Je hebt verschillende ontwikkelingsfasen naar volwassenheid
Afhankelijk van waar je inzit (peuter, kleuter, puber) heeft de opvoeding die ouders
bieden te maken met het leiden van je kind naar een gezonde volwassenheid
1. ondersteuning bieden
vb. bemoedigen, accepteren, helpen, samenwerken, affectie tonen
er aan verwant: responsief en responsief
2. instructie geven
- duidelijk maken aan het kind wat de bedoeling van iets is en welk gedrag verwacht
wordt
- gevolg: kind steeds beter in staat om zelf beslissingen te nemen en zelfstandig door
het leven te gaan
3. controle uitoefenen
autoritaire controle: ho stop niet verder gaan, je oefent veel controle uit. Vb. als je kind
op straat oversteekt dan trek je aan zijn jasje.
autoritatieve controle: ga je adequaat kijken waar kan ik de controle loslaten en waar
moet ik nog wel de controle uitoefenen.
Dit heeft verschillende effecten: negatieve invloed vs. positieve invloed
4. grenzen stellen
stellen van grenzen vereist de ouder:
consequent gedrag
respect voor autonomie van kind
biedt gelegenheid om zich op eigen wijze te ontwikkelen
Pedagogische opvoedingsdoelen
doel: kind groeit op tot een volwassen persoon die zich kan handhaven in de
maatschappij
Intentioneel opvoedingsgedrag: ouder is erop gericht doelstellingen te bereiken
Specifieke opvoedingsdoelen: afhankelijk van de opvattingen ouder; normen/waarden;
cultuur
Opvoedingsopgaven stellen kinderen in staat ontwikkelingstaken te volbrengen
Opvoedingsopgaven zijn normatief (bij elk gezin is het anders, en elk kind heeft een
andere opvoedingsstijl nodig) en afhankelijk van ontwikkelingsfase van het kind
Communicatiepatroon
Draagkracht en draaglast
Dit kan helpen aan dat er aan de ene kan risico’s zijn, dus draaglasten en aan de
andere kant zijn er beschermende factoren, draagkrachten.
Dit model helpt om te zien waar het probleem ligt bij een gezin.
Opvoed milieus
het gezin
school
de maatschappij
technologische ontwikkelingen
Doel van socialisatie: “Het verwerven van de competenties om de rollen in de
samenleving goed te kunnen vervullen. De invulling van deze rollen is afhankelijk van
iemands culturele achtergrond”.
,Onderlinge cohesie:
betrokkenheid en harmonie
(harmonisch gezin)
Opvoedstijlen
= manier waarop ouders
invulling geeft aan zijn omgang
met het kind (opvattingen t.o.v.
gevoel en gezag)
1.2 Motivatie (Psychologie)
, Wat is motivatie?
Alle processen met betrekking tot:
1. Het voelen van een behoefte of verlangen (bv. Eetlust, zin in seks)
2. Het activeren, selecteren, sturen en volhouden van mentale en fysieke activiteiten
die gericht zijn op bevrediging van de behoefte of het verlangen (bv. Wat is er
nog in huis? Naar de voorraadkast gaan, iets pakken en klaarmaken of bereiden)
3. Het reduceren van de behoeftesensatie (bv. Het eten opeten)
Extrinsieke en intrinsieke motivatie
Extrinsieke motivatie
Het verlangen om een activiteit uit te voeren omwille van een externe consequentie,
zoals een beloning of straf.
Intrinsieke motivatie
Het verlangen om een activiteit uit te voeren omwille van de activiteit zelf, en niet
vanwege een externe consequentie
Wanneer werken beloningen?
Effectief om mensen te motiveren om dingen te doen die ze anders niet zouden
doen?
Bv. Bijvoorbeeld: dienst – wederdienst, computertijd, iets lekkers en geld.
Beloningen kunnen de motivatie verhogen, mits ze worden gegeven voor een
goede prestatie.
Beloningen kunnen de motivatie beïnvloeden als ze worden gegeven zonder
rekening te houden met de kwaliteit van het werk.
Een beloning werkt alleen als het gewenste gedrag toeneemt!
Zelfdeterminatietheorie
Drie basisbehoeften vanuit de omgeving
1. Autonomie, verwijst naar de wens om psychologisch vrij te kunnen handelen en
niet onder druk te staan
2. Competentie, mensen voelen zich bekwaam om een gewenst resultaat neer te
zetten
3. Verbondenheid, de wens om positieve relaties op te bouwen met anderen, zich
geliefd en verzorgd voelen en zelf voor anderen te zorgen.
Bv. Stel je gaat een taart bakken dan zijn deze drie basisbehoefte dus erg belangrijk. Je
kunt gedemotiveerd raken als een van deze drie behoefte er niet is. Dus bij autonomie
is dat als je bijvoorbeeld het op een bepaalde manier moet doen, maar je wilt het niet op
deze manier. Ook bij competentie is het zo dat als je het idee hebt dat het je niet gaat
lukken dan raak je gedemotiveerd.
Dus: autonomie en competentie zijn bepalend voor intrinsieke motivatie.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper rianbrndsn. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.