3.2.3 beroepsproducten
Gemaakt door: Nina Valesca Evers
Praktijkdocent: Hendrik Hofstra
Praktijkbegeleider: Iliass Aynaou
School: Hogeschool Inholland
Opleiding: Social Work Jeugd
Klas: SWVT3 (B)
Datum van inleveren: 15 juni 2021
1
,Inhoudsopgave
Inleiding........................................................................................................................................................ 4
Welke competenties behaal ik met beroepsproduct één?...............................................................................6
Beroepsproduct één: Voorlichting seksualiteit organiseren met drie collega’s................................................7
Oriëntatiefase.......................................................................................................................................................7
Definitiefase..........................................................................................................................................................9
Planning en ontwerpfase....................................................................................................................................11
Uitvoeringfase....................................................................................................................................................16
Evaluatiefase......................................................................................................................................................16
Welke competenties behaal ik met beroepsproduct twee?...........................................................................17
Beroepsproduct twéé: werkwijze en beleid maken voor rechten van de cliënten..........................................17
Oriëntatiefase.....................................................................................................................................................18
Definitiefase........................................................................................................................................................19
Planning en ontwerpfase....................................................................................................................................21
Uitvoeringsfase...................................................................................................................................................24
Evaluatiefase......................................................................................................................................................24
Welke competenties behaal ik met beroepsproduct drie?............................................................................24
Beroepsproduct drie: begeleidingsgesprek voeren met een cliënt................................................................25
Oriëntatiefase.....................................................................................................................................................25
Definitiefase........................................................................................................................................................26
Planning en ontwerpfase....................................................................................................................................29
Uitvoeringsfase...................................................................................................................................................32
Literatuurlijst............................................................................................................................................... 34
Bijlage 1: feedback van cliënten op beroepsproduct één..............................................................................36
Bijlage 2: feedbackformulier van stagebegeleider Iliass Aynaou op beroepsproduct één...............................36
Bijlage 3: feedbackformulier van collega Alae-eddin El Jabre op beroepsproduct één...................................39
Bijlage 4: feedback van collega Kennia Hurtado Aguirre op beroepsproduct één...........................................40
Bijlage 5: Reflectie op beroepsproduct één................................................................................................... 42
Bijlage 6: feedbackformulier van stagebegeleider Iliass Aynaou op beroepsproduct twee.............................46
Bijlage 7: feedbackformulier van cliënt M. op beroepsproduct twee.............................................................48
Bijlage 8: reflectie op beroepsproduct twee.................................................................................................49
Bijlage 9: feedbackformulier van woonbegeleider Niki op beroepsproduct drie............................................51
2
,Bijlage 10: feedbackformulier van cliënt M. op beroepsproduct drie.............................................................52
Bijlage 11: reflectie op beroepsproduct drie.................................................................................................52
Toetsformat........................................................................................................................................................55
............................................................................................................................................................................55
............................................................................................................................................................................56
............................................................................................................................................................................57
............................................................................................................................................................................58
Beoordelingsformulier........................................................................................................................................58
............................................................................................................................................................................58
............................................................................................................................................................................59
............................................................................................................................................................................59
............................................................................................................................................................................60
3
,Inleiding
Missie en visie Accuraat begeleid wonen
Accuraat Begeleid Wonen is een zorginstelling die zich ten doel stelt zorg- en dienstverlening te
bieden die altijd toegankelijk is voor alle (jong-)volwassenen van 16 t/m 30 jaar met een complexe
meervoudige problematiek. Accuraat begeleid wonen wordt in de beroepsproducten aangeduid als
ABW. ABW wil een organisatie zijn die aan(jong-)volwassenen van 16 t/m 30 jaar zorg- en
dienstverlening biedt, zonder hen te laten wachten. Daarnaast wil ABW niet de grootste maar de
beste zijn in het bieden van totale en integrale zorg voor jongeren en jongvolwassenen met een
complexe meervoudige problematiek. ABW wil een bedrijf zijn dat de meest complexe cliënten
oppakt, hierdoor uniek is in haar zorg- en dienstverlening en zo een leegte vult op de markt. Om dit
te realiseren maakt zij optimaal gebruik van haar netwerkpartners, waardoor ook de cliënten die niet
haar specialiteit zijn, toch uiteindelijk de zorg- en/of dienstverlening kunnen krijgen waar zij recht op
hebben. Over tien jaar wil ABW een meer uitgebreide (regionale) dekking hebben en zowel bij haar
cliënten als netwerkpartners bekend staan als een betrouwbare, snel handelende en doelgericht
uitvoerende zorg- en dienstverlener, met als specialiteit het bieden van totale woonbegeleiding aan
jongeren en (jong-)volwassenen met een complexe meervoudige problematiek. Dit op de volgende
domeinen: zorg, huisvesting, sociale zaken en werk, justitie, onderwijs, cultuur, sport en
wetenschappen (Accuraat begeleid wonen, 2019a).
Ik kan mij vinden in de visie, omdat het in het maatschappelijk werk naar mijn mening gaat om de
beste hulp bieden aan de cliënt die mogelijk is en dit te doen vanuit je hart en je passie. Als de
hulpverleners vanuit intrinsieke motivatie werken, dan kunnen zij samen goede kwaliteit leveren.
Daarnaast vind ik dat de instelling een uitdagende visie heeft, omdat het oppakken van verschillende
cliënten met complexe problematieken om veel kennis, ervaring en expertise vraagt. Dat maakt de
instelling interessant en anders dan andere instellingen. Ook vraagt deze diversiteit aan cliënten een
professionele houding van de sociaal werker. Artikel 4: gelijke bereidheid, uit de beroepscode voor
de sociaal werker (2018), komt hier goed van te pas:
‘De sociaal werker toont ten opzichte van iedereen een gelijke bereidheid tot het aangaan van een
professionele relatie’ (van der Meij & Luttik, 2018, p. 11).
Dat er in de huidige praktijk verschillende cliënten met verschillende achtergronden en
problematieke samenwonen op de groep maakt het zorgvuldig samenstellen van een gewenste
groepsdynamiek lastig. Een van de centrale waarden van de beroepscode sluit mooi aan op dit
gegeven:
Artikel 1. Bevorderen menselijke waardigheid
4
, De sociaal werker respecteert, erkent en bevordert de menselijke waardigheid van de unieke
persoon. Het beroepsmatig handelen van de sociaal werker is erop gericht de burger/cliënt
binnen zijn sociaal- culturele context, en in wisselwerking met zijn omgeving tot zijn recht te
laten komen (van der Meij & Luttik, 2018, p. 9).
Ook heeft elke cliënt een andere behoefte. Om aan al deze behoefte aan te sluiten, en zowel de
individuele als de groepsprocessen te stimuleren is een lastige opgave. Maar zeker een uitdaging om
aan te gaan. Een van de centrale waarden van de sociaal werker die hierop aansluit is de volgende:
‘Artikel 3: Vakbekwaamheid. De sociaal werker oefent zijn beroep vakbekwaam uit op basis van
actuele kennis en recente inzichten. Hij onderhoudt zijn beroepskennis, beroepscompetenties en
professionele houding op aantoonbare wijze’ (van der Meij & Luttik, 2018, p. 10).
Werkwijze ABW
ABW wil samenwerken met de cliënten, de begeleiding staat naast de cliënt en samen wordt er
gewerkt aan doelen die de cliënt belangrijk vindt. Dit doen we aan de hand van
de “Krachtwerk” methodiek. Deze methode focust zich op de eigen regie van de cliënt in de
begeleiding. De focus licht op de krachten, talenten en mogelijkheden van de cliënt, zonder
ontkenning van de problemen die er spelen. Het doel van Krachtwerk is ondersteuning bieden bij het
eigen proces van herstel in de richting die de persoon wenst. Een zingevend bestaan bieden met
hoop op een goede toekomst, veiligheid en maatschappelijke participatie. (Accuraat begeleid wonen,
2019b).
De cliënten hebben een belangrijke positie binnen de instelling, er wordt gewerkt met de cliënten en
niet vóór de cliënten. Dit vraagt een grote inzet vanuit hen. Echter ben ik van mening dat dit ten
goede komt aan het vergroten van hun zelfredzaamheid en dat zij vanuit deze werkwijze richting
kunnen geven aan hun eigen leven. De werkwijze van ABW sluit direct aan bij een van de centrale
waarde van de sociaal werker:
‘Artikel 2: Versterken eigen kracht. Een sociaal werker erkent en bevordert de eigen kracht,
verantwoordelijkheid, zelfredzaamheid en sociale participatie van de burger/cliënt’ (van der Meij &
Luttik, 2018, p. 9).
Methodische cyclus
De beroepsproducten worden gemaakt aan de hand van de stappen van de methodische cyclus. De
methodische cyclus bevat de volgende fases: de oriëntatiefase, definitiefase, ontwerpfase,
uitvoeringsfase en evaluatiefase (Spierts et al., 2017). Het nut van het methodisch werken is dat ik
planmatig en gestructureerd werk. Ik doorloop steeds een aantal stappen die regelmatig geëvalueerd
worden en van feedback worden voorzien door mijn collega’s en stagebegeleider. Op basis van de
evaluaties en de feedback die ik heb ontvangen per fase van de methodische cyclus, pas ik de fases
aan. Per fase van de methodische cyclus heb ik op eigen initiatief tussentijdse feedback gevraagd aan
mijn stagebegeleider, een externe partij en collega’s en hun feedback geïntegreerd in de opvolgende
stappen. In mijn verslag ziet u de tussentijdse feedback op de fases, in de blauwe vakken.
Het werken volgens de methodische cyclus heeft als resultaat dat ik kritisch, bewust en efficiënt te
werk ga. Ik draag bij aan de kwaliteit van het methodisch handelen bij AWB, dit uit zich op de
volgende wijze: Doordat ik gefaseerd te werk ga neemt de kans op het maken van fout af, ik heb
namelijk meer greep op wat er gebeurt en daarnaast kijk ik hierdoor vooruit naar de volgende stap.
Ook weten mijn collega’s en cliënten wat zij van mij kunnen verwachten, doordat ik hen tijdig om
5
,feedback vraag en informeer. De instelling krijgt een duidelijk beeld van de taak die ik verricht en van
datgene waar ik voor sta als professional (BTSG, 2019). Ook zorgt het methodisch werken ervoor dat
goed aansluit op de hulpvraag die cliënten hebben. Door telkens feedback te vragen per fase
bevorder ik de kwaliteit van het product. Het beroepsproduct is gevormd op basis de vastgestelde
behoeften en hulpvraag van de cliënten (Vilans, V&VN, Trimbos-instituut, & Calibris, 2014).
Welke competenties behaal ik met beroepsproduct één?
Met dit beroepsproduct wil ik graag de competenties behalen die horen bij de leerdoelen van mijn
praktijkleerplan. Hieronder ziet u een verkorte versie van een pagina uit mijn praktijkleerplan:
Leerdoel 1: Eén activiteit voor een groep jongeren organiseren en begeleiden als groepswerker voor zeven
juni 2021.
Te behalen moduleleeruitkomsten:
- Als beginnend sociaal werker handelen in contact met groepen
- Het inzetten van complexe agogische vaardigheden in het contact en de begeleiding.
Beroepsproduct 1: Ik ga een groepsactiviteit organiseren en begeleiden. Dit wil ik doen in de vorm van een
training. Ik wil dit waarschijnlijk gaan doen over het thema zelfbeeld en/of zelfliefde.
Tot op het heden heb ik alleen één-op-één contact gehad met mijn cliënten en heb ik nooit eerder op een
groep gewerkt. Op deze stage is het van belang dat ik de competenties van een groepswerker leer, omdat ik
ook contact heb met deze jongeren op de groep.
Leerdoel 3: Een positieve samenwerkingsrelatie aangaan met minimaal één collega door een activiteit voor
cliënten te organiseren en uitvoeren voor zeven juni 2021.
Te behalen moduleleeruitkomsten:
- Samenwerken met collega’s uit mijn eigen organisatie en daarbuiten (het formele netwerk)
- Integraal en interprofessioneel samen werken in een (in)formeel netwerk en afstemmen met
verschillende betrokkenen in het uitvoeren van interventies.
- Mij constructief opstellen in relatie tot collega’s, leidinggevenden en het organisatorisch verband.
Beroepsproduct 3: Ik ga samen met een collega een sportactiviteit organiseren. De interventie is gericht op
het leefgebied: gezondheid.
De bovenstaande drie leerdoelen hebben allemaal te maken met het thema ‘Samen werken’. Eerder bij mijn
vorige samenwerkingen in jaar 1 en jaar 2, kreeg ik als feedback dat ik meer inlevingsvermogen naar mijn
medestudenten toe mocht hebben en dat als ik ergens mee zat ik gewoon eerlijk kon zeggen wat ik dacht.
Daarnaast is het voor mij de eerste keer in het werkveld dat ik mij in een context begeef waarin ik
samenwerk met collega’s. In aankomend semester wil ik mij focussen op het samenwerken met mijn
collega’s. Een belangrijk leerdoel voor mij waar ik aan wil werken tijdens de stage is om transparant en
efficiënt samen te werken met mijn collega’s. Ik wil mij vooral focussen op het eerlijk uitten van mijn
gevoelens en gedachten. En dit op een constructieve manier aanpakken. De volgende beroepscode sluit aan
op dit thema:
6
, (BPSW, 2017, p.15)
Beroepsproduct één: Voorlichting seksualiteit organiseren met drie
collega’s
ABW biedt naast begeleid wonen in groepsverband en persoonlijke begeleiding ook
activiteitenbegeleiding aan. ABW staat altijd open voor het ontwikkelen van meer activiteiten. Echter
zijn er door de lage bezetting minder activiteiten op de groep dan gewenst. Zowel de
woonbegeleiders als de cliënten zouden graag meer activiteiten willen uitvoeren. Door het opzetten
en geven van de voorlichting, creëer ik een aanbod op de vraag die AWB heeft. Ik vergroot hiermee
het aanbod van activiteiten voor de cliënten en versterk en vergroot het hulpaanbod van ABW. ABW
ondersteunt de cliënten op verschillende leefgebieden. Het beroepsproduct beoogt het
empowerment proces van de cliënten te stimuleren op de volgende leefgebieden van Huber:
dagelijks functioneren, meedoen, kwaliteit van leven, mentaal welbevinden, lichaamsfuncties en
zingeving (Spierts et al., 2017).
Oriëntatiefase
In deze fase van de methodische cyclus wordt er informatie verzameld die nodig is voor de
vormgeving van de voorlichting.
Het ontstaan van het beroepsproduct
Een collega, Kennia Hurtado Aguirre, vroeg mij of ik met haar een training over seksuele voorlichting
wilde organiseren. Aan de hand van een casus van een cliënte, was zij op dit idee gekomen. Het
meisje van 17 is namelijk seksueel actief en spreekt vaak af met jongens die zij niet kent. Deze
soortgelijke situatie komt ook voor bij vele andere cliënten van ABW. Collega Kennia heeft gevraagd
aan de teamleider Asma of er al interventies werden gegeven bij ABW omtrent het thema
seksualiteit, dit was nog niet het geval. Zij vond het een goed idee dat wij een voorlichting gaan
organiseren. Tijdens de casuïstiekbespreking kwam het idee ter sprake, en heeft Asma gevraagd of
wij de andere twee stagiaires hierbij willen betrekken. Aan de hand hiervan hebben wij op 31 maart
onze eerste vergadering gehad. Uit de vergadering is het volgende voortgekomen. De drie doelen van
deze vergadering waren de volgende:
1. Het besprek van de samenwerking
In het begin van de vergadering heb ik benoemd dat deze voorlichting één van mijn
beroepsproducten wordt. Ik heb hierbij uitgelegd wat er vanuit de opleiding van mij verwacht wordt.
7
,Ook heb ik hen verteld over mijn ontwikkelpunten m.b.t. samenwerken en hoe ik in het verleden heb
samengewerkt met anderen. Ik heb gevraagd of zij mij feedback willen geven op mijn gedrag en ik
heb hierbij nadrukkelijk aangegeven dat ik altijd opensta voor feedback. Ook heb ik hen gevraagd wat
zij verwachten van deze samenwerking. Collega Kennia volgt ook social Work uitstroom jeugd op
Inholland, mijn andere twee collega’s zijn studenten van social Work van de HVA. Hun deadline ligt
eerder dan die van mij dus daar hebben we rekening mee gehouden in de planning. We hebben
tijdens de brainstorm de onderwerpen uitgekozen, besloten dat wij hier allemaal informatie over
opzoeken en dan bij de volgende vergadering pitchen wat we hebben gevonden over welk
onderwerp. Dit verwerken we dan in onze presentatie. We zetten gezamenlijk de presentatie in
elkaar en voeren het ook samen uit. Ieder zal bij de presentatie vertellen over de onderwerpen die zij
heeft uitgekozen. Mijn rol hierin is dat ik actief meedoe, onderwerpen onderzoek, aankaart en
bespreek en meedenk over de uitvoering en vormgeving van de voorlichting. Ook zal ik mijn
samenwerkingspartners feedback geven. Mijn collega’s nemen dezelfde rol aan in de samenwerking
als ik. Bij het uitvoeren van de voorlichtingen zijn we allen betrokken en wij zullen allemaal
presenteren over de onderwerpen die we a.d.h.v. vergadering twee hebben uitgekozen. Daarnaast
betrek ik mijn stagebegeleider elke week op de vrijdag om de voortgang van dit beroepsproduct te
bespreken. Ook houd ik mijn andere collega’s op de hoogte van dit beroepsproduct en vraag ik hen
om tips en ideeën. De bijdrage die mijn stagebegeleider en collega’s leveren is het geven van
feedback op het beroepsproduct.
2. Een tijdsplanning maken over de opzet en de uitvoering.
We hebben gezamenlijk een tijdsplanning gemaakt en deze voorgelegd bij onze teamcoördinator en
stagebegeleiders zijn. Voor de planning verwijs ik u naar de planningsfase.
3. Brainstormen over de onderwerpen die we gaan behandelen
Tijdens de vergadering hebben we nagedacht over welke onderwerpen relevant zijn en zich afspelen
in het leven van de cliënten. Zie ‘definitiefase’ voor een toelichting. Uit de brainstorm zijn de
volgende onderwerpen gekomen:
- Social media, kleding, gepaste foto’s, grensoverschrijding en grenzen aangeven
- Soa’s, voorbehoedsmiddelen, anticonceptie, zwangerschap en misbruik
- Seksuele diversiteit, taboes en religies.
In de vergadering van 21 april is besloten dat de onderwerpen onderverdeeld worden. Ik ga het
onderwerp ‘seksuele diversiteit’ oppakken. We hebben besproken dat we zelfstandig onderzoek
doen naar het eigen onderwerp, en dat we de bijeenkomst daarop samen de presentatie in elkaar
zetten en elkaars stukken bespreken. Ook hebben we besloten dat we de onderwerpen in één
voorlichting bespreken i.p.v. twee voorlichtingen. Dit i.v.m. tijdgebrek.
8
,Definitiefase
In deze fase van de methodische cyclus worden de behoeften van de cliënten, de problemen en de
doelen vastgesteld.
Doelgroepomschrijving
De onderwerpen uit de voorlichting zijn ontstaan vanuit de gedachte dat deze onderwerpen een rol
spelen in het leven van de cliënten van ABW. In dit onderdeel omschrijf ik twee cliënten van AWB op
basis van informatie uit de screening, intake, rapportages en begeleidingsplannen. Deze informatie is
afkomstig uit het informatieverwerkingssysteem van ABW: Kedo.
De cliënten die zonet beschreven zijn, zijn beide cliënten die woonachtig zijn bij locatie Portsmuiden.
Dit is waar onder andere de vrouwelijke cliënten van ABW verblijven. ABW biedt hulpverlening aan
9
, jongvolwassenen van 16 t/m 30 met een licht verstandelijke beperking, psychiatrische stoornissen,
gedragsproblemen en/of delinquent gedrag. De meeste jongeren hebben een meervoudige
complexe problematiek (Accuraat begeleid wonen, 2020).
Vanuit Rapportages uit Kedo en gesprekken met de jongeren en woonbegeleiders is het volgende
naar voren gekomen: Op de woongroep zijn er twee cliënten die in een transitie zijn. Ook zijn er een
aantal cliënten die seksueel gebied verschillende voorkeuren hebben anders dan hetero. Ook is er
een cliënte zwanger geworden. De jongeren zijn seksueel actief. Zij maken veelvuldig gebruik van
social media zoals Azar, instagram, facebook en Tinder. De meiden hebben veel contact met jongens
via internet die zij niet kennen, zij spreken dan ook met deze jongens af.
Behoeften van de cliënten
De doelen komen voort uit de behoeften en de belangen van de cliënten. Het is voor hen van belang
dat zij een luisterend oor hebben, de juiste kennis ontvangen en ondersteunt worden in het vinden
van een eigen identiteit en het hebben van zelfliefde. De veerkracht van de cliënten wordt versterkt
door het stimuleren van hun eigenwaarde.
Ik heb ervoor gekozen om de voorlichting te geven aan de damesgroep omdat zij in vergelijking met
de jongensgroep meer seksuele contacten hebben. Dit heb ik samen met mijn collega’s
geconcludeerd aan de hand van gesprekken met de woonbegeleiders en gelezen aan de hand van de
rapportages uit KEDO. Ook is het risico op bijvoorbeeld zwangerschap bij de damesgroep groter,
gezien zich al eerder een aantal keer een situatie heeft voorgedaan waar twee vrouwelijke cliënten
een zwangerschapstest vroegen aan de begeleiding. Toch zal ik ook de voorlichting geven aan een
aantal jongens van de jongensgroep nadat ik deze heb uitgevoerd bij de vrouwengroep. Dit omdat er
ook een aantal cliënten van de jongensgroep zijn waarbij sekse- en genderdiversiteit een belangrijke
rol speelt in hun leven. Twee jongens zijn namelijk biseksueel, één jongen is homoseksueel, één
jongen is in transitie en een ander ervaart verschillende gevoelens m.b.t. zijn gender.
De doelen
Met de seksuele diversiteit voorlichting beoog ik volgende agogische- en projectdoelen te behalen:
Ik wil graag de volgende drie elementen bij de cliënten veranderen: kennis en opinie, attitude en
gedrag (Heemelaar, 2017).
Toepassingsvariant 1: de informatieve voorlichting.
Kennisoverdracht is hierbij het belangrijkst, opdat de cliënten een weloverwogen beslissing kunnen
nemen (Heemelaar, 2017). Ik wil hen kennisgeven over de verschillende vormen van seksediversiteit,
genderdiversteit en seksuele diversiteit. Ik wil graag dat de cliënten zich bewust worden van dit
thema.
Toepassingsvariant 2: de educatieve voorlichting.
De capaciteit van de cliënt dient met de voorlichting versterkt te worden, zodat de cliënt iets kan
doen met de informatie (Heemelaar, 2017). Aan de hand van de kennis wil ik dat zij met deze kennis
nadenken over de normen en waarden die zij hebben en hoe dit in het dagelijks leven een rol speelt
bij hen.
Toepassingsvariant 3: de persuasieve voorlichting.
De voorlichting is gericht op het overreden en dringt aan. Het gaat hier om het collectief belang van
de samenleving. Het gaat hierbij om het vinden van een oplossing voor maatschappelijke problemen
door directe beïnvloeding (Heemelaar, 2017). In de voorlichting gaat het in gespreksvorm over hoe zij
10