Strategisch management samenvatting Blok 1
Verschil tussen een organisatie, bedrijf en onderneming
- Organisatie: Samenwerkingsverband van mensen die bepaalde doelen willen
bereiken.
- Bedrijven: Organisatie die goederen of diensten produceert en daarmee voldoet aan
een maatschappelijke behoefte.
- Ondernemingen: Bedrijf met als belangrijkste doelstelling het maken van winst.
Proces van transformatie: De realisatie van doelstellingen door middel van input naar
output te veranderen.
Fasen van strategisch management:
Strategisch management: Het proces van systematische analyse van de externe en interne
factoren van een organisatie om te komen tot strategische beleidsopties voor het verwerven
van duurzaam concurrentievoordeel.
1. Huidige situatie: Missie, visie en ambitie maken samen de
ondernemingsdoelstellingen, in deze fase analyseer je wat de huidige situatie is van
de onderneming en welke visie zij heeft op toekomstige ontwikkelingen.
2. Externe analyse: Kansen en bedreigingen (Kritische succesfactoren). Onderzoek doen
naar de factoren van buitenaf die inwerken op de organisatie. Je kijkt naar de kansen
en bedreigingen vanuit de omgeving.
3. Interne analyse: Sterkten en zwakten (Kernbekwaamheden). Dit zijn factoren die de
organisatie zelf kan beïnvloeden. Het productportfolio en de unieke vaardigheden
van de organisatie worden vastgesteld. Het resultaat van de interne analyse is een
beschrijving van de sterkten en zwakten van een organisatie.
4. SWOT-analyse: Confrontatieanalyse, hierin worden de sterkten, zwakten, kansen en
bedreigingen tegen elkaar afgewogen. Hierdoor krijg je een inzichtelijk geheel van de
huidige en mogelijk toekomstige situatie van de organisatie.
5. Strategische opties, Strategie kiezen. Aan de hand van de uitkomst van de SWOT-
analyse kan de strategie worden bepaald. Je gebruikt hierbij 3 criteria:
1. Geschiktheid
2. Haalbaarheid
3. Acceptatie
6. Strategie uitvoeren & evalueren. In deze fase wordt de gekozen strategie uitgevoerd
en wordt er een evaluatie gedaan aan de hand van de nieuwe resultaten. Hierna
wordt gekeken of de strategie moet worden bijgesteld of niet.
,Missie: Waarom bestaan we en waarom doen we wat we doen? De verklaring van de
bestaansreden en de identiteit van de organisatie.
Visie: Wat willen we zijn? Een ambitieus beeld van de gewenste toekomst van de organisatie.
Een visie geeft richting aan managers en werknemers, inspireert en motiveert mensen en
laat zien hoe men zich wil onderscheiden van anderen.
Ambitie: Waar gaan we voor? Datgene wat de organisatie uiteindelijk wil realiseren.
Kernwaarden: Waar geloven we in? De leidende principes, overtuigingen en drijfveren van de
organisatie en haar leden.
Doelstellingen: Hoe moet het eruitzien en wat moeten we doen om dit te bereiken? De
beschrijving van de beoogde toestand of resultaten. SMART geformuleerd:
- Specifiek: de gewenste situatie moet concreet zijn omschreven.
- Meetbaar: Er kan achteraf vastgesteld worden in hoeverre het doel is bereikt.
- Acceptabel: De betrokkenen zijn bereid zich in te spannen voor het realiseren van het
doel.
- Realistisch: Men moet het doel kunnen bereiken, het moet haalbaar zijn.
- Tijdsgebonden: De betrokkenen weten op welk tijdstip het doel bereikt moet zijn.
Interne omgeving (micro-omgeving): Deze bestaat uit 6 elementen:
- Strategie
- Management
- Structuur
- Cultuur
- Processen
- Medewerkers
Meso-omgeving: Factoren waarmee de onderneming niet direct maar wel indirect op de
omgeving in kan spelen. Uit de meso-omgeving komen kansen en bedreigingen.
De meso-omgeving bestaat uit factoren van de markt waarop de onderneming actief is:
- Distributie
- Concurrentie
- Concurrenten
- Algemene bedrijfstak-factoren
Macro-omgeving: Hier vallen externe factoren uit de omgeving onder, de factoren van de
DESTEP zijn een voorbeeld van deze niet beheersbare factoren die de markt beïnvloeden.
Het geheel van omgevingsfactoren waarop een organisatie geen tot heel beperkt invloed
kan uitoefenen.
, Externe analyse: Bij de externe analyse wordt er gekeken naar de macro-omgeving. Dit kan
gedaan worden aan de hand van de DESTEP.
Elementen van de DESTEP:
1. Demografisch: Kenmerken van de bevolking: Omvang van de bevolking,
leeftijdsstructuur van de bevolking, samenstelling van de bevolking.
2. Economisch: Kenmerken van de economie en de internationale economische
ontwikkelingen: Nationaal inkomen, besteedbaar inkomen, koopkracht,
consumentenvertrouwen.
3. Sociaal-maatschappelijk: Iets dat betrekking heeft op iets tussen mensen (sociaal)
tussen een bepaalde samenleving (maatschappelijk). Organisatie functioneren
binnen een samenleving, daarom zijn maatschappelijke ontwikkelingen van groot
belang: Cultuur, waarden en normen, opleiding, religieuze en etnische factoren,
leefstijl en consumentengedrag.
4. Technologisch: Innovatie, informatie-communicatietechnologie, social media en m-
commerce, procesinnovatie en productinnovatie. Het opzetten van social media is
een technologisch ding, het gebruik van social media valt echter onder sociaal-
maatschappelijk.
5. Ecologisch: Factoren die van invloed zijn om het milieu, klimaat, natuur. We kijken
hierbij naar maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). We kijken hierbij naar
3 P’s: Planet, People en Profit.
Planet (beschermen leefomgeving):
- Energie en klimaat
- Materialen en grondstoffen
- Water en bodem
- Natuur en ruimte
People (Sociaal verantwoordelijk zijn):
- Leefomgeving
- Arbeidsomstandigheden
- Mensenrechten
- Kwetsbare groepen
Profit (Genereren continue inkomsten):
- Ondernemersklimaat
- Economische consequenties
- Verantwoording
- Dialoog met stakeholders
6. Politiek-Juridisch: Ontwikkelingen die van invloed zijn om een markt, deze
beslissingen worden genomen door de overheid. Er zijn 3 verschillende soorten:
Nationaal, Internationaal en Supranationaal.