Economie Binnenland
College 1
Hoe wordt de omvang van de economie gemeten?
• Bruto Binnenlands Product
Wordt gemeten door CBS
Wat wordt gemeten?
- Toegevoegde waarde (of productie) van alle bedrijven in Nederland
• Formeel of informeel?
• Bruto of netto?
• Binnenlands of nationaal?
Extra: De omvang van de economie wordt dus gemeten door het BBP (bruto
binnenlands product). VB:
Inkoop Productie eindproduct
Toegevoegde waarde
Productiefactoren
(kano)
BBP NL = zo’n 600 miljard.
Dus het getal is: 600.000.000.000
Om het gangbaarder te maken kun je het delen door aantal inwoners, vergelijken
met het buitenland of vergelijken met vorig jaar.
Binnenlands of nationaal
Binnenlands: Toegevoegde waarde op NL grondgebied
Nationaal: Toegevoegde waarde dóór NL-ers, waar ook ter wereld (denk Heineken)
Wat zegt het?
BBP vergelijkbaar over tijd?
In constante prijzen (=reëel = volume) of lopende prijzen (= nominaal =
incl. inflatie)?
BBP vergelijkbaar tussen landen?
BBP per hoofd van de bevolking
Vergelijking van groeipercentages
Mits de cijfers uit 1 bron komen die betrouwbaar is (boek p. 28)
Als de productie stijgt (het volume) is altijd goed. Prijsstijging is niet altijd goed
(nominaal)
Wanneer groeit de economie echt?
De verandering (toe- of afname) in het (reële) BBP = economische groei
,Jaar 2004 2005 2006 2007 2008
Bruto Binnenlands Product 491,2 513,4 540,2 568,7 595,9
(mld. euro’s)
Bruto Binnenlands Product 3,0 4,5 5,2 5,3 4,8
(% per jaar)
Inflatie (% per jaar) 1,2 1,7 1,1 1,6 2,5
Reële groei (% per jaar) 1,8 3,1 4,1 3,6 2,2
(boek p. 17)
Economische groei
Nominale groei omvat ook inflatie en
is dus vertekend
Reële groei heeft geen last van
inflatie
Reële groei wordt ook volumemutatie
genoemd
Snelle groei = hoogconjunctuur
Langzame groei of krimp = laagconjunctuur
Trend = gemiddelde groei over langere periode
Welvaart of welzijn:
BBP meet welvaart (materieel)
Economische kengetallen houden geen rekening met welzijn, journalisten
wel!
Aanleg sportpark
Kinderarbeid in Bangladesh
Aardbeving Haïti
Milieu
Verdeling van inkomen
Definitieve recessie:
De toestand waarin de economie verkeert
wanneer het volume van het Bruto Binnenlands
Product twee opeenvolgende kwartalen krimpt
(bron: CBS)
De recessie begint al in het eerste kwartaal van krimp, maar dit kan pas worden
vastgesteld na twee kwartalen, dus met terugwerkende kracht!
College week 2
Inflatie
Inflatie: = waardevermindering van het geld, met name door loon en prijs spiraal.
Het tegenovergestelde is deflatie.
Inflatiespook = het dreigend verschijnsel van inflatie.
, Het CPI (consumentenprijs index) wordt gemeten door:
CBS (centraal bureau voor statistiek)
Boodschappenmand (de gemiddelde prijsstijging wordt gemeten d.m.v. de
boodschappenmand. Dat wordt het CPI)
Geharmoniseerd (op elkaar afstemmen)
Indexcijfers vergelijken meerdere periodes
Procenten vergelijken 2 periodes
T.o.v. zelfde maand vorig jaar (meeste gebruikt)
T.o.v. vorige maand
CPI (basisjaar 2006 = 100)
Inflatie tov
2009 2010 vorig jaar
mei 106,24 107,25 1%
juni 105,87 106,74 0,8%
inflatie tov
vorige
maand -0,3% -0,5%
bron cbs
De inflatie is 0,2 procentpunt (1% - 0,8%) lager dan in mei 2010
De consumentenprijsindex is in juni 2010 106,74. De index is een gewogen
gemiddelde van producten in een denkbeeldig boodschappenmandje en wordt
afgezet tegenover het basisaar 2006 = 100
De inflatie is in juni 2010 0,8%. Dit betekent dat de prijzen in juni 2010 met 0,8%
zijn gestegen t.o.v. juni 2009
Conjuncturele inflatie (oorzaak 1)
Economie trekt aan
= meer bestedingen
Vraag stijgt (naar producten)
Productiecapaciteit wordt overbelast
Prijzen stijgen (dus inflatie!)
(ook wel bestedingsinflatie genoemd)
Kosteninflatie (oorzaak2)
Productiekosten stijgen ó Doorberekenen in prijzen (= afwenteling)
Is afhankelijk van concurrentie en consument
Voorbeeld: sigaretten en accijnsverhoging
Voorbeeld: doorberekenen transactiekosten voor pinnen
Voorbeeld: hoge olieprijzen
Loon-prijsspiraal (belangrijk soort kosteninflatie)
Inflatie ó hogere kosten levensonderhoud
Vakbonden vragen hogere lonen