Zuid-Amerika VWO
1.1 Ligging
Kennismaking
Spaans en Portugees gesproken// Engels
13 Zelfstandige staten en 3-hoek
Nauwelijks eilanden
Zuid-Amerika in delen
In te delen in gebieden qua hoogtezones
- Andesgebergte, Aconcagua, Cotopaxi (gebergten en vulkanen)
- Tropisch laagland met 3 grote rivieren: Orinoco, Amazone, Paraguay
- Hooglanden
- Langgerekte hoogvlakte
- Oceaan met diepe trog
Beeldvorming
Stereotiepe bepaald door cultuurelementen als muziek, dans, sport, kleding en religie
Politiek gezien ‘het rode continent’ en of links bestuur of dictator aan de macht (meeste
democratie)
Perceptie= beeld dat iemand v/d werkelijkheid heeft-> bepaald de besluitvorming van dat
persoon (wel of geen vakantie bestemming, mental map)
Je vormt een geografisch beeld v/h gebied gaat om volgende geografische kenmerken:
- Ligging
- Landschappelijke kenmerken (fysisch milieu als ingerichte ruimte)
- Bevolkingskenmerken
- Interne en externe relaties
1.2 Ongekende natuur
Klimaat in de tropen
Klimaat bepaald door breedteligging, zeestromen, drukgebieden, windpatronen en de ligging
van gebergten
Tropische luchtstreek – grote invalshoek zon-> altijd warm -> stijgt op; regen
ITCZ, regengebieden verschuiven
Invloed van passaten en oceanen
Noordoostpassaat en zuidoostpassaat ontmoeten elkaar bij ITCZ
- Oostkant, passaat aanlandige wind-> vloed van zee groot
-> stuwingsregens loefzijde kustgebied Brazilië
- Zuidelijker geen gebergte -> vochtige lucht voor landinwaarts
Invloed zeestromen; verdamping & juist geen verdamping
Westkant invloed zee minder diep landinwaarts door aflandige passaatwinden en
Andesgebergte, koude zeestroom & dus koudere temperaturen
Lage temp + weinig waterdamp -> weinig neerslag-> Atacamawoestijn -> soms mist (nevelige
zeelucht)
,Klimaat en weer in het Zuiden
Langs kust gematigd zeeklimaat (hele jaar neerslag), bij lijzijde gebergte woestijn en steppe-
klimaat
Pamperos= koude winden (poolwind) uit pakijsgebied rondom Antarctica
- Extreem koude weersomstandigheden, Sâo Paulo (Brazilië) 0 graden en oogst dede
Northerns (old waves)= koude winden in Noord-Amerika
Koud, opwellend water
Grote oceaan aflandige zuidoostpassaten, koud water kust Zuid-Amerika-> weinig
verdamping-> nauwelijks neerslag
Koude, opwellende water uit de diepte westkust Zuid-Amerika is rijk aan voedingsstoffen die
gegeten worden door plankton en vele vissoorten
-> kustwater Peru, Ecuador en Chili is visrijk
El Niño (kerstkind)
Elke 3/8 jaar verandering luchtdruk en zeestromen in Grote Oceaan afwijkend weertype
(gedurende 2 à 3 maanden)
Hoe?
De passaatwind boven Grote Oceaan neemt af in kracht, omdat hoge drukgebieden afzakken.
Zuidoostpassaat dan te zwak om het water bij de Zuid-Amerikaanse kust weg te blazen. Er welt
vervolgens geen koud water meer op voor de kust. Ten zuiden van de evenaar van de evenaar gaat
boven de Grote Oceaan een westelijke wind waaien. Bij de westkust van Zuid-Amerika wordt warm
water aangevoerd.
Gevolgen
Regengebied verhuist van Zuidoost-Azië naar Grote Oceaan en kust Zuid-Amerika-> heftige
regen woestijngebied-> overstromingen, aardverschuivingen en modderstromen
Geen vissen, want koude, voedingsstofrijke water stijgt niet
Andesgebergte droog-> gevolgen oogst, bosbranden, vee sterfte
Geen neerslag Indonesië, Filipijnen
Wereldwijd, droge gebieden natter en natte gebieden droger
Tropische plantengroei
Grootste deel Zuid-Amerika is tropisch regenwoud, selva
= warm, veel neerslag, dunne humuslaag; uitspoeling, onvruchtbaar latosol (rode grond)
Vulkanische gebieden en bij oevers rivieren grond goede kwaliteit-> slib bij overstroming
Mangrove
Groeit in gebied met zout en zoet water, rivierdelta’s en langs kust> gebied
overspoeld= zoutig
Wortels boven water-> zuurstof opnemen, tegen erosie en stormschade
Van savanne tot woestijn
Savanne= tropisch landschap met groepen bomen en struiken
3 typen:
1. Cerrado= boomsavanne
2. Ilanos= grassavanne met soms wat bomen
3. Caatinga= savanne met doornachtige struiken
Pampa= uitgestrekte graslanden, vrij vruchtbaar (aardig wat neerslag)
, Steppen= graslanden met minder neerslag (grassen lange wortels)
In Zuid-Amerika: woestijn, woestijnsteppen, mediterrane vegetatie en zomergroen loofwoud
Landschap Andes uniek reis voet tot top
Grote rivier
3 grote stroomgebieden v/d: Orinoco, Amazone, Paraguay/Paraná
Verdeling waterafvoer bepaald door neerslag en verdamping, ITCZ, smelt water
Vervoeren ook veel sediment (zand en klei) en water verkleurd, delta door sediment
Stuwdammen, waterkrachtcentrales produceren veel elektriciteit+ water opgeslagen
drinkwater & irrigatie
1.2 Een geologisch paradijs
Schilden en riften
Platentektoniek grote rol bij vorming v/d bergen, plateaus, rivier bekkens, heuvels en
vulkanen
- Alle soorten plaatbewegingen komen in gebied voor
Caribische plaat, Cocosplaat, Nazcaplaat, Antarctische plaat en Scotiaplaat
Noord & oost 2 plateaus: Hoogland van Guyana (gescheiden door bekken v/d amazone) en
Hoogland van Brazilië -> kratons/schilden, graniet (dieptestenen) en metamorfe gesteenten
- Metamorfe gesteenten door gebergtevorming en erosie v/d bovenliggende lagen dicht
aan opp. zijn gekomen
Atlantische Oceaan ontstaan doordat aardkorst wegzakte en opvulde met oceaanwater
(divergentie) met in het midden een bergrug van gestold gesteente: de Midden-Atlantische
Rug
Bij rug nieuwe oceaan bodem, bij randen oude oceaanbodem
Transforme breukzones
Transforme breukzone, platen bewegen langs elkaar
- In Zuid-Amerika transforme en convergente breukzones dichtbij elkaar
Subductie en vulkanisme
Bij de convergente breuklijn tussen de platen vindt subductie plaats van zwaardere
oceanische plaats en werd de Atacamatrog gevormd
Parallel aan de trog zijn er door het smelten bij subductie zone honderden stratovulkanen
- Magma bestaat uit andesiet-> ganggesteente bestaat uit een grijze massa snel gestold
gesteente met daarin kristallen= minder taai en bevat minder gassen
Langs westkust geen actief vulkanisme: volcanic gaps
- Te maken met ouderdom plaatrand: jonge en oude gedeeltes-> dichtheid verschillend->
duikt niet de diepte in
Bij vlakke subductie komt geen vulkanisme voor, omdat het gesteente op die diepte nog niet
kan smelten
Galápagoseilanden
Galápagoseilanden liggen op hotspot-> basaltisch magma (door lithosfeer heen)->
schildvulkaan
Hotspot verplaatst niet, plaat wel-> hele rij vulkanen
- Uitbarstingen v/d schild effusief; alleen bij aanraking met water meer explosief van aard