Leden worden gekozen d.m.v. rechtstreekse algemene verkiezingen voor een periode van vijf
jaar.
- Nationale verkiezingsprocedure.
, - Europese fracties zijn gegroepeerd op basis van nationale partijen (bijv; de CDA van
Nederland samen met de CDA van Duitsland, Frankrijk etc).
- Samenstelling op basis van politieke voorkeur, niet op basis van nationaliteit.
1. Brussel
2. Staatsburg
Wetgevende bevoegdheid:
- Art 14 lid 1 VEU; het Europees parlement oefent samen met de Raad de wetgevende taak uit.
- Art 294 VWEU; de Commissie doet het wetsvoorstel aan de Raad en het Europees parlement
en zij beslissen hier gezamenlijk over.
- Europees parlement en Raad hebben een even grote stem.
Controle bevoegdheid:
- EP kiest de voorzitter van de Commissie.
- EP keurt college van Commissie goed/af.
- Vraagrecht t.o.v. Commissie (art 230 VWEU).
- Motie van afkeuring (wantrouwen) ten opzichte van gehele Commissie (art 234 VWEU).
- Recht van enquête (art 226 VWEU).
- Art 230 lid 3 VWEU: vragen stellen aan de Raad en Europees parlement.
- Controle op werkzaamheden ECB.
- Inschakelen Hof ( art 263 en 265 VWEU).
Begrotingsbevoegdheid:
- Op grond van art 314 VWEU, wordt de jaarlijkse begroting van de Unie door het Parlement
en de Raad vastgesteld.
- Het parlement geeft een oké aan de uitvoering van de begroting die de commissie het
komend jaar wilt doen (art 319 VWEU).
- Zij moeten ook democratisch controleren of de Commissie en andere instellingen de
middelen goed besteden.
Europese Raad
- Art 15 VEU.
- Taken:
1. Zet algemene politieke koers en prioriteiten van de Europesen Unie uit.
- Heeft geen wetgevingstaken.
- Bestaat uit EU-staatshoofden en regeringsleiders (Nl= Mark Rutte en Fr= Macron.
De Raad
- Art 16 VEU.
- Is samengesteld uit ministers van de lidstaten (bijv; Raad van algemene zaken, Raad van
buitenlandse zaken etc).
- Taken:
1. Wetgeving
2. Economisch beleid
3. Vaststellen begroting.
- Behartigt het belang van de lidstaten (minister van landbouw van Nederland die behartigt de
belangen van Nederland en niet die van bijv Duistland.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper 20147449. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,49. Je zit daarna nergens aan vast.