An Introduction to Moral Philosophy
Jonathan Wolff
Chapter 1: Moral Philosophy and Moral Reasoning
The Point of Moral Philosophy
> Morele filosofie is de naam voor denken en reflecteren over en op moraliteit
> Aristoteles suggereert dat jonge mannen geen morele filosofie kunnen bestuderen omdat ze nog
geen levenservaring en zelfcontrole hebben (voor jonge vrouwen is dit niet eens een vraag)
Developing a Moral Outlook
> Wat morele filosofie kan doen is jou helpen om je eigen morele vooruitzicht op het leven te
ontwikkelen
-> het kan je helpen om een scherper beeld te krijgen van wat wel en niet belangrijk is vanuit
moreel oogpunt
> Morele filosofie kan je helpen een zienswijze te vormen over welke overwegingen wel of niet
serieus genomen moeten worden en hoe wel ons redeneren, aandacht en emoties moeten
ontwikkelen
> Morele filosofie kan ook gevolgen hebben voor hoe je anderen om je heen kan beïnvloeden
> Moreel filosofen inspireren ons om de wereld en onze rol als morele wezens daarin te zien
> Plato: het is moeilijk om het idee te verwerpen dat er diep van binnen objectieve morele
waarheden zijn
> Aristoteles: moraliteit gaat over menselijk karakter en actie
> Kant: waardering over hoe belangrijk het is om andere mensen met respect te behandelen
-> respect voor de wil van andere rationele wezens is de basis van moraliteit, in plaats van
een zorg om hun geluk
> Bentham en Mill: dwingen ons te overwegen of geluk van mensen en andere bewuste wezens onze
centrale morele focus moet zijn
-> menselijk geluk is de basis van alle moraliteit
> Nietschze: oprechte moraliteit moet niet verward worden met onze gevoelens van acceptatie of
afwijzing van bepaalde dingen
> Noddings en Gilligan (feministen): het belang van zorgrelaties voor moraliteit
> Andere feministen en ras-filosofen: de interesses van benadeelde groepen worden vaak negeert
wanneer morele theorieën worden ontwikkeld en toegepast
The Nature of Moral Philosophy
> Morele filosofie is de praktijk van het filosofisch reflecteren op moraliteit
> Moraliteit houdt zich bezig met ons gedrag, redeneren, emoties en karaktereigenschappen
(disposities), en vooral hoe zij zich verhouden tot anderen en hen beïnvloeden
-> veel dingen die we doen die anderen beïnvloeden zijn vaak manieren of etiquette
(gebruiken), in plaats van moraliteit
> Moraliteit houdt zich bezig met hoe onze acties anderen helpen of schaden
> Overmacht (supererogation): handelen boven en buiten plicht
-> bv. een vriend van een vriend helpen verhuizen
> Kant: we hebben ook morele plichten naar onszelf, wat betekent dat moraliteit niet alleen gaat
over plichten naar anderen toe
> Drie richtingen van morele filosofie: meta-ethiek, normatieve ethiek en toegepaste ethiek
Meta-Ethics
> Meta: van een hogere orde
> Voor morele filosofen zijn meta-ethische vragen, vragen die gaan over de aard en het bestaan van
waarde, waar de regels van ethiek vandaan komen, en hoe we over die regels kunnen leren
,Normative ethics
> Normatieve ethiek: het veld van onderzoek rondom wat, moreel gezien, we zouden moeten doen
en hoe we zouden moeten leven
> Norm: refereert aan een standaard
-> maar het idee van een standaard is dubbelzinnig, want we gebruiken het op twee
manieren:
-> een manier is dat we het idee van norm of standaard begrijpen als ‘gemiddeld’, in
de zin van wat normaal is
-> een andere manier is niet statistisch, maar idealistisch: norm/standaard gebruiken
in de zin van een ideaalmodel
-> deze vooronderstelling van een criterium of ideale standaard wordt ook
gebruikt door normatieve ethiek
> Normatieve ethiek vraagt: welke morele regels, principes, of doctrines zouden we moeten
accepteren? Naar welke criteria of standaarden zouden we moeten leven?
> Waar komen de morele idealen vandaan?
-> gaat terug naar meta-ethiek
-> meta-ethiek en normatieve ethiek kunnen sterke verbindingen hebben, en meta-
ethiek gaat wat dieper omdat het de meest fundamentele kwesties van waarheid en
rechtvaardigheid opbrengt
Applied Ethics
> Veel mensen zijn geïnteresseerd in morele filosofie door een zorg, praktisch of theoretisch, met
een bepaald moreel probleem
-> deze kwesties van het echte leven schreeuwen om een morele analyse
-> toegepaste ethiek is de naam voor hoe deze analyse wordt gedaan
> Toegepaste ethiek verschilt van normatieve ethiek door de focus en nadruk
-> normatieve ethiek: een algemene benadering van moraliteit proberen te vormen die
hopelijk een wijde toepassing heeft
-> toegepaste ethiek: beginnen met een specifiek probleem en dan kijken naar waarden,
principes, of andere normatieve standaarden die toegepast kunnen worden om het op te
lossen
> Bij toegepaste ethiek is het gebruikelijk om vanuit verschillende oogpunten naar een probleem te
kijken om te zien welke argumenten het sterkst en overtuigend zijn
> Vaak worden normatieve theorieën gebruikt om vragen over specifieke morele problemen te
beantwoorden, maar verschillende normatieve theorieën kunnen andere antwoorden geven
Moral Reasoning
> Er zijn veel technieken en patronen om te redenen
> Vier gebieden van de discussie over methodologie: logische principes van redenen die op alle
onderwerpen van toepassing zijn; informele technieken van argumenteren die ook op alle
onderwerpen van toepassing zijn; denkexperimenten en morele intuïties; en specifieke
methodologische voorwerpen die gebruikt worden in morele filosofie
Formal Logic: Validity, Soundness, Equivocation, Circularity
> Het meest basale idee van een algemene logische techniek die we op elke vorm van onderzoek
moeten toepassen is dat van een argument
-> een argument is een manier om een bepaalde conclusie te ondersteunen door te
redeneren vanuit andere beweringen
> Formele logica is een methode van redeneren/argumenten, die gebruik maakt van deductie,
waarbij conclusies getrokken worden vanuit vooronderstellingen dat iets waar is volgens een set van
logische regels
,> Een simpele en bekende vorm van een redenering gaat uit van twee initiële beweringen, elk van
hen is bekend als een vooronderstelling dat iets waar is, naar een conclusie, wat het eindpunt is van
de redenering
-> premisse (vooronderstelling) 1: Socrates is een mens
-> premisse (vooronderstelling) 2: alle mensen zijn dodelijk
-> conclusie: Socrates is dodelijk
> Hoe evalueer je deze redenering?
-> een redenering is logisch valide, of een valide deductie, wanneer de conclusie logisch volgt
uit de vooronderstellingen
-> logische validiteit gebeurt wanneer het onmogelijk is dat de conclusie niet waar is
wanneer de vooronderstellingen wel waar zijn
-> bij een valide redenering: als de vooronderstellingen waar zijn dan moet de conclusie ook
waar zijn
-> het idee van logische noodzaak wordt hier ook vaak gebruikt: een redenering is valide als
de conclusie noodzakelijk volgt vanuit de vooronderstellingen
> Validiteit is belangrijk, maar er is meer nodig van een redenering
-> wat we zoeken zijn valide redeneringen vanuit vooronderstellingen die waar zijn
-> zulke redeneringen moeten zowel deugdelijk als geldig zijn
-> een valide redenering is krachtig, en kan als bewijs dienen, maar moet
gebaseerd zijn op vooronderstelling die waar zijn om niet alleen valide, maar
ook deugdelijk te zijn
> Geïmpliceerde premisses: een vooronderstelling/assumptie is niet expliciet gesteld maar wordt als
achtergrond genomen
> Een logisch valide redenering kan gebruikt worden op twee verschillende manieren
-> de voor de hand liggende manier is om het te gebruiken om de waarheid van een conclusie
te bewijzen
-> als de vooronderstellingen waar zijn en de redenering is valide, dan moet de
conclusie ook waar zijn
-> de tweede manier is om het te gebruiken om te bewijzen dat één van de
vooronderstellingen niet waar is
-> als een logisch valide redenering leidt tot een onware conclusie, dan moet één van
de vooronderstellingen ook niet waar zijn
> De logische vorm van een redenering: reeks van vooronderstellingen en een conclusie
Logical Traps
> Er zijn een aantal valkuilen waar iets lijkt op een deugdelijke logische deductie, maar het niet is
-> een misvatting is ‘dubbelzinnigheid’: hetzelfde woord heeft twee verschillende
betekenissen in verschillende vooronderstellingen, waardoor het leidt tot een foute conclusie
-> een andere misvatting is een circulaire redenering (ook bekend als ‘begging the question’):
een redenering waarin de vooronderstellingen al de waarheid van de conclusie
veronderstellen
-> door aan te nemen wat het wilt aantonen, is het argument circulair en bewijst het
niks
Informal Logic: Analogy, Induction, Inference to the Best Explanation
> Er zijn ook andere manieren om ondersteuning voor een conclusie te vinden, door middel van
patronen van redeneren die niet aan strikt bewijs voldoen
-> analogie: de kracht is dat als we een overtuigende vergelijking tussen twee
onderzoeksvelden kunnen maken, dan kunnen we kennis uit het ene veld gebruiken om de
andere te verlichten
, -> maar een ongepaste analogie kan misleidend zijn: analogieën breken altijd ergens
af, omdat twee gebieden waarschijnlijk niet perfect vergelijkbaar zijn op alle
detailniveaus
-> inductie: een behulpzame manier om bewijs te vinden om een hypothese te
ondersteunen, maar het probleem is dat zelfs als de vooronderstellingen van een inductieve
redenering waar zijn en ze jouw hypothese ondersteunen, hoeft het niet zo te zijn dat de
conclusie waar is
> Uitgebreide versie van inductie is een andere methodologie, bekend als gevolgtrekking
naar de beste verklaring (inference to the best explanation), ook wel abductie genoemd
-> inductie op zichzelf zegt niks over een causale relatie
-> zoeken naar een onderliggend causaal mechanisme, reden, of theorie
Thought Experiments and Moral Intuitions
> Denkexperiment: een hypothetische wordt bedacht om mensen te stimuleren diep te denken
> Morele intuïties: de gedachten die bij je opkomen als je nadenkt over morele gevallen
> Nut van een denkexperiment: een manier om een morele theorie te testen door te overwegen hoe
het samengaat met onze morele intuïties
-> als het met onze morele intuïties eens is, dan is het voor jou intuïtief, als het niet zo is, dan
is het contra-intuïtief
> Maar de test van morele intuïtie is niet onfeilbaar omdat intuïties fout kunnen zijn
-> een morele theorie is niet fout puur om het feit dat het contra-intuïtieve resultaten heeft
> Singer zegt: als je anderen een heel belangrijk voordeel kan bieden zonder significante kosten voor
jezelf, dan heb je een morele verplichting om dat te doen
> Morele intuïties kunnen op vier manieren gebruikt worden: om een theorie te ondersteunen, om
contra-voorbeelden te bieden, om een puzzel te maken over ons morele denken, en om een morele
redenering te ontwikkelen
Special Moral Arguments
> Andere typen van redeneringen
-> redenering van universalisering: een manier om te testen of een actie goed of fout is om
jezelf af te vragen ‘wat als iedereen dit zou doen?’
-> redenering van het hellend vlak (slippery slope): alhoewel iets relatief onschuldig lijkt, kan
het op een bepaalde manier leiden tot iets veel problematischer
-> om dit hellend vlak te vermijden, moeten we weigeren om de eerste stap te
maken
-> een hellend vlak redenering hangt af van ‘van het een komt het ander’ en er is
geen ‘natuurlijk’ stoppunt
> Wat er gebeurt (descriptief) en wat er zou moeten gebeuren (normatief)
-> er is een onderscheid tussen de feiten in de wetenschap en de waarden waar we mee te
maken hebben bij morele filosofie
-> er is een kloof tussen wat er gebeurt (what is) en wat goed is (what ought to be)
-> je hebt redenering nodig om deze kloof te dichten
> Doctrine van het dubbele effect: wordt vaak gebruikt wanneer we denken over de ethiek van
oorlog
-> wat uitmaakt vanuit het oogpunt van morele verantwoordelijkheid zijn de gevolgen die je
bedoelt, zelfs als je kan voorzien dat jouw acties zullen leiden tot schadelijke bijbedoelingen
-> zegt dat we niet moreel verantwoordelijk zijn voor alle doden die we vooraf weten, maar
alleen voor de doden die we beogen
-> het staat een oneindig aantal doden toe als het nagestreefde doel wel legitiem is
-> er wordt een idee van proportionaliteit opgenomen bij deze doctrine, en die
proportionaliteit is een kwestie van interpretatie
-> de doctrine heeft ook toepassing buiten oorlog om, bv. in het debat over abortus