Context
Na de middeleeuwen komt de kerk niet langer centraal te staan, maar de mens als individu.
Het geloof maakt plaats voor ratio, verstand. Deze stroming wordt ook wel de verlichting
genoemd. De cultuur uit de klassieke oudheid wordt herontdekt en levert nieuwe inspiratie
voor kunstenaars. De hele wereld krijgt te maken met Europeanen die ontdekkingsreizen
houden om hun blikveld te verruimen.
De periode van ingrijpende veranderingen die vanaf 1400 in Europa plaatsvinden, wordt
aangeduid met de naam Renaissance, betekent letterlijk wedergeboorte of vernieuwing.
Door de uitvinding van buskruit en daardoor het kanon veranderd het stadsbeeld, de hoge
stadsmuren zijn niet meer bestand tegen kanonskogels en er worden aarden wallen
aangelegd, versterkt met bolwerken en grachten.
Florence, Rome en Venetië blijven het centrum van de beeldende kunst, door de klassieke
oudheid en het Romeinse Rijk. Door de opbloeiende handel ontstaat er bovenlaag van rijke,
invloedrijke burgers. Kunst wordt een statussymbool voor deze rijke burgerij en zij worden
de nieuwe opdrachtgevers. Hierdoor krijgen ook de kunstenaars zelf een professionele
status. De kunstenaars laten zich erg inspireren door de Griekse en Romeinse kunst.
In Italië begint renaissance 1400, door geografische ligging, vanaf 1500 komt het ook boven
de Alpen, naar West-Europa. Door uitvinding van boekdrukkunst en andere grafische
technieken is er een snelle verspreiding van de opvattingen van de renaissance.
In 1563 richt Giorgio Vasari de eerste kunstacademie in Florence op. In Florence is de
familie de Medici een van de bekendste families die veel investeert in kunsten. Zij hebben
veel financiële middelen en trekken uiteindelijk de macht naar zich toe. De familie
ondersteund bekende kunstenaars als Donatello, Michelangelo, Paolo Uccelo en Sandro
Botticeli.
In de 16e eeuw breekt er voor de kerk weer een onrustige periode uit, de reformatie. Er is
kritiek op het uiterlijk vertoon, de heiligenverering en de aflatenhandel. Dit resulteert tot een
breuk in het christelijk geloof, het protestantisme en katholicisme. Doordat de kerk van
Rome alles met geweld bestrijdt breken er veel godsdienstoorlogen uit, waaronder de
Tachtigjarige Oorlog tussen Spanje en Nederland. Rond 1600 wilt de kerk een
contrareformatie en probeert zij mensen te imponeren met overdadige kunststroming, de
barok.
Omdat de kerk alle ketters vermoord verhuist de wetenschapper René Descartes,
grondlegger van het rationalisme en de moderne filosofie, naar Nederland. Het zelf denken
staat centraal, ‘cogito ergo sum’ ik denk dus ik ben.
Renaissance 1400 - 1530
Op alle terreinen in de kunst is sprake van een nauwkeurige, wetenschappelijke observatie
van de natuur en een systematisch zoeken naar de realiteit. In de schilderkunst wordt het
nabootsen van de natuur, zoals in de klassieke oudheid plaatsvond, het grote ideaal. In de
bouwkunst laten architecten zich inspireren door klassieke tempels. De kunstenaar is niet
1
, alleen ambachtsman meer, maar ook wetenschapper. Ook worden de
schilderijen nu gesigneerd, hieruit bleek het toegenomen
zelfbewustzijn van de kunstenaar.
Leonardo da Vinci is een goed voorbeeld van een uomo universale,
veelzijdig mens. Hij is schilder, beeldhouwer, architect, ingenieur,
musicus, dichter en geleerde. Maakt ‘De verhoudingen van het
menselijk lichaam volgens Vitruvius’
Architectuur renaissance
De architectuur Michelozzo krijgt van de familie de’ Medici de
opdracht om in Florence een nieuw
palazzo(stadspaleis of groot herenhuis) te bouwen. Hij
maakt een groot vierkant woonblok rondom een
atrium. Het ziet er vanbuiten uit als een vesting,
robuust en gesloten. De buitenmuren van begane
grond zijn opgetrokken in rustica, natuursteen. Het
dak heeft een brede vooruitstekende rand, de
kroonlijst, wat voor schaduw zorgt in de smalle
straatjes. De palazzo’s worden gebruikt als kantoor en
woning voor rijke Italiaanse burgers. De begane grond
heeft handelsdoeleinden en de familie woont op de
eerste etage, de ‘piano nobile’, waar men ook een eigen familiekapel en bibliotheek heeft.
Ander gebouw in Florence is de Domkerk. Was
tijdens de gotiek in 1296 al begonnen met de bouw,
maar vanwege grote kon het niet afgemaakt worden.
Uiteindelijk maakt Bruneleschi hem in de tweede helft
van 15e eeuw af. Centraalbouw afgesloten met
koepel is in de renaissance in de mode.
In de hoog renaissance(1500-25) komen klassieke
tempels in de mode. Maar ook de centraalbouw wordt
nog veel toegepast. De koepel staat vaak als
symbool voor de hemel. Halfzuilen en muurschilderingen krijgen halverwege 16e eeuw meer
aandacht. Op de afbeelding hieronder(Tempietto, 1503), zie je weer centraalbouw met een
koepel en ook krijgen de buitenmuren meer reliëf. De balustrades, de diepe nissen en
vrijstaande zuilen zorgen voor grote levendigheid en ruimtelijkheid.
2