In deze samenvatting staat alle informatie die je nodig hebt voor het tentamen Van Start Tot Arts. Het gaat om hoofdstuk 1 t/m 8 en delen van hoofdstuk 9 en 11.
Het geneeskundig proces: klinisch redeneren van klacht naar therapie
Zevende, herziende druk
Hoofdstuk 1: Klinisch redeneren binnen het geneeskundig proces
Klinisch redeneren verloopt cyclisch:
In de diagnostische fase moet de arts goede communicatieve vaardigheden hebben (goed
waarnemen en luisteren), goed kunnen samenvatten en het probleem definiëren en de arts moet
een hypothese kunnen genereren.
De diagnostische fase eindigt na het stellen van een diagnose.
Hoofdstuk 2: Symptomen, klachten … en dan?
De premedische fase
Het consulteren van een arts gebeurt maar bij een minderheid van de klachten: het
ijsbergfonomeen.
Het uiten van een klacht heeft als doel dat de ander de klacht hoort en reageert. Elke klacht heeft
een:
- Inhoudsaspect: wat de klager letterlijk zegt
- Betrekkingsaspect: de bedoeling die de klager heeft met het mededelen van de klacht.
Wat iemand als afwijkend, dus als klacht, ervaart wisselt van persoon, tijd en cultuur.
Tegenwoordig is er disease mongering: het proces waarbij de grenzen tussen ziek en niet-ziek
worden opgerekt om zo nieuwe afzetmarkten te creëren. Vaste elementen zijn: overdrijven van de
prevalentie, benadrukken dat artsen het probleem onderdiagnosticeren en suggereren dat elke vorm
van die ziekte behandeld zou moeten worden.
Illness = de persoonlijke ervaring van de klacht voor de patiënt.
Disease = de medische verklaring van artsen voor de klachten van de patiënt.
Sickness = ziekenrol. Volgens Parsons moet je aan een drietal normen voldoen; de patiënt wordt
tijdelijk ontheven van sociale verplichtingen, de patiënt wordt niet verantwoordelijk gehouden voor
de ziekte en de patiënt is verplicht mee te werken om beter te worden.
Als je klachten of een ziekte hebt betekent het niet gelijk dat je je ook ziek voelt.
Positieve gezondheid is het vermogen zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht
van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven.
Ziektegedrag beschrijft wat zich afspeelt vanaf het ervaren van een symptoom tot aan het bezoeken
van een hulpverlener. Het is een onderdeel van het omgaan (coping) met klachten waarbij een
, aanpassing aan de leefomgeving en aan de eigen mogelijkheden en beperkingen centraal staat. Het
wordt beïnvloed door kennis en begrip over het ontstaan van ziekte.
Twee verschijnselen kunnen het waarnemen van symptomen versterken:
- Selectieve aandacht -> kan voortkomen uit eerdere ziekte, extra letten op hart als iemand ooit
hartinfarct heeft gehad.
- Negatieve affectiviteit -> persoonlijkheidseigenschap, iemand die relatief veel negatieve emoties
heeft ervaart meer klachten en roepen eerder de hulp van een arts in.
Gedachten en interpretaties van symptomen of ziekte noemt men ziektecognities of percepties.
Cognities beïnvloeden de emotionele reacties en kunnen betrekking hebben op de aard van de
aandoening, de oorzaak, de gevolgen, de duur en de controleerbaarheid.
- Attributies = patiënten zoeken ideeën over oorzaken van het ontstaan van klachten
- Self-efficacy = mate waarin een individu zichzelf in staat acht invloed uit te oefenen op eigen
klachten
- Locus of control = in hoeverre iemand een externe verantwoordelijkheid aanwijst voor hoe het
gaat of zichzelf verantwoordelijk voelt voor wat er gebeurt.
5 manieren van hulpzoekgedrag:
- Niets doen -> het gaat vanzelf wel weer over. Het lichaam beschikt over adequate
aanpassingsmechanismen (adaptatie) en veel klachten verdwijnen zonder hulp van buitenaf
(self-limitingbeloop).
- Leken raadplegen -> op zoek naar verklaringen en behandeling van klachten beginnen velen raad
te vragen in eigen kring (lay referral system).
- Zelfzorg -> alle activiteiten die iemand kan ondernemen om klachten te verlichten of gezondheid
te bevorderen zonder hulp van professionals.
- Complementaire geneeswijzen -> vaak chronisch zieken, klachten of ziekten waar de reguliere
geneeskunde geen remedie op heeft.
- Professionele reguliere medische hulp -> het inschakelen van een arts
SCEGS:
- Somatisch -> alle lichamelijke aspecten
- Cognitie -> o.a. de premedische fase, waarom is de patiënt naar de arts gekomen?
- Emotie -> de emoties van de patiënt (vooral gerelateerd aan de klacht)
- Gedragsmatige aspecten -> wat de patiënt zelf heeft gedaan om de klachten te verminderen
- Sociaal -> sociale steun
Hoofdstuk 3: Van klacht naar hulpvraag
Hulpvraagverheldering
De ernst van de klacht, leeftijd, sociaaleconomische status, sociale netwerk, opvattingen over en
ervaringen met de gezondheidszorg, aangeleerd gedrag als kind spelen allemaal een rol bij het wel of
niet raadplegen van een arts.
De huisarts is poortwachter voor het ziekenhuis (de tweede lijn). Hij bepaalt meestal samen met de
patiënt of verwijzing naar de tweede lijn nodig is. Ook verwijst de huisarts door binnen de eerste lijn,
bijvoorbeeld de fysiotherapeut.
Mensen die psychopathische hulp willen kunnen naar de gemeente (Wmo-loket) of naar de huisarts.
Spreekuur bij de huisarts: praktijkassistente bepaalt noodzaak, urgentie en plaats van contact.
Spreekuur bij specialist: patiënt belt afsprakenbalie of andersom, er is een doorverwijzing nodig.
De ideale arts is:
- Deskundig en bekwaam
- Een vertrouwenspersoon
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nilawitte. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.