100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Samenvatting Social Research Methods: Pearson New International Edition, ISBN: 9781292020235 Inleiding Sociaal Wetenschappelijk Onderzoek €6,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Social Research Methods: Pearson New International Edition, ISBN: 9781292020235 Inleiding Sociaal Wetenschappelijk Onderzoek

 5 keer verkocht

Samenvatting van literatuur van Inleiding Sociaal Wetenschappelijk Onderzoek

Voorbeeld 4 van de 35  pagina's

  • Ja
  • 15 september 2021
  • 35
  • 2020/2021
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (3)
avatar-seller
kayleighfranken
Literatuur week 1 H1


Hoofdstuk 1


Pseudoscience: een onderzoek dat wordt gepubliceerd met veel jargon en het publiek wil
het waarschijnlijk aannemen, maar het onderzoek is niet op een wetenschappelijke manier
uitgevoerd.

Junk science: het bekritiseren van wetenschappelijk onderzoek wat goed is uitgevoerd en
dat bevindingen heeft waartegen een belangenorganisatie zich verzet.

Innumeracy: een tekort aan kwantitatieve literatuur, een gemis aan nummers.
Scientific literacy: de capaciteit om een wetenschappelijk onderzoek volledig te begrijpen
en om beslissingen te maken die gebaseerd zijn op wetenschappelijke redenering en om te
communiceren op een manier dat de kern van de wetenschappelijke community reflecteert.


Quantitative Approach to Social Research

1. Selecteren van een onderwerp
2. Focussen op een vraag, het onderwerp afbakenen naar een specifieke vraag
3. Ontwerpen van een studie
4. Verzamelen van data
5. Analyseren van data
6. interpreteren van data
7. Informeren van anderen.

Qualitative Approach to Social Research.

1. Erkennen van zichzelf en de context. De start is gelijk met het uitvoeren van
zelferkenning en je topic plaatsen een sociaal-historische context.
2. Adopt a perspective
3. 3-6 het ontwerpen van een studie, en verzamelen, analyseren en interpreteren van
data. Dit is een non lineair proces waarbij je leert tijdens het proces en daardoor
soms een stap terug of een andere richting op moet doen. De onderzoekers gebruiken
en testen vaak niet alleen een bestaande theorieën maar ontwikkelen ook een nieuwe
theorieën. Tijdens het interpreteren van de data creëert de kwalitatieve onderzoeker
nieuwe concepten en theoretische interpretaties. design a study and collect, analyze
and interpret data.
4. Informeren van anderen.



Waarom is het noodzakelijk om te leren hoe sociaal wetenschappelijk
onderzoek uitgevoerd moet worden? (p.22-23)

1. Om kennis te vergaren over de sociale wereld op manieren die het falen van
alternatieve, niet wetenschappelijke manier van kennis vergaren ontwijkt.
2. Beter worden in keuzes maken.

Literatuur week 2 H3 en H6

Hoofdstuk 3 literatuur

,Verschil theorie en ideologie

1. Zekerheid van antwoorden. Veel mensen vinden comfort in ideologieën omdat
ze een absolute waarheid en zekerheid in de antwoorden bieden. Ideologieën geven
mensen het gevoel van zekerheid en veiligheid. In tegenstelling tot wetenschappelijke
theorieën, deze theorieën bieden alleen voorlopige antwoorden en zeggen niks met
volledige zekerheid. Veel mensen voelen zich niet fijn bij de onzekerheid en
voorlopigheid van de theorieën.
2. Type van kennissystemen verschilt. Ideologieën bieden een gesloten
kennissysteem aan wat maar weinig veranderd. Ideologieën beweren alle antwoorden
te hebben en vinden verbetering niet nodig. Wetenschap, daarentegen, is een open
kennissysteem dat altijd aan het groeien en vernieuwen is. De antwoorden zijn niet
compleet en staan open voor herziening.
3. De type assumpties verschillen. De assumpties in ideologieën zijn gemaakt, niet
flexibel en onbetwist. De meeste ideologische assumpties ontstaan vanuit 1 van deze 3
bronnen:
- Religie/geloof
- Op waarde gebaseerde positie, bv liberaal
- Het standpunt vanuit de sociale positie, bv rijk

Wetenschappelijk onderzoek ontstaat in een open debat of discussie in de wetenschappelijke
community en het evolueert met de tijd. Er zijn verschillende meningen of de sociale positie
van een wetenschapper de theorie mag beïnvloeden. Sommige onderzoekers zeggen dat
onderzoekers een unieke “relational” positie hebben. Dit houdt in dat sociale wetenschappers
van diverse gebieden uit de bevolking komen en dat zij zich zeer bewust zijn val de diversiteit
in de bevolking en dat zij goed kunnen reflecteren in wat voor unieke sociale positie zij zitten.

4. Het gebruik van normatieve uitspraken verschilt. Ideologieën bevatten veel
normatieve assumpties, ideeën en statements. Ze nemen een normatieve positie aan.
Een normatief statement vraagt zich af hoe het zou moeten zijn. Weinig
wetenschappelijke theorieën maken gebruik van normatieve statements. Ze maken
juist gebruik van descriptieve statements.
5. Het gebruik van empirisch bewijs verschilt. Supporters van een ideologie
zullen selectief bewijs interpreteren op zo’n manier dat het de ideologie beschermt.
Ze maken vaak gebruik van persoonlijke ervaringen. Door het gesloten
kennissysteem hebben ze al de zogenaamde antwoorden en negeren ze tegengesteld
bewijs. Sociale theorieën zijn open systemen en verwelkomen elk bewijs. De kennis
bouwt zich op over tijd.
6. Vraag naar logische consistentie verschilt. Ideologieën bevatten vaak
tegengestelde logica en zijn gebaseerd op cirkelredenering. Sociale wetenschappers
staan er juist op dat theorieën logisch consistent zijn. Als er tegengesteld bewijs
wordt gevonden, wordt de theorie aangepast.
7. De transparantie verschilt. Ideologieën maken vaak gebruik van gebieden waarin
veel mysterie en geheimzinnigheid is. Ze zijn op zoek naar gehoorzaamheid.
Theorieën zijn juist erg transparant. Wetenschappers verbergen niks.



Onderdelen van sociale theorie

Assumpties

Assumptie: Een startpunt of geloof wat nog niet getest is in een theorie en noodzakelijk is
om een theoretische uitleg te maken.

Background assumption:

,Theorieën over complexe sociale issues, zoals bijvoorbeeld raciale vooroordelen, zijn
gebaseerd op verschillende impliciete background assumptions.

Tractable assumptions: kan wel of niet gelden. Als je bijvoorbeeld raciale vooroordelen
zou willen onderzoeken dan zou je kunnen aannemen dat het in verschillende gradaties
speelt. Je zou ook kunnen aannemen dat mensen wel raciale vooroordelen over andere
groepen maar niet over de eigen groep.

Parsimony: makkelijker is beter.

Theoretisch concept

1. Concept kan uit 2 vormen bestaan: symbolen of definities.
2. Concept clusters: concepten uit onderling verbonden groepen.
3. Variabelen concepten: gaat over hoeveelheden, getallen bv inkomen.
4. Non variabelen concepten: bv familie of bureaucratie.
5. Single concepts: bevatten 1 dimensie.
6. Complex concepts: bevatten meerdere dimensies en is vaak abstracter.
- Ideal type: een type van complex concepts. Is een abstract concept dat
meerdere concrete concepten bevat. Ze zijn kleiner dan een theorie maar
helpen om er 1 te bouwen.
7. Concept classification: een complex, multidimensionaal concept met subtypes dat
tussen een single concept en een comple theoretische uitleg ligt.

Typology: een theoretische classificatie of quasi-theorie dat gecreëerd is door het
combineren van 2 of meer simpele concepten om zo een vorm van onderling verbonden
subtypes te creëren.

Scope: concepten variëren in de scope. Sommige concepten zijn van toepassing op 1
bepaalde tijd/plek/activiteit etc. en andere tot meerderen.

Proposition: een theoretisch statement tussen de relatie tussen 2 of meer concepten.

Hypothesis: een empirisch toetsbare versie van een theoretische propositie dat nog niet is
getest of gecontroleerd met empirisch bewijs. Het wordt vaak gebruikt in deductief
onderzoek en kan ook wel een verwachting worden genoemd.

Kinds of relationships: Theorieën vertellen ons niet alleen of concepten wel of niet
verbonden zijn, ze specificeren deze relaties ook. Ze vertellen ons bijvoorbeeld of een relatie
sterk/zwak, direct/indirect, positief/negatief is.

Unit of analysis: bv groepen/individuen etc. die onderzocht worden.

Aspecten van sociale theorie:

1. Direction of theorizing, deductief/inductief
2. Level of Analysis,
- Micro, theorie die focust op het level van het sociale leven dat in kort
tijdsbestek gebeurt bv face-to-face gesprekken.
- Macro, theorie die focust op het level van sociale leven van instituties, grote
delen van de maatschappij etc. en dat gebeurt of een langer tijdsbestek.
- Meso, theorie die focust op de relaties, processen en structuren op een
midlevel van de maatschappij bv. organisaties/gemeenschappen en
gebeurtenissen die of een matig tijdsbestek gebeuren (maanden, aantal jaar of
een decennium)
3. Theoretical focus,

, - substantief, theorie die specifiek gelinkt is aan een bepaald topic.
- formeel, een theorie die over meerdere topics gegeneraliseert kan worden.
4. Form of explanation, causaal/structureel of interpretatief.
5. Range of a theory, empirische generalisatie/middle-range theorie of framework

Causale verklaring: indiceert een oorzaak-gevolg relatie tussen bepaalde concepten. Een
causale verklaring moet aan de volgende eisen voldoen:

1. Temporal order, de oorzaak moet eerder komen dan het effect.
2. Associatie, de 2 fenomenen moeten in een patroon voorkomen.
3. Eliminating alternatives, andere mogelijke verklaringen moeten worden
uitgesloten.
4. Specifying the mechanism in a causal relationship means, wanneer we een
causale verklaring creëren moet je meer dan 2 variabelen hebben die gecorreleerd
zijn. Een volledige causale verklaring identificeert een causale relatie en specificeert
een causaal mechanisme.
5. Outlining the causal chain, je wil elk deel van de ketting evalueren.

Positieve relatie: Een associatie tussen 2 concepten of metingen, waarbij als de een meer
wordt de ander ook meer wordt.

Negatieve relatie: Een associatie tussen 2 concepten of metingen, waarbij als de een
minder wordt de ander minder wordt.

Structurele verklaring: een type van theoretische verklaring over waarom gebeurtenissen
plaatsvinden en hoe dingen werken. Dit wordt uitgelegd door middel van een structuur,
waarbij locatie, afstanden, afhankelijkheden en relaties tussen posities benadrukt worden.

Hoofdstuk 6 literatuur.

Triangulation: het idee dat iets van meerdere kanten bekijken de nauwkeurigheid
bevordert.

- Triangulation of measure: meerdere metingen maken van hetzelfde fenomeen.
- Triangulation of observers: gebruik maken van meerdere observeerders in je
onderzoek.
- Triangulation of theory, gebruik maken van meerdere theoretische perspectieven
om data te interpreteren. Elke theorie heeft namelijk zijn eigen assumpties en
concepten.
- Triangulation of method, mixt de kwalitatieve en de kwantitatieve methode. Je
kan de methodes tegelijkertijd gebruiken, eerst de een en dan de ander of
opeenvolgend.



Verschillen in kwalitatief en kwantitatief onderzoek

Data:

- Soft data: woorden, symbolen, foto’s > kwalitatieve methode.
- Hard data: getallen > kwantitatieve methode

Beginselen van het onderzoeksproces:

- Kwalitatief > gebaseerd op de principes van de interpretatieve of kritische
wetenschap (interpretive/critical social science). Je kijkt naar cases, hun context en

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper kayleighfranken. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 69052 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€6,99  5x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd