Inleiding in de psychologie
college 1: wat is psychologie?
Pedagogiek
- Opvoeden, Kind in interactie met omgeving, neuro, onderwijs, leerproblemen,
preventie, psychische stoornissen
- Nooit het kind als individu, maar de hele cirkel om het kind heen
Psychologie: wetenschap die zich bezighoudt met het bestuderen van menselijk gedrag en
Mentale processen
- We willen weten wat normaal gedrag is, hoe vaak dat voorkomt en hoe het eruit ziet.
Maar ook wat ongezond of afwijkend gedrag is en wat het is , risicofactoren, hoe vaak
en waardoor het voorkomt. Kunnen mensen veranderen in gedrag, en hoe ?
- We willen van abnormaal naar normaal (behandelen), maar ook bestuderen hoe
mensen van normaal naar abnormaal gaat om het te voorkomen
Mentale processen
- IQ, Hoe het brein zich ontwikkelt in de loop der jaren (bepaalde delen ontwikkelen tot
latere leeftijd +/- 18, Hoe je de wereld om je heen waarneemt (vaas of 2 gezichten?),
De vraag hoe je jezelf waarneemt (onzeker/zeker), Normaal abnormaal (voorkomen).
Abnormaal normaal (behandelen)
Wetenschap
- We zijn er ons hele leven mee bezig en iedereen heeft er een mening over maar het
wordt wel echt wetenschappelijk onderzocht
Hoe meten?
- Vragenlijsten over gedrag of gedachten
- Cortisol Metingen om stress te meten (speeksel/haar). Cortisol is het
stresshormoon
- Computer Taakjes om onbewuste gedachten te meten
- fMRI om hersenactiviteit te meten
- behandelingen uitvoeren en toetsen of deze werken
- experimenten uitvoeren en gedrag observeren
Soorten psychologie
, Ontwikkeling Bestudeert hoe en waarom gedrag en mentale processen veranderen
gedurende de levenscyclus van een mens, en wat de gevolgen ervan zijn
Onderwijs Bestudeert hoe mensen leren en hoe onderwijs het beste vormgegeven kan
worden (in de klas of in groepjes)
Cognitief Bestudeert mentale processen zoals perceptie, geheugen, leren, denken,
bewustzijn en intelligentie
Klinisch Bestudeert de oorzaken, gevolgen en behandelingen van psychische
stoornissen (een moeder met depressie, behandelen met pillen of therapie)
gezondheid bestudeert hoe gedrag en mentale processen de lichamelijke gezondheid
kunnen beïnvloeden, en andersom ( groenten leren eten aan kinderen)
persoonlijkheid Bestudeert de stabiele karaktereigenschappen van personen en hoe die
samenhangen met bv psychische problemen (“ja zo is hij gewoon”) ofwel
temperament
sociale Bestudeert hoe mensen elkaars gedrag en mentale processen beïnvloeden,
individueel en in groepen (papa huilen=kind huilen)
Bio en neuro Bestudeert hoe het brein en processen in ons lichaam ons gedrag en mentale
processen beïnvloeden en andersom
organisatie Bestudeert hoe de efficiëntie, productiviteit en tevredenheid van werknemers
en werkgevers vergroot kan worden (wie selecteer jij voor welke plek)
Overlap tussen verschillende velden
- Onderzoekers werken vaak in meerdere velden
- “Wat is het effect van chaos in het huishouden op de stressniveaus van ouder en kind en de
ontwikkeling van het kind?”
- “kunnen we dmv het veranderen van de grootte van het bord overgewicht voorkomen?
- Het boek geeft na elk hoofdstuk de verbinding tussen de gebieden weer
Geschiedenis van de psychologie
, - Gedrag en mentaal functioneren in context van cultuur, land, sociaal economische
status (opleidingsniveau, werk, inkomen), geslacht, leeftijd, religie
- Wilhelm Wundt (1879) was de eerste psychologische onderzoekslaboratorium bij
Universiteit Leizig
- Eerste onderzoek was vooral cognitief: hoe nemen wij de wereld waar?Daarna meer
onderzoek naar gedrag
- Psychologie kan gevonden worden in de oorsprong van de filosofe. Denk
aan de oude Griekse filosofen (Socrates, Plato etc.) die al nadachten over
vragen als: hoe staan het lichaam en geest in verhouding tot elkaar? De
filosofische kijk staat bekend als ‘empirisch’ (John Locke) wat heel
belangrijk is binnen de ontwikkeling naar de wetenschappelijke
psychologie. Empirisch onderzoek heeft ertoe geleid dat psychologen
kennis vergaren over gedrag en mentale processen door middel van
observaties, eigen waarnemingen (gebaseerd op de regels van de
wetenschap).
college 2: learning
angst (meestal aangeleerd, niet aangeboren)
- hoe kunnen we angst verklaren?
- hoe kunnen we verklaren dat mensen bang zijn voor dingen waar je niet bang voor
hoeft te zijn?
theorieën
- respondent conditioning (Pavlov) → hond begon te kwijlen bij alleen het horen van
het signaal.. we kunnen de hond leren te kwijlen bij het horen van het geluid
(geconditioneerd: aangeleerd)
- Little Albert: elke keer als de baby naar de rat gaat, slaat hij met een stalen staaf. de
baby wordt bang voor de rat. → “angst kunnen we aanleren” en mensen kunnen dus
leren
- marketing gebruikt ook mooie mensen voor hun marketing zodat wij het positieve van
knappe mensen koppelen aan het product
- respondent extinction ( flooding) : we stellen mensen in een gecontroleerde
omgeving bloot aan hun angsten. dus zonder dat er iets naars gebeurd de angst
blootstellen ( je viel van je fiets toen je de spin zag, dus nu ben je bang. Nu ga je in
een gecontroleerde situatie in aanraking komen met een spin, zonder negatieve
stimulus).
- ongeconditioneerd vaak aanbieden zonder dat een ongeconditioneerd van toepassing
is sterft de geconditioneerde uit
, - counterconditioning (systematic desensitization) : maak gebruik van positieve
stimulus om de angst op te heffen
wat leren we van Watson en Pavlov?
- hoe komen onze voorkeuren en angsten tot stand
- hoe kunnen we angst voorkomen
- hoe kunnen we voorkeuren maken
- hoe kunnen we angst behandelen
- let op! er zijn alternatieve verklaringen ( angst voor spinnen / slangen is mogelijk
evolutionair
operant conditioneren
- heb je goede manieren?
- ben je bijgelovig?
- help je anderen?
- ken je dat kind dat… anderen pest? blijft doordrammen? niet met andere kinderen
durft te spelen?
hoe staat gedrag onder de controle van de omgeving: gedrag neemt in frequentie toe door
positive reinforcers ( iets wat wij fijn vinden, bij de hond is het het kopje aaien ). om positief
te werken moet de “beloning” GELIJK worden gegeven.
- keerzijde: als 1 kind een ander kind pest, lachen de andere kinderen ook ( positive
reinforce) waardoor de pestkop het vaker gaat doen.
negative reinforcement: gedrag neemt in frequentie toe door negative reinforcers
- je hoort voor de 100e keer mariah carrey dus je zet andere muziek op , doe je nu vaker
als je stomme muziek hoort
- je hebt het koud, je wilt het warm hebben, je doet een jas aan ( doordat je het gedrag
toont, gaat het negatieve weg)
- gedrag neemt in frequentie af door “operant extinction “ . zorgen dat je van gedrag
afkomt door geen positive reinforcement te geven. een manier om van gedrag af te
komen, is door positive reinforce. (doordrammers krijgen uiteindelijk hun zin=
positive reinforcement)
- rat krijgt elke keer eten, en krijgt het op een gegeven moment niet meer, stopt snel.
- rat krijgt om de 5x eten, en krijgt het niet meer, stopt langzamer (variabel reinforcers
aanbieden)
positive reinforcer negative reinforcer
gedrag neemt toe door een beloning gedrag neemt af door het weghalen van iets