Door: M vd M
Stationstoets DHV
Alles van jaar 1
, Door: M vd M
Omgang & fixatie hond
Door een dier in rust te fixeren, wordt voorkomen dat het dier teveel stress zal krijgen en onderzoekswaarden niet
betrouwbaar zijn.
- Bij voorkeur wordt een dier gefixeerd met behulp van de eigenaar. Als dit niet veilig kan, dan wordt een
assistente ingeschakeld.
- Afhankelijk van het gedrag van het dier en de diersoort wordt bepaald welke fixatiemethode wordt gebruikt:
muilkorf of muilband, zitten, zijligging, borstligging.
- Wanneer fixeren teveel stress oplevert of niet veilig kan (honden met korte snuit), dan kan er worden gekozen
voor sedatie.
◼ Snuitje
Een snuitje wordt bij voorkeur om gedaan als de hond nog rustig is of weer tot rust gekomen is na agressie. Bij
voorkeur wordt het snuitje in één keer opgedaan, zodat de hond geen weerstand biedt en het stressniveau (en de
agressie) niet oploopt.
◼ Facelift
1. Je pakt de hond in één beweging van achter bij de halsband
2. Je pakt een pluk huid samen met de halsband en je steekt je duim onder de halsband
door. Dit doe je bij beide kanten, zodat je de hond als het ware vasthebt bij zijn ‘wangen’
en je de kop vrij kan bewegen.
◼ Muilkorf/ muilband: honden
Bij zeer agressieve honden wordt bij voorkeur een (linnen) muilband gebruikt. Om een muilkorf om te doen, moet
men met zijn handen te dicht in de buurt komen van de bek. Een muilband kan worden vastgemaakt met afstand
en kan in één beweging los worden gemaakt.
1. Hond wordt gefixeerd met de facelift
2. Men werpt de band onder de kaak van de hond
3. Met een vloeiende beweging wordt een knoop gemaakt die onder de kaak sluit
Een knoop óp de neus, zou het zachte neusdeel kunnen dichtdrukken
4. De band wordt achter de oren geknoopt
5. Een lus op de kop werkt het af
• Wanneer afstand bewaren niet heel noodzakelijk is, kan er ook een wijde lus met een halve knoop over de
snoet worden geschoven.
, Door: M vd M
◼ Zitten
Zitten is handig voor bloedafname en voor onderzoek van de kop, hals en voorpoten. Meestal zullen honden
gaan zitten op commando. Katten kunnen het best op de arm worden genomen in zithouding.
◼ Zijligging
▪ Soms wordt een hond opgetild en direct op de tafel in zijligging gelegd.
▪ Bij kleine honden is dit vaak geen probleem.
▪ Bij middelgrote honden worden de poten onder de hond getrokken, terwijl deze staat.
▪ Bij grote honden wordt de hond is in zit-stand gebracht.
1. Dier zit
2. De kop wordt (min of meer) gefixeerd door de halsband vast te houden
3. De nabije voor- of achterpoot wordt onder de hond vandaan getrokken
4. Een assistent vangt de ‘val’ op
5. De hond glijdt in de zijligging.
6. Extra fixatie: de rechterelleboog wordt op tafel geplaatst, zodat er een driehoek ontstaan. De kop zit
klem tussen de arm en de romp. Met de linkerhand wordt de onderste
voorpoot vastgehouden, zodat het dier niet overeind zal komen. Met de
rechterhand de onderste achterpoot.
◼ Borstligging / sfinxhouding
Borstligging / sfinxhouding is handig voor oogonderzoek of om de oren te spoelen. Om ook de kop te fixeren,
wordt er een soort bankschroef gemaakt.
1. Hond zit
2. Voorpoten over de rand van de tafel
3. Omvat de snoet met de ene hand
4. De duim van de andere hand gaat door de halsband
5. De hand gaat onder de kop door en houdt de andere arm vast
◼ Pil geven:
1. Snoet vasthouden achter de voortanden
2. Kop een beetje achterover trekken
3. Met de pink de onderkaak naar beneden drukken
4. Pil laten vallen
, Door: M vd M
◼ Pil geven met lepel:
1. Snoet vasthouden achter de voortanden en kop naar achter trekken
2. Wat water op de lepel doen en het pilletje erop leggen
3. Pil en water naar binnen gieten
Ziektegeschiedenis & A.I. hond:
◼ Signalement
De onveranderlijke kenmerken
1. Diersoort
2. Ras
3. Geslacht
4. Leeftijd
- Geboortedatum
- Leeftijdsschatting
› Gedrag
› Bouw
› Bespiering (kop, scapula, lendenen → dus op plaatsen waar benige uitsteeksels goed voelbaar zijn
bij slechte bespiering) – voelen!
› Gebit
o Melkgebit: witter, kleiner en spitser
o Slijtage van de snijtanden (va ongeveer 1,5 jaar)
o Aanwezigheid tandsteen
o Terugtrekking van het tandvlees
o Uitvallen
Lippen omhoog houden, bek hoeft hiervoor niet geopend te worden)
› Lenscataract (va ongeveer 6/7 jaar)
› Kleur van de vacht en type van de vacht
5. Kleur en aftekening
6. Bijzondere kenmerken (b.v. geamputeerde staart)
◼ Anamnese
1. Ioatrotrope probleem/reden van bezoe
2. Algemene informatie over het functioneren van het dier:
A. Verrichtingen ter handhaving van de homeostase, o.a.
› Eten
› Drinken
› Urineren
› Defeceren
› Gaswisseling (benauwd, hijgen, hoesten, bijgeluiden)
B. Interactie met mens en dier
› Voortbeweging
› Activiteit
› Reactie op prikkels
› Uiterlijk
› Gedrag
› Geslachtelijke activiteit
3. Leefomstandigheden