Duurzame productiemiddelen: activa die meer dan één productieproces meegaan. We schrijven af
vanwege de waardevermindering van duurzame productiemiddelen. Duurzaamheid is een belangrijk
kenmerk, want je koopt dan ook prestaties voor de toekomst. De aanschafprijs van een duurzaam
productiemiddel bestaat uit de aanschafprijs zelf en de bijkomende kosten (overdrachtskosten,
installatiekosten en afleveringskosten). Afschrijven is het in de boekhouding tot uitdrukking brengen
van de waardevermindering (door het gebruik of verstrijken van de tijd) van duurzame
productiemiddelen. Dit komt op de balans (gebouw o.i.d. wordt minder waard) en wordt een
verlies/kostenpost op de winst-en-verliesrekening. Het is verstandig dat een onderneming tijdig (vóór
noodzakelijke vervanging van het duurzame productiemiddel) haar liquiditeitspositie controleert en
haar mogelijkheden tot financiering bekijkt. De grootte van een afschrijving hangt af van:
- Waarde van het productiemiddel
- Levensduur
- Restwaarde
- Gebruik
Technische levensduur: de periode waarin het op economische gronden verstandig is het
productiemiddel te gebruiken. Dit kan je verlengen door reparaties en vervanging van onderdelen.
Economische levensduur: de periode waarin het op economische gronden verstandig is het
productiemiddel te gebruiken, rekening houdend met onderhoudskosten, beschikbare nieuwe
apparatuur etc. > als beide gegeven zijn kies je degene met de kortste levensduur.
Restwaarde: de geschatte verwachte opbrengst van het duurzame productiemiddel bij verkoop aan
het eind van de levensduur.
Afschrijven met een vast percentage van de aanschafprijs, elke periode wordt een gelijk bedrag
A−R
afgeschreven. Afschrijving per periode= of (A-R)/n. A: aanschafprijs, R: restwaarde, n: aantal
n
perioden.
Boekwaarde: de waarde waarvoor een duurzaam productiemiddel op de balans staat: de
aanschafprijs – het bedrag dat tot nu toe is afgeschreven. Wordt ook wel boekwaarde genoemd.
Naast de afschrijvingskosten moet een ondernemer ook rekening houden met het vermogensbeslag
dat een investering met zich meebrengt en andere complementaire kosten.
Daarnaast zijn ook overige kosten.
Het is belangrijk om kennis te hebben van de kosten die je maakt, zo kan je je winst zo hoog mogelijk
houden, kan je makkelijker aandeelhouders binnenhalen en is het bijvoorbeeld makkelijker om de
beslissing te maken om te financieren. Je hebt alles op een rijtje. Je moet ook weten wat je je klanten
schuldig bent.
Interest- en complementaire kosten:
Interestkosten; we berekenen jaarlijks interest over gemiddeld geïnvesteerd vermogen gedurende de
A +R
gehele levensduur: .-> alleen als het geïnvesteerd vermogen gelijkmatig afneemt. Jaarlijkse
2
afschrijvingskosten bepaal je door te totale investering te verminderen met de restwaarde en dat
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper GeertevanderMeer. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.