Diagnostiek en Assessment in opvoeding, onderwijs en hulpverlening.
Pedagogische Wetenschappen. Universiteit Leiden.
2020/2021.
HC1. Introductie op assessment
H1&H11
HC2. Assessment in ontwikkeling
H6&H18
HC3. Betrouwbaarheid en inleiding op validiteit
H2&H4
HC4. Validiteit
H5&H15
CH5. Interpretatie en besluitvorming
H3
CH6. IRT in vogelvlucht
H7&H8
CH7. Speciale voorzieningen en overzicht stof
H16-H17
,College 1. (Hoofdstuk 1 en 11)
Hoofdstuk 1. Introduction to psychological assessment. Why we do it and what
it is.
Begrippen testen.
Test: Een manier om een representatieve steekproef van gedrag te krijgen van een individu.
Oftewel een systematische manier van informatie verzamelen over een individu, zonder deze
persoon te veel te belasten.
Measurement: Een set van regels om een score (getallen) toe te kennen aan de gedragingen
en of prestaties van een individu. Hierbij geef je dus enkel een score, een getal, zonder hier al
een idee bij te hebben. Een score moet accuraat, eerlijk en vertrouwelijk zijn.
Assessment: Het gehele proces van het interpreteren van informatie over een persoon door
middel van testen.
Maximum performance test: Deze test kijkt naar de kennis en vaardigheden van een individu.
Hieronder vallen verschillende soorten testen:
o Achievement test: Deze test het niveau na een instructie.
o Aptitude test: Deze test het niveau als gevolg van levenservaring.
o Speed: Deze test het aantal correcte items binnen een afgebakende tijd.
o Power: Deze test het aantal correcte items bij oplopende moeilijkheidsgraad.
o Objectief: Bijvoorbeeld een multiple choice toets; de antwoorden kunnen door een
computer worden nagekeken.
o Subjectief: De antwoorden moeten door een persoon worden nagekeken. Het zijn
open vragen.
Typical response test: Deze test kijkt naar gedrag en persoonskenmerken van een individu.
Gedrag wordt op verschillende schalen aangegeven en de resultaten worden vergeleken met
gemiddelde populatiescores.
o Objectief: Bijvoorbeeld; ‘Ik ben wel eens boos’ Klopt wel / klopt niet.
o Projectief: Open vragen zoals; ‘Wat zie je in deze inktvlek?’
Norm referenced score interpretatie: Een score wordt geïnterpreteerd in vergelijking met een
relevante gestandaardiseerde steekproef. (Relatief: In vergelijking met anderen.)
Komt vaak voor bij typical response test.
Criterion-referenced score interpretatie: Vaststellen waar een deelnemer staat ten opzichte
van een duidelijk gedefinieerd educatief doel. (Absoluut: Vooraf bepaald niveau.)
Komt vaak voor bij maximum performance test.
Begrippen psychologie.
Psychologie: De studie van de geest.
Psychologen: Professionals die formele onderzoeken doen maar ook in de praktijk werken.
Klinische psychologie: Houdt zich bezig met afwijkend gedrag dat als ongewenst wordt
beschouwd door de client of zijn omgeving.
Counseling psychologie: Houdt zich bezig met relatief kleine problemen in carrière of
onderwijs.
Onderwijs psychologie: Houdt zich bezig met kinderen en volwassenen die problemen ervaren
in het onderwijs.
,Psychologische assessments: assumpties.
Een psychologisch assessment is bedoeld om iemands functioneren te voorspellen. Er worden
aspecten van iemands intelligentie, persoonlijkheid, drijfveren en gedrag in kaart gebracht. Dit kan
doormiddel van testen, vragenlijsten, interviews, spellen, rollenspellen en opdrachten.
Het geeft inzicht in iemand zijn sterke en zwakke punten.
Constructen zijn de verschillenden eigenschappen die gemeten kunnen worden.
Waar men rekening mee moet houden bij het meten van constructen:
Constructen kunnen op meerdere manieren worden gemeten.
Alle soorten metingen hebben voor en nadelen.
Er moet gebruik worden gemaakt van meerdere bronnen van informatie.
Assessment moet op een betrouwbare en valide manier worden uitgevoerd.
Waar kan psychologische assessment in de praktijk bij komen kijken?
Bij het plannen van een specifieke behandeling.
Bij het meten van de effectiviteit van een behandeling.
Bij het diagnosticeren van de eigenschappen en eventuele stoornis van een client.
Selectie en sollicitatie.
Plaatsing van bijvoorbeeld een kind op de BSO.
Classificatie.
Vergunningen.
Evaluatie en proces.
Toetsing van wetenschappelijke hypothesen.
In het onderwijs wordt er veel gebruik gemaakt van CAT testen (Computer Adaptive Testing). De
computer start met een item op een gemiddelde moeilijkheidsgraad en stelt de volgende vragen op
een ander niveau, afhankelijk van het antwoord van het kind. Bij een goed antwoord gaat het niveau
omhoog.
Hoofdstuk 11. Behavioral assessment.
Begrippen.
Multi-Method approach: Het gebruiken van meerdere methoden voor het verzamelen van
gegevens in een onderzoek of reeks verwante studies, gericht op verschillende gebieden.
Gedragsinstrumenten: Deze instrumenten geven inzicht in bepaald gedrag. Voorbeelden zijn:
o Directe observatie.
o Interview.
o Zelfrapportage vragenlijsten.
Omnibus vragenlijsten: Deze hebben een brede range aan symptomen, gedragingen,
signalering en screening. Als je dus nog niet goed weet wat er aan de hand kan zijn
dan gebruik je deze vragenlijst. (Bijvoorbeeld CBCL).
Domeinspecifieke vragenlijsten: Deze zijn diepgaand en hebben meer diagnostische
doeleinden. (Bijvoorbeeld Childhood autism rating scale, BASC monitor).
Response sets: Wanneer mensen niet naar waarheid antwoorden maar sociaal wenselijk
gedrag vertonen.
Behavior rating scale: Een turflijst om goedkoop en snel informatie te verzamelen over het
gedrag van een individu.
Behavioral assessment: Test die gedrag van een individu observeert, beschrijft, verklaart en
voorspelt. Er wordt gekeken naar specifiek wat een persoon doet.
, Behavioral interview: Een interviewtechniek waarbij wordt geëvalueerd of behandeling effect
gehad heeft. Er wordt gekeken naar de gevolgen van behandeling op gedrag.
Wanneer een docent vermoed dat een leerling extra begeleiding nodig heeft moet hij zijn zorgen over
het kind neerleggen bij de LB’er. Deze kan het kind doorverwijzen naar een schoolpsycholoog of
maatschappelijk werkster. Via een typical response test wordt het gedrag van het kind dan gemeten.
Soms wordt gevraagd aan de leerkracht en ouders om ook een vragenlijst in te vullen. Hierbij moet
men altijd letten op impressionistic. Dit houdt in dat de ouder of leerkracht verkeerde scores invult om
het resultaat positiever of negatiever te laten lijken. Bijvoorbeeld als de ouder graag wil dat het kind
extra begeleiding krijgt.
Ook moet men tijdens testen opletten op de context. Wanneer een kind heel moe is en wordt getest
op concentratie, is dat natuurlijk niet betrouwbaar.
Pediatric behavior rating scale: Testschaal voor bipolaire stoornissen.
Adaptive behavior rating scale: Testschaal voor ontwikkelings- en verstandelijke beperking.
Continuous performance test: Specifieke gedragstest om waakzaamheid, aandacht en andere
algemene executieve functies te meten.
Psychophysiological assessment: Dit is een methode voor gedragsbeoordeling die uitgaat van
fysieke veranderingen van het lichaam op een bepaalde tijd. Hieronder valt bijvoorbeeld het
meten van de hartslag, transpiratie etc.
College 1. Het Assessmentproces volgens De SASIB.
1. Definiëren van de hulpvraag.
2. Selecteren van het type test.
3. Afname van de test. (Test)
4. Scoren van de test. (Measurement)
5. Interpreteren. (Assessment)
6. Besluitvorming. (Application)
Stap 1. Definieer de hulpvraag.
Hierbij richten we ons op de hulpvraag en het gedrag, sociaal-emotionele ontwikkeling en cognitieve
ontwikkeling.
Stap2. Selecteren van het type test.
Afhankelijk van wat je in kaart wil brengen kies je een type test.
Voor het in kaart brengen van kennis en vaardigheden wordt een maximum performance test
gebruikt. Voor het in kaart brengen van gedrag en persoonskenmerken wordt een typical response
test gebruikt.
Anderen manieren:
Zelfrapportage vragenlijsten. (Omnibus of domeinspecifiek)
Interview.
Directe observatie. (Naturalistisch of gecontroleerd, wel of niet aanwezig, kwalitatief of
kwantitatief)
Kwantitatieve observatie:
o Time-sampling:
▪ Geheelinterval: Gedrag is continu aanwezig in geselecteerde tijd. (bijv 10 sec)
▪ Gedeeltelijk interval: Gedrag komt voor tijdens interval. (1 of 2 x is 1 vinkje)
▪ 1 moment: Is het gedrag er na …tijd? (Timer zetten en vinken als gedrag er is)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Mirrrrrrr. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,39. Je zit daarna nergens aan vast.