100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Lichamelijk functioneren 1 toets samenvatting

Beoordeling
-
Verkocht
1
Pagina's
21
Geüpload op
11-09-2021
Geschreven in
2021/2022

In dit document is alle benodigde informatie uitgewerkt om een goed cijfer te halen voor je eerste lichamelijk functioneren toets van de opleiding verpleegkunde op de CHE.














Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Ja
Geüpload op
11 september 2021
Aantal pagina's
21
Geschreven in
2021/2022
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

SAMENVATTING ANATOMIE EN FYSIOLOGIE LICHAMELIJK FUNTIONEREN



Inhoud
Hoofdstuk 1............................................................................................................................................3
1.2 Anatomie en fysiologie.................................................................................................................3
1.4 Orgaanstelsels..............................................................................................................................3
1.5 Homeostase.................................................................................................................................4
1.6 Negatieve terugkoppeling............................................................................................................4
1.7 Anatomie......................................................................................................................................4
1.8 Lichaamsholten............................................................................................................................6
Hoofdstuk 3............................................................................................................................................6
Spotlight (blz. 72 en 73).....................................................................................................................6
3.3 Diffusie en filtratie.......................................................................................................................7
3.5 Cytoplasma...................................................................................................................................8
3.6 Celkern.........................................................................................................................................9
Hoofdstuk 4............................................................................................................................................9
4.1 Weefseltypen...............................................................................................................................9
4.2 Epitheel........................................................................................................................................9
4.4 Bindweefsel..................................................................................................................................9
4.6 Spierweefsel...............................................................................................................................10
4.7 Zenuwweefsel............................................................................................................................11
Hoofdstuk 11........................................................................................................................................11
Spotlight (blz. 452 en 453)...............................................................................................................11
11.3 Erytrocyten..............................................................................................................................11
11.4 Bloedgroepen...........................................................................................................................12
11.5 Leukocyten...............................................................................................................................12
11.6 Trombocyten............................................................................................................................13
Hoofdstuk 12........................................................................................................................................13
12.1 Het hart....................................................................................................................................13
12.2 Hartslag....................................................................................................................................14
12.3 Hartcyclus.................................................................................................................................14
12.4 Hartdynamica...........................................................................................................................15
Hoofdstuk 14........................................................................................................................................16
14.2 Lymfevaten, lymfocyten, lymfeweefsels en lymfoïde organen................................................16
14.3 Niet-specifieke afweer.............................................................................................................16
14.4 Adaptieve afweer.....................................................................................................................17


1

, lOMoARcPSD|5751891




Hoofdstuk 15........................................................................................................................................18
15.2 Transportgedeelte luchtwegen................................................................................................18
15.3 Bronchiolen en alveoli in de longen.........................................................................................19
15.4 Externe en interne respiratie...................................................................................................20
15.5 Longventilatie...........................................................................................................................20
15.6 Gaswisseling in de longen........................................................................................................20
Woordenlijst........................................................................................................................................21
Woordenlijst hoofdstuk 1.................................................................................................................21
Woordenlijst hoofdstuk 3.................................................................................................................21
Woordenlijst hoofdstuk 4.................................................................................................................21
Woordenlijst hoofdstuk 15...............................................................................................................21




2

,Hoofdstuk 1
1.2 Anatomie en fysiologie
Anatomie is Grieks voor opensnijden, het is de studie van de inwendige en uitwendige structuren
van het lichaam.

Macroscopische anatomie zijn de kenmerken die met het blote oog zichtbaar zijn.
Uitwendige anatomie  bestuderen van de algemene vorm en van oppervlaktekenmerken Regionale
anatomie  De structuren van een bepaald lichaamsdeel bestudeerd, bijvoorbeeld het hoofd.
Systematische anatomie  Hierbij wordt de structuur van belangrijke orgaanstelsels bestudeerd.

Microscopische anatomie hierbij worden structuren bestudeerd die niet zonder vergroting zichtbaar
zijn.
Cytologie (of celleer)  De inwendige structuur van afzonderlijke cellen.
Histologie  Er worden weefsels onderzocht, groepen gespecialiseerde cellen en celproducten die
samenwerken bij het uitvoeren van specifieke functies.

Fysiologie is de studie van het functioneren van de anatomische structuren.
Celfysiologie  het bestuderen van het functioneren van levende cellen. Dit gebeurt op cel- of op
molecuulniveau.
Orgaanfysiologie  Het bestuderen van de fysiologie op orgaanniveau. Voorbeelden zijn nierfysiologie
en hartfysiologie.
Systeemfysiologie  Het bestuderen van specifieke orgaanstelsels. Bijvoorbeeld het
ademhalingsstelsel.
Pathofysiologie  Het bestuderen van effecten van aandoeningen op het functioneren van organen of
stelsels.

1.4 Orgaanstelsels
Het menselijk lichaam bestaat uit elf orgaanstelsels:
- De huid  beschermt tegen gevaren van uit de omgeving; speelt een rol bij de het reguleren
van onze lichaamstemperatuur.
- Het beenderenstelsel (het skelet)  Biedt ondersteuning; beschermt weefsels; is opslagplaats
voor minderalen en vormt bloedcellen.
- Het spierstelsel  Maakt beweging mogelijk; zorgt voor stevigheid en zorgt voor warmte.
- Het zenuwstelsel  Maakt reactie op prikkels mogelijk.
- Het endocriene stelsel (hormoon stelsel)  Reguleert langdurige veranderingen in de activiteit
van andere orgaanstelsels.
- Het cardiovasculaire stelsel (bloedsomloop)  Transporteert: Cellen, opgeloste stoffen,
voedingsstoffen, afvalstoffen en gassen.
- Het lymfestelsel  Verdedigt tegen infecties en zorgt voor terugkeer van weefselvocht naar de
bloedsomloop.
- Het ademhalingsstelsel  Transporteert lucht en zorgt voor geluid.
- Het spijsverteringsstelsel Verwerkt voedsel; neemt voedingsstoffen op en verwijdert
afvalstoffen.
- Het urinaire stelsel  Verwijdert overtollig water, zouten en afvalstoffen.
- Het voortplantingsstelsel  Produceert geslachtscellen en hormonen bij mannen en vrouwen.
Bij vrouwen ook: ondersteunt embryonale en foetale ontwikkeling van bevruchting tot
geboorte.




3

, lOMoARcPSD|5751891




1.5 Homeostase
Homeostase is het streven naar intern evenwicht.
Homeostatische regulering omvat meestal:
1. Een receptor die gevoelig is voor veranderingen, oftewel een prikkel.
2. Een besturingscentrum of integratiecentrum, dat informatie van de receptor ontvangt en
verwerkt.
3. Een effector (een cel of orgaan), die reageert op de signalen van het besturingscentrum en
waarvan de werking de prikkel tegengaat of versterkt.
Deze wijze van homeostatische regulering wordt negatieve terugkoppeling genoemd, omdat een
effector die door het besturingscentrum wordt geactiveerd een effect heeft dat tegengesteld is aan
de oorspronkelijke prikkel.

1.6 Negatieve terugkoppeling
Een voorbeeld van de negatieve terugkoppeling is de warmteregulatie, de regulatie van je
lichaamstemperatuur.

1.7 Anatomie
Iemand die zich in de anatomische houding bevindt, ligt in de rugligging (gesupineerd) wanneer het
gezicht omhoog gericht is en buikligging (geproneerd) wanneer het gezicht omlaag gericht is.
Anatomische/Latijnse namen van anatomische oriëntatiepunten, tussen haakjes staan bijvoeglijke
naamwoorden: Anatomische gebieden:
- Hoofd (cefaal) Kwadranten buik en bekken:
- Cranium  schedel (craniaal) - Brachium  arm (brachiaal)
- Gezicht (faciaal) - Elleboog (cubit)
- Os  mond (oraal) - Antebrachium  voorarm
- Kin (mentaal) (antebrachii)
- Voorhoofd (frontaal) - Carpus pols (carpaal)
- Oculus  oog (oculair, orbitaal) - Pollux  duim - Digiti/phalanges 
- Wang (buccaal) vingers
- Auris  oor (oticus) - Palma  handpalm (palmair)
- Nasus  neus (nasaal) - Patella  knieschijf (patellae)
- Cervix hals/nek (cervicaal) - Lies (Inguinaal)
- Thorax  borstkas(thoracaal) - Schaamstreek (pubicus)
- Mamma  borst (mammarius) - - Femur  bovenbeen/dij(femoraal)
Abdomen  buik(abdominaal) - - Onderbeen (cruris)
Umbilicus  navel (umbilicaal) - Tarsus  enkel (tarsaal)
- Pelvis  bekken - Phalanges  tenen
- Axilla oxel (axillair) - Hallux  grote teen (hallucis)
- Pes  voet (pedis)




4

,Gebieden buik en bekken:




Rechter Epigastrisch Linker Rechter Linker
Regio Gebied Regio Bovenste Bovenste
Hypochondriaca Hypochondriaca Kwadrant Kwadrant
Rechter Navel Linker
Lumbaal Gebied Lumbaal Rechter Linker
Gebied Gebied Onderste Onderste
Kwadrant Kwadrant
Rechter Hypogastrisch Linker
Lies Gebied Lies
Gebied (schaamstreek Gebied
)

Anatomische richtingen:
• Ventraal / dorsaal
Ventraal is de buikzijde / dorsaal de rugzijde
• Mediaal / lateraal
Mediaal is naar binnen / lateraal is de zijkant
(je oren staan lateraal ten opzichte van je ogen
• Flexie/extensie/rotatie Buigen / strekken / draaien
• Craniaal / caudaal
In de richting van de schedel (boven) / De staart, de andere kant, richting je tenen (onder)
• Anterior / posterior
De voorkant, de kop / de achterkant
• Endo / exo
Binnenkant / buitenkant
• Supinatie / Pronatie
Je arm naar buiten draaien / je arm naar binnen draaien
• Proximaal / Distaal
In de richting van een aanhechtingspunt / weg van een aanhechtingspunt
• Superior / Inferior
Boven, op een hoger niveau in het lichaam / Onder, op een lager niveau



5

, lOMoARcPSD|5751891




Anatomie van doorsneden:
1. Transversaal vlak  Staat loodrecht op de lengteas. Het lichaam wordt in het bovenste en
onderste deel verdeeld.
2. Frontaal vlak  Loopt langs de lengteas en verdeelt het lichaam in de voorkant en achterkant.
3. Sagittaal vlak  Loopt ook langs de lengteas, maar verdeelt het lichaam tussen de linker- en de
rechterkant

1.8 Lichaamsholten
Het inwendige is ingedeeld in drie gebieden: de borstholte, de buikholte en de bekkenholte. Veel
vitale organen zijn beweeglijk opgehangen in inwendige compartimenten, de lichaamsholten. Deze
holten hebben twee belangrijke functies:
1. Ze beschermen kwetsbare organen tegen schokken van buitenaf.
2. Ze maken mogelijk dat de inwendige organen aanzienlijk van omvang en vorm kunnen
veranderen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het hart.
De ventrale lichaamsholte ontstaat al tijdens de embryonale ontwikkeling. Naarmate je organen zich
ontwikkelen wordt deze holte onderverdeeld in drie compartimenten. De wanden van deze
inwendige holten zijn bekleed met een sereus membraan. Sereuze membranen produceren een
waterig vocht, waardoor er bij beweging minder wrijving optreedt. Het gedeelte van een sereus
membraan dat een visceraal orgaan bekleedt, wordt een viscerale laag genoemd; de laag die het
binnenste oppervlak van de wand van het lichaam of van het compartiment bekleedt, wordt de
pariëtale laag genoemd.



Hoofdstuk 3
Spotlight (blz. 72 en 73)

1. Nucleolus
2. Celkern
3. Ribosomen
4. Visekel
5. Ruw ER
6. Golgi-
apparaat
7.
8. Glad ER
9. Mitochondriën
10. Lysosomen
11. Cytoplasma
12. Peroxisoom
13. Centriolen




6

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
lvtwil Christelijke Hogeschool Ede
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
205
Lid sinds
5 jaar
Aantal volgers
144
Documenten
14
Laatst verkocht
1 dag geleden

3,8

45 beoordelingen

5
15
4
13
3
13
2
2
1
2

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen