Dit bestand bestaat uit een samenvatting voor de stof van het vak Aard, Omvang en Schade aan de VU. Omvat samenvatting van de verplichte artikelen in combinatie met de hoorcolleges. Geschreven voor de bachelor Criminologie jaar 2. Met deze samenvatting heb ik een 6.9 gehaald voor het tentamen.
Overheidsbeleid en nieuwsmedia – Van Gestel (2.1-2.4, 2.6-2.8) +
HC 1
Politiek beleidsproces: dynamisch verloop van handelingen en interacties m.b.t. dat
overheidsbeleid. Beïnvloed door allerlei actoren.
Beïnvloeding:
Realisatiemacht: vermogen beleid tot stand te brengen
Hindermacht: vermogen beleid tegen te houden
Actoren:
Gouvernementeel: behoren tot de overheid en zijn verantwoordelijk voor de
ontwikkeling en uitvoering van beleid.
Niet-gouvernementeel: burgers of private organisaties.
Media: platformfunctie als publieke ruimte
a) Expressiefunctie: media informeert overheid over problemen van het volk.
b) Informatiefunctie: informeren van burgers over het nieuwe beleid.
c) Kritiekfunctie: controle op overheid en bekritiseren van bestuur en beleid.
a) Burgers en maatschappelijke groepen kunnen dominant zijn.
b) Overheid kan dominant zijn in de media.
c) Journalist kan media-aandacht richten en definitie van het probleem richten.
1. Agendavorming: maatschappelijke problemen komen onder de aandacht van de politiek.
2. Beleidsvoorbereiding: oorzaken van het probleem in kaart brengen.
-> beleidsnota: doelen, middelen en tijdstippen interventies.
3. Besluitvorming: nota wordt openbaar gemaakt en keuze over inhoud van het beleid.
4. Beleidsuitvoering: middelen worden ingezet.
1
,5. Beleidsevaluatie: resultaten worden bekeken.
Agendavorming kan volgens 3 modellen:
1) Kloofmodel: rationeel model, wetenschappelijk vaststellen wat norm/situatie is.
2) Barrièremodel: ook aandacht voor de rol van de media en hoe problemen op de
politieke agenda komen. Sommige problemen komen niet op de politieke agenda
vanwege te weinig aandacht/plek/bewust.
3) Stromenmodel: ‘policy window’ = opening voor beleid, soms open en soms gesloten.
Duidelijk aandacht voor hoe politiek werkt: samenvloeien van, problemen,
oplossingen en (maatschappelijke) steun. Beleid is niet rationeel; de oplossing moet
steun hebben en problemen moeten samenkomen in de tijd (onaantrekkelijke
aardbevingen in Groningen zijn nu wel opties voor politiek beleid vanwege de grote
media-aandacht waardoor het op de politieke agenda kwam.
Vaak ‘dramatisering’ om iets op de agenda te krijgen. Toegenomen in de 20 e eeuw
door toename democratie en massamedia waardoor een groter bereik mogelijk was.
Controle over de probleemdefinitie is in die strijd van wezenlijk belang.
Normatieve democratiemodel: alle burgers beslissen over zaken waarvan zij gevolgen
voelen. Zij worden goed geïnformeerd door de overheid en iedereen is rationeel.
Media vormt de brug van die communicatie.
Probleem: het verschil tussen een norm en een voorstelling van een bestaande of verwachte
situatie.
Normen verschillen:
Tussen mensen en bevolkingsgroepen
Zijn vaak onderdeel van een groter geheel
Normen kunnen ook samenhangen met belangen
Framing: de wijze waarop een onderwerp wordt ‘ingekaderd’/gepresenteerd. Een frame
bepaalt waarover mensen denken en hoe ze over iets denken. Bestaat uit:
1) Definitie van het probleem
2) Diagnose van de oorzaak
3) Moreel oordeel
4) Geschikte en gewenste oplossing
Nieuwsmanagement: de activiteiten die niet-journalistieke actoren ondernemen om in de
positie van bron te komen om zo het nieuws en het mediaframe te beïnvloeden. Journalist is
poortwachter van het nieuws, hij bepaalt welke gekozen wordt.
Politieke agenda: onderwerpen waar beleidsmakers en politici zich over buigen.
Publieke agenda: issues die in de belangstelling staan bij een breed publiek.
a) Outside initiative model: burgers zetten problemen op publiek en daarna politiek.
b) Mobilization model: overheid zet probleem op politiek en daarna publiek.
c) Inside initiative model: overheid zet probleem op politiek en niet publiek
2
, Als burger iets op de politieke agenda zetten:
1) Initiation: definitie van het probleem formuleren.
2) Specificatie: klachten in specifieke wensen omzetten.
3) Expansie: onderwerp onder brede publieke belangstelling brengen.
4) Entrance: wanneer politici zich over het onderwerp gaat buigen (-> politieke agenda)
Second face of power: vermogen om agendavorming te verhinderen door problemen
als ‘non-issue’ weg te definiëren.
Succesvolle uitbreiding van het probleem:
Probleemdefinitie is dubbelzinnig
Probleemdefinitie duidt op grote maatschappelijke relevantie
Probleemdefinitie duidt op lange termijneffecten van het probleem
Probleemdefinitie bevat zo min mogelijk technische details
Referentiele symbolen: inperking van betekenis van het onderwerp en zo min mogelijke
koppeling aan emoties.
Condensationele symbolen: breedst mogelijke definitie en oproep van sterke emoties.
Twee informatie verwerkende systemen:
1) Institutionele bronorganisatie: overheid neemt de 1e stap/maakt nieuwswaardig
verhaal/bedenkt er een gebeurtenis bij die wordt overgenomen door;
2) Nieuwsmedia: journalisten bewerken dit -> relatieve autonomie.
Media als initiators: maken problemen groter dan ze zijn. Cohen zegt dat de media zelfs
schuldig is aan de escalatie van het probleem -> morele paniek. Ook hun drang om eerst te
zijn is ontstaan door de toename van concurrentie. Dit gaat ten koste van de waarde van het
nieuws -> mediacratie (media heeft te veel invloed op het politieke beleidsproces).
Eight fallacies about crime – Felson + HC 1
Dramatic fallacy
Media verstoren beeld van criminaliteit voor eigen doeleinden, maar creëren daarmee
onjuiste beelden van criminaliteit. Gedramatiseerde misdaden zijn misdaden die makkelijk
zijn om verslag van te doen en het publiek interesseren. Zoals seriemoordenaars, maar geen
inbraken etc. Deze horrorverhalen overschaduwen de kleinere vormen van criminaliteit.
The Cops-and-Courts Fallacy
Het belang en de invloed van politie en het justitiële systeem in het voorkomen van
criminaliteit worden overschat. Met kleine veranderingen komen grote veranderingen.
Situationele criminaliteitspreventie
Gelegenheidstheorie
VB: door invoering helmplicht op scooter worden er minder scooters gestolen omdat
de dader geen helm bij zich heeft.
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper marisalensen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,19. Je zit daarna nergens aan vast.