1. Hindoeïsme
- Naam Hindoeïsme van rivier de Indus. Gebied ten oosten Indus India
Indiërs noemen Hindoeïsme Santana Dharma : eeuwige leer of bestemming.
- Hindoeïsme heeft geen stichter, maar is resultaat van ontwikkelingsproces.
Hindoeïsme bestaat uit 2 verschillende lagen:
1. Oeroude natuurreligie van de Indiërs.
2. religie van de Ariërs, vanaf na 2000 gjt. Ze hebben gezorgd voor kastenstelsel.
Kasten:
1. Brahmanen priesters, zieners, filosofen, hoge beroepen
2. Ksatrya’s strijders, prinsessen, koningen, militairen
3. Vaisya’s boeren, kooplieden, geschoolde arbeiders
4. Sjoedra’s / dasa’s slaven, bedienden, ongeschoolde arbeiders
Dalits (buiten kasten) ‘onaanraakbare`, verrichten onrein werk
Wil je via wedergeboorte in hogere kasten komen en uiteindelijke verlossing, moet je
je houden aan regels van kaste.
Veda’s : oudste literatuur. Geschreven in Sanskriet. Alleen Brahmanen kunnen veda’s
lezen.
Aan het eind van verdische periode ontstaan geschriften van de Oepanisjaden. Zij
zoeken waarheid ontstaan van wereld en goden.
Brahman: oergrond van al het bestaan
Atman: diepste essentie van mijn eigen bestaan
Deze leiden tot verlossing.
Mahabharata (grote verhaal) is een mix van spannende verhalen en diepzinnige
gedachten.
Brahman: staat voor het eeuwige, ontstoffelijke, orde van rust en harmonie. Is geen
persoon of schepper. Uit Brahman komt alles voort en in Brahman keert alles weer
terug (golven in de zee).
Samsara: periode tussen de dood en wedergeboorte
3 verlossingswegen:
1. Karma-Marga: je doet wat je moreel en volgens je kaste doen moet.
2. Bhakti-Marga: je richt je op de godheid van je keuze
3. Jnana-marga: door studie en meditatie
, Belangrijkste goden:
1. Visjnoe : Vriendelijkheid
2. Laksjmi: Vrouw Visjnoe. Geluk en voorspoed.
3. Sjiva: Kringloop universum. Onberekenbaar.
4. Durga: Vrouw Sjiva. Vruchtbaarheid en welvaart.
5. Brahma: Schepper van god.
6. Sarasvati: Creativiteit, kunst en wetenschap.
7. Ganesha: Wijsheid, opruimen obstakels op levensweg.
8. Hanuman: Trouw en eerlijkheid
Heilige koe: Staat voor overvloed en vruchtbaarheid.
Istadevata: Je kunt een bijzondere relatie hebben met godheid naar keuze
Puja: Offerdienst
Overgangsrituelen (sanskra’s)
Geboorte: vader druppelt honing en roomboter in mond pasgeboren kind
Naam: 12e dag
Inwijdig: jongens van 12 moeten in tempel en heilige boeken bestuderen
Dood: worden mantra’s in je oor gefluisterd. As uitgestrooid in zee.
Feesten:
Holi: oudjaarsfeest
Divali: overwinning van het goede op het kwade. Op avond nieuwe maan.
Dusshera: overwinning prins Rama. Verslaan Ravana (kwade)