100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Begrippenlijst Neurobiologische achtergronden A €2,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Begrippenlijst Neurobiologische achtergronden A

 8 keer bekeken  1 keer verkocht

Een begrippenlijst voor Deeltentamen A van Neurobiologische achtergronden.

Voorbeeld 2 van de 6  pagina's

  • Nee
  • Hoofdstuk 1, 2, 3 & 11
  • 30 september 2021
  • 6
  • 2021/2022
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (43)
avatar-seller
nadinedevogel
Neurobiologische achtergronden Begrippenlijst

Chapter 1 – Introduction to Social Neuroscience
- Hyperscanning = het tegelijk bestuderen van twee of meer hersenen.
The emergence of social neuroscience
- Sociale psychologie = een poging om gedachten, gevoelens en gedragingen van
individuen, die beïnvloed worden door de aanwezigheid van anderen, te begrijpen en
te verklaren.
- Cognitieve psychologie = de studie van mentale processen, zoals denken,
ontvangen, praten, gedragen en plannen.
- Ecological validity = een benadering of maat die buiten het laboratorium gebruikt
kan worden.
The social brain?
- Modulariteit = bepaalde cognitieve processen of hersendelen zijn beperkt in het type
informatie wat zij kunnen verwerken.
- Domein specifiteit = een cognitief proces of hersendeel is gespecialiseerd in het
verwerken van één type informatie.
Is neuroscience an appropriate level of explanation for studying social behavior?
- Reductionisme = een verklaring wordt na verloop van tijd vervangen door een
andere en makkelijkere verklaring.
- Reverse inference = een manier om bruggen te bouwen tussen de verschillende
niveaus van verklaren waarbij geprobeerd wordt om de natuur van cognitieve
processen af te leiden van neurowetenschappelijke data.
- Forward inference = het tegenovergestelde van reverse inference, dit houdt in dat
neurowetenschappelijke data afgeleid wordt van cognitieve processen.
- Blank slate = het brein leert dingen uit de omgeving zonder van tevoren kennis te
hebben over deze dingen.
- Culturele neurowetenschappen = een interdisciplinair onderzoeksveld wat culturele
psychologie, neurowetenschappen en neurogenetica samenbrengt.
- Gene-culture co-evolution = cultuur kan invloed hebben op de frequentie van
genen die aanwezig zijn in een populatie en genen hebben invloed op culturele
evolutie.
- Collectivistische cultuur = individuen uit een cultuur delen dezelfde doelen.
- Individualistische cultuur = individuen uit een cultuur hebben eigen doelen.

Chapter 2 – The Methods of Social Neuroscience (boxes)
Structure and function of the neuron
- Neuronen = hieruit bestaat het zenuwstelsel.
- Dendrieten = ontvangen informatie van andere neuronen waardoor communicatie
mogelijk is.
- Axon = zendt informatie naar andere neuronen.
- Synaps = een kleine ruimte tussen het axon van de presynaptische neuron en de
dendrieten van de post-synaptische neuron waarin neurotransmitters vrijkomen.
- Actiepotentiaal = een verandering in elektrische verhoudingen tussen het neuron en
de buitenkant van het neuron.
- Neurotransmitters = chemische signaalstoffen die de synaptische werking van de
neuronen beïnvloeden.
- Centraal zenuwstelsel = hersenen en ruggenmerg.
- Perifeer zenuwstelsel = lichaamszenuwen.
- Somatisch zenuwstelsel = bewuste/vrijwillige controle van spieren, zoals grijpen,
en sensorische informatie.

, - Autonoom zenuwstelsel = onbewuste/onvrijwillige controle van lichaamsfuncties,
zoals ademhalen of je hartslag.
- Sympathisch zenuwstelsel = beschikbaar maken van energie.
- Parasympatisch zenuwstelsel = bewaren van energie.
The organization and structure of the brain
- Rhombencefalon = achterste hersenen, bestaat uit de medulla, pons en cerebellum.
- Mesencefalon = middelste hersenen, bestaat uit het tectum, tegmentum, colliculi en
substantia nigra.
- Prosencefalon = voorste hersenen, bestaat uit de diencefalon en telencefalon.
- Medulla = verlengde van het ruggenmerg en is belangrijk voor vitale reflexen.
- Pons = de plek waar zenuwbanen kruisen van de ene kant naar de andere kant.
- Cerebellum = kleine hersenen en is belangrijk voor motoriek en voor coördinatie van
activiteit in verschillende hersengebieden.
- Hersenstam = bestaat uit de medulla, pons en middelste hersenen.
- Diencefalon = bestaat uit de thalamus en hypothalamus.
- Telencefalon = bestaat uit de cerebrale cortex, limbisch systeem en basale ganglia.
- Thalamus = ‘relay station’ voor binnenkomende informatie.
- Hypothalamus = ‘relay station’ voor lichaamsfuncties, of te wel output.
- Cerebrum = bestaat uit de occipitaalkwab, temporaalkwab, parietaalkwab en
frontaalkwab.
- Occipitaalkwab = verantwoordelijk voor gezichtsvermogen.
- Temporaalkwab = verantwoordelijk voor gehoor, visuele functies en taalfuncties.
- Parietaalkwab = verantwoordelijk voor sensorische functies en aandacht.
- Frontaalkwab = verantwoordelijk voor motoriek, executieve functies en aspecten
van geheugen en emotie.
- Limbisch systeem = bestaat uit gyrus cinguli, fornix, hippocampus en amygdala en
is belangrijk voor emotioneel gedrag.
- Basale ganglia = bestaat uit nucleus caudate, putamen en globus pallidus en is
belangrijk voor motoriek en voor hersenactiviteit in andere gebieden.
- Gyri = de verhoogde stukken van de cortex.
- Sulci = de lagere stukken van de cortex.

Chapter 2 – The Methods of Social Neuroscience
- Temporale resolutie = geeft aan met welke accuraatheid een methode kan meten
wanneer een gebeurtenis in het brein zich voordoet.
- Spatiele resolutie = geeft aan met welke accuraatheid een methode kan meten waar
een gebeurtenis in het brein zich voordoet.
- Invasiteit = of de apparatuur zich binnen of buiten het brein bevindt.
Measuring behavior and cognition: psychological methods
- Mentale chronometrie = het bestuderen van de tijdsduur van informatieverwerking
in het menselijk zenuwstelsel.
- Speed-accuracy trade-off = als mensen sneller willen reageren, is het vaak zo dat
ze minder accuraat reageren.
- Preferential looking = bij onderzoek bij kinderen worden twee stimuli gepresenteerd
waarbij de tijd dat een kind naar beide stimuli kijkt, gemeten wordt.
- Habituatie = bij onderzoek bij kinderen vermindert de aandacht van de kinderen voor
een steeds herhaalde stimulus.
- Inter-rater reliability / inter-observer reliability = de mate waarin twee aparte
observeerders dezelfde observaties doen.
- Blind scoring = de observeerder is zich niet bewust van de gebeurtenis die wordt
gemeten.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nadinedevogel. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 49051 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€2,99  1x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd