Samenvatting Abnormal Psychology
Inhoudsopgave:
Hoofdstuk 1. Looking at Abnormality.....................................................................................................2
Hoofdstuk 2. Theories and Treatment of Abnormality...........................................................................6
Hoofdstuk 3. Assessing and Diagnosing Abnormality...........................................................................17
Hoofdstuk 4. The Research Endeavor...................................................................................................22
Hoofdstuk 14. Substance Use and Gambling Disorders........................................................................28
Hoofdstuk 7. Mood disorders and Suicide............................................................................................37
Hoofdstuk 9. Personality Disorders......................................................................................................59
Hoofdstuk 6. Somatic Symptom and Dissociative Disorders.................................................................69
Hoofdstuk 8. Schizophrenia Spectrum and Other Psychotic Disorders Along the Continuum..............76
Artikelen: Geriatrische depressie en angst...........................................................................................84
Artikel 1. Psychotherapy for Depression Across Different Age groups: A systematic Review and
Meta-analysis...................................................................................................................................84
Artikel 2. Cognitieve-gedrags therapie voor panic disorder met agoraphobia (PDA) in oudere
mensen: een vergelijking met jongere patiënten.............................................................................86
Artikel 3. Antidepressat Medication Augmented With Cognitive-Behavioral Therapy for Generalized
Anxiety Disorder in Older Adults......................................................................................................87
Hoofdstuk 13. Sexual Disorders and Gender Diversity.........................................................................90
Hoofdstuk 11. Disruptive, Impulse-Control, and Conduct Disorders..................................................100
Hoofdstuk 12. Eating Disorders..........................................................................................................106
Hoofdstuk 10. Neurodevelopmental and Neurocognitive Disorders..................................................114
Artikel 1. Patterns, predictors, and outcome of the trajectories of depressive symptoms from
adolescence to adulthood..............................................................................................................128
,Hoofdstuk 1. Looking at Abnormality
Hoofddeterminanten abnormality:
Ongewoon
Distressing
Functioneel verslechterend
Gevaarlijk
Het kan moeilijk zijn om te bepalen wanneer gedragingen, gedachten en gevoelens ongewoon,
distressing, functioneel verslechterend of gevaarlijk zijn. Waar zit de lijn tussen normaal en
abnormaal continuum model of abnormality.
Psychopathology = de studie van mensen die lijden aan mentale, emotionele en vaak fysieke pijn.
Wat deze mensen meemaken kan ongewoon zijn of een extremere versie van wat wel gewoon is.
Vb: dagelijks verdriet veranderd in een levensveranderende depressie
Mental health experts zien mentale stoornissen als een verzameling van problemen in denken of
cognitie, in emotioneel reageren of emotieregulatie en in sociaal gedrag. Een bepaalde verzameling
krijgt een naam, bv schizofrenie. Er bestaat geen enkelvoudig ziekte proces onderliggend aan
psychologische problemen.
De context of omstandigheden rondom bepaald gedrag beïnvloeden of het gedrag gezien
wordt als abnormaal.
Culturele normen hebben invloed op wat gezien wordt als abnormaal (hierbij spelen gender-
role verwachtingen ook een rol).
Cultureel relativisme = de view dat er geen universele standaarden of regels zijn voor het labelen van
gedrag als abnormaal. In plaats daarvan kunnen gedragingen alleen relatief aan de culturele normen
gelabeld worden als abnormaal.
Voordeel: het eert de normen en tradities van verschillende culturen
Tegenstanders zeggen: het is gevaarlijk als culturele normen bepalen wat normaal of
abnormaal is.
Cultuur en geslacht kunnen invloed hebben op:
1. De manier waarop mensen symptomen tonen (bv: je kan de realiteit kwijt zijn, maar of je
denkt dat je Jezus of Mohammed bent hangt af van je cultuur).
2. De bereidheid van mensen om toe te geven aan bepaalde typen gedragingen of gevoelens
beïnvloeden. (bv: in sommige culturen mag je geen woede tonen).
3. De typen behandelingen die acceptabel of helpend zijn beïnvloeden (bv: in sommige culturen
meer medicijnen, andere culturen meer psychotherapie)
De 4 D’s samen vormen de definitie voor abnormale gedragingen of gevoelens (door mental health
professionals)
Dysfunction: gedragingen, gedachten en gevoelens zijn dysfunctioneel wanneer ze
interfereren met het vermogen van de persoon om te functioneren in het dagelijks leven
(werk, vrienden). Meer dysfunctioneel meer abnormaal.
Distress: gedragingen en gevoelens die distress veroorzaken bij het individu of anderen om
hem heen worden gezien als abnormaal. Let op: in sommige gevallen is een persoon met een
mentale stoornis niet in distress, bv bij chronisch liegen, stelen of geweld.
Deviant: sterk afwijkende gedragingen, bijvoorbeeld stemmen horen, wordt als abnormaal
gezien. Wordt beïnvloed door culturele normen.
2
, Dangerous: gedragingen die als gevaarlijk voor het individu of de omgeving gezien worden,
bijvoorbeeld agressie.
Abnormale gedragingen vallen op een continuüm van adaptief tot maladaptief, en de lijn die
gedragingen als verstoord aangeeft is gebaseerd op een subjectieve beoordeling.
Dus: er is geen scherpe lijn tussen wat normaal en abnormaal is.
Historische perspectieven:
Biologische theorieën: abnormaal gedrag als gelijk aan fysieke ziekten zien, veroorzaakt door
afbraak van systemen in het lichaam.
Supernatuurlijke theorieën: abnormaal gedrag zien als het resultaat van goddelijke
interventies, vloeken of demonen.
Psychologische theorieën: abnormaal gedrag zien als gevolgen van trauma’s of chronische
stress.
De theorie bepaalt mede hoe de persoon in de maatschappij gezien werd (door een vloek is anders
dan door een ziekte).
Vroeger: trephination = een breinoperatie waarbij een gat in de schedel gemaakt werd om
abnormaalheid te bestrijden.
Psychische epidemie = als grote aantallen mensen ongewone gedragen gebruiken die een
psychologische oorsprong lijken te hebben. (voorbeeld: ‘dance frenzies’)
Ook in huidige tijd, bijvoorbeeld op een school waar mensen symptomen kregen en dachten
dat het door chemische stoffen kan, wat later niet aan de orde bleek te zijn. tegenwoordig
verklaren in termen van sociale psychologie en invloeden van anderen op je zelfperceptie.
Tarantisme = als mensen plotseling acute pijn ontwikkelde, schreven ze dat toe aan de beet van een
tarantula.
In de eerste mentale ziekenhuizen werden de mensen behandeld als dieren: er werd niet gekeken
naar goed eten, warmte of hygiëne en ze werden vastgeketend.
Mentale hygiëne movement = de groei van een meer menselijke behandeling voor mensen met
mentale gezondheidsproblemen.
View: mensen ontwikkelde problemen omdat ze gescheiden werden van de natuur en
bezweken onder de stress die meekwam met de snelle sociale veranderingen in die periode.
Behandeling: rust en relaxatie in een serene en fysiek prettige omgeving.
Morele behandeling movement = mensen moesten kunnen lopen in het opvangcentrum, moesten
schone en zonnige kamers hebben, comfortabel kunnen slapen en goed eten krijgen. Mensen
moesten hun gevoel van rust terugkrijgen. Deze benadering van Pinel was succesvol. Deze beweging
groeide te hard, waardoor er te weinig mental health professionals waren om een menselijke,
individuele benadering richting elke patiënt te geven. ook veel patiënten hadden geen baad bij de
morele behandeling, waardoor vraagtekens ontstonden over de effectiviteit.
Vroege 20ste eeuw: vooruitgang in wetenschappelijk onderzoek van stoornissen. Dit legde een
grondwerk voor de biologische, psychologische en sociale theorieën die nu psychologie en
psychiatrie domineren.
Het begin van moderne biologische perspectieven:
Er kwam meer focus op biologische oorzaken van abnormaliteit. Er kwam een classificatiesysteem.
Dit zorgt ervoor dat onderzoekers een gemeenschappelijke set van labels hebben voor stoornissen
en een set van criteria voor het onderscheiden van stoornissen.
De ontdekking van general paresis, een ziekte die leid tot verlamming, verstandsverbijstering en
uiteindelijk de dood, was belangrijk. Het werd veroorzaakt door een syphilis infectie (biologisch).
3
, Het begrijpen van de biologische aspecten van psychologische stoornissen droeg bij aan de
ontwikkeling van therapeutische medicatie.
Het psychoanalytische perspectief:
De eerste methoden vielen onder mesimerisme (met magnetische krachten). Later werd het
hypnose. Door tijdens hypnose te suggereren dat de klachten weg waren, leken ze echt te
verdwijnen. Symptomen van hysteria konden door hypnose opgeroepen of weggehaald worden er
was dus een psychologische oorzaak van het abnormale gedrag.
Psychoanalyse = de studie van het unconsciousness. Psychoanalyse had ook invloed op de literatuur
over psychopathologie. (Freud)
Terwijl psychoanalyse ontstond, ontstond ook het behaviorisme.
Behaviorisme = de studie van de impact van reinforcements en punishments op gedrag. Bij
behaviorisme werd gedrag begrepen in termen van stimuli en responses in plaats van in termen van
interne werkmechanismen van de unconscious mind. Hier ontstond klassieke conditionering en later
operante conditionering. Gedragstheorieën hebben geleid tot veel effectieve psychologische
behandelingen. (Watson en Skinner)
Hierna kwam de focus interne processen, op cognities. Cognities = gedachtenprocessen, zoals
aandacht, interpretatie en overtuigingen, die gedrag en emotie beïnvloeden.
Ellis ontwikkelde rational-emotive therapie: hierbij moest de therapeut de irrationele overtuigingen
van de patiënt uit te dagen.
Beck ontwikkelde cognitieve therapie, die gefocused was op irrationele gedachten van mensen met
psychologische problemen.
Er kwam dus meer nadruk op cognitieve factoren in psychopathologie.
Halverwege de 20ste eeuw waren er belangrijke doorbraken in medicijnbehandelingen voor een
aantal belangrijke vormen van abnormaliteit.
Phenothiazines verminderen hallucinaties en delusions
Patiënts’ rights movement = mentale patiënten zouden beter kunnen herstellen of betere levens
kunnen leiden als zij geïntegreerd werden in de maatschappij, met de steun van
maatschappijgebaseerde behandelingsfaciliteiten. Dit proces heet deinstitutionalization. De
community mental health movement wilde gecoördineerde mentale gezondheidsdiensten
aanbieden aan mensen in community mental health centers in plaats van onpersoonlijke instituten.
(in community mental health center werken social workers, therapeuten en doktoren die de zorg
coördineren) positieve en negatieve consequenties.
Positief: Veel minder patiënten in psychiatrische ziekenhuisen, waardoor veel patiënten een
toename in de kwaliteit van leven ervaarde. Ze hadden meer vrijheid.
Halfway houses = mensen met lange termijn mentale gezondheidsproblemen krijgen de kans om te
leven in een gestructureerde, steunende omgeving terwijl ze werk en relaties herstellen.
Day treatment centers = mensen krijgen overdag behandeling, maar leven ’s nachts thuis.
Mensen met acute problemen kunnen naar algemene of gespecialiseerde psychiatrische
ziekenhuisen (inpatient).
Negatief: niet genoeg middelen om voor alle mentale patiënten te zorgen (bv niet genoeg
halfway houses). Sommige kwamen hierdoor op straat terecht.
Managed care = een verzameling van methoden voor het coördineren van zorg dat gaat van simpel
monitoring tot totale controle over welke zorg gegeven kan worden.
Doel: services coördineren voor bestaande medische problemen en toekomstige medische
problemen voorkomen.
Helaas is mental health care duur, omdat het lang kan duren.
4
