Summary readings and lectures
Wat is Politiek?
Domeinbenadering > Politiek vindt plaats bij bepaalde sociale domeinen en wordt verricht door
bepaalde actoren...
Politiek wordt vaak vereenzelvigd met de staat, of speelt zich af binnen de staat.
Politiek wordt daarmee verbonden met begrippen als regeringen, beleidsmaatregelen,
bestuur en fysieke territoria (stadstaal, provincie, land).
Aspectbenadering > Politiek kan overal zijn en door iedereen worden verricht, en de 'politiek' ligt in
eigenschappen van gebeurtenissen/ontwikkelingen:
Kenmerkend is bijv. strijd om de macht, conflicten, verdelingsvraagstukken
...niet alleen maar in en door staten/regeringen, maar ook in scholen, kerken, collegezalen
en door families, verenigingen, vakbonden, enz.
...ook zonder helder organisatorisch verband: "buurt-politiek", internationale politiek,
mondiale terreurbewegingen, enz.
Domeinbenadering
Bijv: 'Politiek is...'
1. ...de wetenschap die het leven van de staat bestudeert' (Jan Barents, eerste Hoogleraar
Politicologie Amsterdam, 1948)
2. ... het proces waarin maatschappelijke conflicten worden uitgedrukt, "verbonden" en
"opgelost” in staatsapparaten, en dat qua vorm verloopt volgens de mechanica van de
macht'(Stuurman, 1982).
Kantekeningen: Te nauw: Impliceert dat andere actoren/domeinen ondergeschikt zijn aan de staat.
Te grof: Zegt te weinig over proces en interactie die wij associëren met de politiek.
Aspectbenadering (Not everything is potitical , but politics is everywhere) Bijv:
‘Politiek...'
1. ...gaat om wie wat krijgt, en hoe men dat krijgt'(Lasswell, 1936)
2. ...is het bepalen en toedelen van macht'(Lasswell & Kaplan, 1950).
3. ...is "conciliatie" door macht te verdelen in gemeenschappelijke besluitvorming' (Crick 2005
á la Aristotles).
4. 'Puur conflict is oorlog, pure samenwerking is liefde, politiek is de vermenging daarvan
'(Laver, 1984).
Kantekeningen: Vaak te breed of te nauw (en te grof): Wat is dan niet politiek? En dit zegt vaak nog
te weinig over proces en interactie van de politiek.
Invloedrijke Aspectbenadering
‘Politics is... interaction through which values are authoritatively allocated for a society' (Easton
1965)
De politiek is de interactie waardoor bindende waardentoedeling (waarden en normen maar ook
materiële waarden) plaatsvindt voor een samenleving' (Easton, 1965)
,"The process by which people negotiate and compete in the process of making and executing shared
or collective decisions.(MeCormick, Hague, Harrop)
'Het proces waardoor mensen onderhandelen en concurreren om collectieve besluiten te nemen en
uit te voeren?
Aantal algemene aspecten van politiek (voortbouwend op Van der Eijk):
1. Politiek gaat om collectiviteiten (twee of meer mensen, groepen, samenlevingen, staten, regio's,
van een huishouden tot mondiale toneel);
2. Politiek gaat over zaken die een collectiviteit moet regelen/ oplossen (iets wat opgedeeld kan
worden, gereguleerd kan worden, en/of bestaansrecht en identiteit van groepen/leden);
3. Politiek gaat om 'onenigheid', botsingen tussen verschillende belangen/identiteiten van
mensen/collectiviteiten (individuen, staten);
4. Politiek gaat om verschillende vormen van actie/interactie/ regulering/beheersing van zo'n
onenigheid (conflict/samenwerking van deliberatie tot oorlog).
5. Politiek gaat om macht en machtsgebruik (van dwang tot omkoping tot persuasie);
The essence of Politics chapter 1
Aspect perspective on politics > Politics is present in all situations where interactions between
people are structured by (differences in) power, authority and control. Therefore, we find politics
everywhere: in firms and voluntary organisations, in churches, in schools and of course also in the
state and its related institutions.
A lot of authors use the word power to describe politics. But some us conflict (mixture with
cooperation), collective decisions, distribution of resources (scarce). Etc. These are all situations
where people interact. These might be different words but, in the end, people largely agree on what
is considered as political.
The domain perceptive on politics > Politics is only to be found in its own political domain. (domain =
state, government, public administration)
Hoorcollege 2
Politicologie mengt zich in politieke debatten, nog-niet beantwoorde vragen in de politiek, die
daardoor controversen zijn.
Typen debatten
Beschrijvende debatten/vragen
Bijv.: Wat definieert en zijn de verschijningsvormen en maat van recht- nationalistisch populisme?
Verklarende debatten/vragen
Bijv.: In hoeverre wordt rechts-nationalistisch populisme beïnvloed door inkomstongelijkheid?
Normatieve debatten/vragen (hoe zou de wereld er uit moeten zien)
Bijv.; Wat zouden gevestigde partijen moeten doen om steun voor rechts-nationalistisch populisme
te verminderen?
,Omvang 'politieke vragen/debatten
• 'Context-specifieke 'Debatten, Context-specifiek in tijd en plaats en probleem-specifiek,
gedeeltelijk oplosbaar door empirisch onderzoek
bijv. Waarom heeft Trump de 2016 verkiezing-VS gewonnen? Wat verklaart de Eerste Wereld
Oorlog?
• Mid-level' Debatten, Probleem-specifiek, gedeeltelijk oplosbaar door empirisch onderzoek. Geven
antwoord op een probleem. Algemene debatten.
bijv. Wat ligt achter rechts-nationalistisch populisme? Wat zijn de oorzaken van interstatelijke
oorlogen?
• Eeuwige Debatten, Allesomvattend en paradigmatisch, niet oplosbaar door empirische onderzoek.
Normatief (wat is de verhouding tussen de directe democratie en vertegenwoordiging),
fundamenteel
bijv. Wat is de relatie tussen de politiek en de economie?
Realisme versus Liberalisme versus Marxisme
Politicologie is een sociale wetenschap die theorieën ontwikkelt en empirische onderzoek uitvoert
om politieke vragen te beantwoorden.
2. Het wetenschappelijk hiervan is dat antwoorden ontwikkeld en gepresenteerd worden met
transparante twijfel - door expliciet de onzekerheidsgraad van antwoorden in te schatten en aan te
geven. ....transparante twijfel t.o.v. de helderheid en logische kwaliteit van de concepten en
theoretische stellingen. ....transparante twijfel t.o.v. de maat waarvan theoretische stellingen
overeenkomen met de empirische wereld.
, Minimaal= minimumvereiste om iets te definiëren.
Ideaaltype = meest volledige omschrijving, in de puurste vorm.
Empirische argumenten
Anekdotes (fout, misschien is het de uitzondering op de regel)
Kwalitatieve casussen (fout, appels met peren vergelijken) (etnografisch, historisch. Etc)
Beschrijvende kwantitatieve informatie (fout, oorzaak gevolg niet duidelijk) (incidentie
oorlog in vergelijking met openheid economie) (bijv: van die 2000 mensen 400 op de VVD
stemmen)
Inferiëntiele kwantitieve informatie (bijv. Als er vandaag verkiezingen zouden zijn, dan zou
18% op de VVD stemmen., je generaliseert buiten je eigen casus om) (waarom stemmen
mensen op de VVD? Waarom slagen sommige revoluties wel?)
Kwantitatieve methode > Kenmerken, variabelen en terugbrengen naar getallen.
Normatief > Wenselijk, Empirisch > Feitelijk
