Hoofdstuk 1 Welcome to sport and exercise psychology
Sport en bewegingspsychologie is de wetenschappelijke studie naar mensen en hun gedrag in sport-
en bewegingscontext en de toepassing van deze kennis. Deze psychologen geven principes die
professionals kunnen gebruiken om kinderen en volwassenen te laten deelnemen en profiteren van
sport en beweging. Dit doen ze door de ABC’s te onderzoeken; affect (gevoel), behavior (acties) en
cognitions (gedachten).
Sport psychologen vervullen drie primaire rollen in hun professionele activiteiten;
- Onderzoek doen
- Onderwijzen
- Consults
Er is een onderscheid tussen twee aspecten in de sport psychologie;
- Clinical sport psychologists; hebben uitgebreid geleerd over psychologie zodat zij mensen
met emotionele aandoeningen kunne behandelen. Zij hebben een aanvullende training in
sport en bewegingspsychologie.
- Educational sport psychology specialists; hebben uitgebreid geleerd over sport en
bewegingswetenschap, lichamelijke opvoeding en zij begrijpen de psychologie van het
menselijk bewegen. Het zijn geen psychologen met een licentie.
Moderne sport psychologie dateert al vanaf 1880. De geschiedenis is te verdelen in 6 periodes;
1. Early years 1893-1920; in Noord-Amerika begon de sport psychologie in 1890. Norman
Triplett wilde weten waarom wielrenners soms sneller rijden in een groep of tweetal dan
alleen. Hij onderzocht dit met kinderen die zo snel mogelijk een vislijn op moesten rollen. Zij
deden dit sneller in de aanwezigheid van een ander kind. Scripture voerde een aantal
onderzoeken uit naar reactie en spierbeweging tijden. Ook deed hij onderzoek naar hoe
sport wellicht een karakter kan ontwikkelen bij deelnemers. Pierre de Coubertin was meer
geïnteresseerd in het veld. Er werd veel onderzocht, maar de bevindingen werden nauwelijks
toegepast.
2. The development of laboratories and psychological testing 1921-1938; Coleman Griffith was
de eerste Noord-Amerikaan die een groot deel van zijn carrière besteedde aan sport
psychologie. Griffith ontwikkelde het eerste laboratorium gericht op sport psychologie, hielp
met initiëren van de eerste coaching school in Amerika en schreef twee klassieke boeken.
Daarnaast deed hij ook onderzoek onder verschillende baseball- en footballteams. Tijdens
deze periode begonnen psychologen ook met het testen van atleten. Onder andere de
reactie tijd, concentratie, personaliteit en agressie werd gemeten.
3. Preparation for the future 1939-1965; Franklin Henry was voornamelijk verantwoordelijk
voor de ontwikkeling in het veld. Hij wijdde zijn carrière aan de wetenschappelijke studie van
de psychologische aspecten van sport en motorische verwerving. Hij trainde vele
‘gymdocenten’ die later professor werden aan de universiteit en veel onderzoek deden.
Johnson en Slatter-Hammel hielpen bij het leggen van de basis voor toekomstig onderzoek in
de sportpsychologie en hielpen bij het creëren van de discipline bewegings- en
sportwetenschap. Yates leerde boxers ontspanning en positieve affirmaties te gebruiken om
emoties te controleren en prestaties te verbeteren. Lawther schreef een van de eerste
toegepaste boeken in het veld en benadrukte het belang van het combineren van onderzoek
en praktijk.
4. Establishment of academic sport psychology 1966-1977; halverwege de jaren 60’ werd
lichamelijk onderwijs een wetenschappelijke discipline en werd sport psychologie een apart
onderdeel hiervan, los van motorisch leren. Onderzoekers gespecialiseerd in motorisch leren
focusten zich op hoe mensen motorische vaardigheden verkregen en niet op feedback en
, timing. Sport psychologen onderzochten hoe psychologische factoren sport en motorische
vaardigheden beïnvloeden en hoe deelname in sport en lichamelijke opvoeding de
psychologische ontwikkeling beïnvloeden.
5. Multidisciplinary science and practice in sport and exercise psychology 1978-1999; in deze
periode was er een enorme groei in sport en bewegingspsychologie. Mensen werden steeds
meer geïnteresseerd. Er werd meer en beter onderzoek gedaan. Trainingen werden
multidisciplinair omdat studenten meer counseling- en psychologisch gerelateerde cursussen
volgden.
6. Contemporary sport and exercise psychology 2000-heden; nu is het een levendig en
opwindend veld met een mooie toekomst. Toch zijn er een aantal serieuze problemen (zie
hoofdstuk 2).
Hoofdstuk 2 Science and professional practice of sport and exercise psychology
Degelijke wetenschappelijke methoden en het begrijpen van de wetenschap zijn nodig om de sterke
punten en beperkingen van nieuw onderzoek nauwkeurig te interpreteren.
Onderzoekers hebben algemene richtlijnen opgesteld voor wetenschappelijk onderzoek;
- De wetenschappelijke methode dicteert een systematische benadering. De condities moeten
hetzelfde zijn
- De wetenschappelijke methode vereist controle van de voorwaarden. Er wordt gefocust op
de te onderzoeken variabelen, de andere variabelen worden gecontroleerd zodat ze het
verband niet beïnvloeden.
- De wetenschappelijke methode is empirisch, gebaseerd op observatie. Objectief bewijs moet
de overtuigingen ondersteunen, en dit bewijs moet openstaan voor evaluatie en observatie
van buitenaf.
- De wetenschappelijke methode is kritisch, het bewijs moet grondig doorgenomen worden
door de onderzoeker en andere wetenschappers. Dit zorgt ervoor dat de conclusies
betrouwbaar zijn.
Het doel van een onderzoeker is om een theorie te ontwikkelen. Met deze theorie kunnen grote
aantallen feiten in een patroon verklaart worden.
Social facilitation theory; wanneer mensen simpele taken uitvoeren of taken die ze goed kennen,
heeft een publiek een positieve invloed. Wanneer mensen een nog onbekende of complexe taak
uitvoeren wordt de prestatie negatief beïnvloed bij aanwezigheid van een publiek. Zajonc beweerde
dat het publiek voor opwinding zorgt wat de prestatie van moeilijke taken die nog niet geleerd zijn
schaadt en de prestatie van goed geleerde taken verbeterd.
In een onderzoek worden de factoren geobserveerd of geschat zonder de omgeving te veranderen.
In een experiment veranderd de onderzoeker de variabele en observeert hoe een verandering in een
variabele effect heeft op andere variabelen.
Het doel van onderzoekers is om onbevooroordeelde data te verzamelen; data die voor zichzelf
spreekt en niet beïnvloed wordt door de onderzoeker. Het nadeel van wetenschappelijk onderzoek is
dat het langzaam gaat, omdat de betrouwbaarheid door andere gecontroleerd moet worden. Ook
het systematisch en gecontroleerd werken kost meer tijd. Soms is wetenschappelijke kennis
reductionistisch, de natuur van complexe entiteiten kan steeds herleid worden tot meer
fundamentele entiteiten. Dat is omdat het te complex is om alle variabele in een situatie tegelijk te
onderzoeken. De onderzoeker kan de meest belangrijke variabelen gebruiken. Dit kan het resultaat
wel verminderen. Een andere beperking van de wetenschap is te veel nadruk op interne validiteit. Te
veel nadruk op de interne validiteit kan er voor zorgen dat wetenschappers de externe validiteit over
het hoofd zien.
,Professional practice knowledge; kennis verkregen door ervaring. Het is gestuurde trial-and-error.
Vaak is deze kennis meer omvattend dan wetenschappelijk verkregen kennis. Een nadeel is echter
dat het een minder precieze verklaring geeft dan bij wetenschappelijk onderzoek.
RE-AIM model; schetst vijf factoren die op elkaar inwerken om kennisoverdracht te beïnvloeden
- Reach; op wie het programma invloed heeft, de mate waarin het programma de doelgroep
raakt
- Efficacy; positieve en negatieve uitkomsten van het programma
- Adoption; wie daadwerkelijk het voltooide programma gebruikt
- Implementation; beoordeling of het programma gebruikt wordt zoals bedoeld is
- Maintenance; behouden van het programma
De wetenschap van sport en bewegingspsychologie is het toepassen van regels. De kunst van sport
en bewegingspsychologie is het aanpassen van de regels aan de behoefte van de persoon.
Hedendaagse sport- en bewegingspsychologen kunnen kiezen uit vele oriëntaties op het vakgebied.
De meest voorkomende zijn;
- Psychofysiologische oriëntatie; zij geloven dat de beste manier om gedrag te bestuderen
tijdens sport en bewegen is door fysiologische processen van de hersenen en de invloed op
fysieke activiteit te meten. Dit gaat vaak om het meten van hartslag, hersenactiviteit en
spieractiepotentialen.
- Sociaalpsychologische oriëntatie; zij geloven dat gedrag vastbesloten is door een complexe
interactie tussen de omgeving en de atleet. Er wordt gekeken naar hoe de omgeving de het
gedrag beïnvloed en hoe het gedrag de sociaalpsychologische omgeving beïnvloedt.
- Cognitieve gedrag oriëntatie; zij benadrukken de cognitie of gedachten en gedrag van de
atleet en geloven dat gedachten centraal staan voor bepalen van het gedrag.
Ethische standaards voor sport- en bewegingspsychologen;
- Competentie; streven naar behoud van de hoogste standaard van competentie in hun werk
en herkennen van hun beperkingen.
- Integriteit; niet vals adverteren, wel duidelijk maken van hun rol
- Professionele en wetenschappelijke verantwoordelijkheid; altijd de cliënt op de eerste plaats
zetten.
- Respect voor de rechten en waardigheid van mensen; privacy en betrouwbaarheid. Geen
vooroordelen op basis van geslacht, ras en sociaaleconomische status
- Zorg voor welzijn van anderen; de fysieke en psychologische status van de atleet is
belangrijker dan winnen
- Sociale verantwoordelijkheid; bijdragen aan kennis en menselijk welzijn en tegelijkertijd de
belangen van de deelnemers beschermen
Hoofdstuk 3 Personality and sport
Persoonlijkheid wordt vaak verdeeld in drie niveaus;
- Psychologische kern; bevat de attitudes en waardes, interesses en motieven en
overtuigingen over jezelf en je eigenwaarde. Het is de echte “jij”
- Typische reacties; hoe je leert je aan te passen aan de omgeving of hoe je normaal reageert
op de wereld om je heen
- Rol gerelateerd gedrag; hoe je je gedraagt gebaseerd op hoe je je sociale situatie
waarneemt. Verschillende situaties vereisen verschillende rollen.
De psychologische kern is niet alleen het meest interne niveau van de drie en het moeilijkst om te
leren kennen, maar ook het meest stabiele deel van je persoonlijkheid. Het blijft redelijk constant
over de tijd. Stabiliteit en verandering zijn beide wenselijk in de persoonlijkheid. De kern (stabiel) is
nodig om effectief te functioneren in de maatschappij, het veranderlijke aspect zorgt voor leren.
, Persoonlijkheid van verschillende standpunten;
- Psychodynamische benadering; deze wordt gekarakteriseerd door twee thema’s
o Het benadrukt de onbewuste determinanten van gedrag en hoe deze conflicteren
met de meer bewuste aspecten van persoonlijkheid
o De persoon als geheel begrijpen in plaats van het identificeren van losse
eigenschappen en disposities
De psychodynamische benadering is complex, het bekijkt persoonlijkheid als een dynamische
set van processen die continu veranderen en vaak met elkaar in conflict zijn. Deze
benadering had echter weinig invloed op de sport psychologie. Een ander nadeel is dat er
bijna alleen op interne determinanten van gedrag gefocust wordt en er weinig aandacht is
voor de sociale omgeving. De grootste bijdrage van deze benadering is de herkenning dat
niet al het gedrag van een atleet onder bewuste controle staat en dat het soms gepast is om
op de onbewuste determinanten van gedrag te focussen.
- Trait benadering; gaat er vanuit dat de fundamentele eenheden van persoonlijkheid relatief
stabiel zijn. Persoonlijkheidseigenschappen zijn dus consistent over verschillende situaties.
De oorzaak van gedrag ligt intern en de rol van situationele of omgevingsfactoren is
minimaal. Het wordt gezien dat eigenschappen een persoon vatbaar maken om op een
bepaalde manier te gedragen ongeacht de situatie of omstandigheden. Een voorbeeld is het
Big 5 model;
o Neuroticisme vs emotionele stabiliteit
o Extravert vs introvert
o Open voor ervaringen
o Vriendelijkheid (agreeableness)
o Gewetensvol (conscientiousness)
Deze vijf dimensies zijn het meest belangrijk voor de algemene
persoonlijkheidseigenschappen. Alle andere persoonlijkheidseigenschappen kunnen onder
deze vijf groepen verdeeld worden. Maar alleen weten wat iemands
persoonlijkheidseigenschappen zijn helpt niet perse met het voorspellen of iemand hier zich
ook naar gedraagt. Er zijn specifieke situaties die deze reacties uit kunnen lokken.
- Situationele benadering; gedrag is voor een groot deel bepaald door de situatie of omgeving.
Invloed uit de omgeving en reinforcement bepalen hoe je je gedraagt.
- Interactionele benadering; de situatie en persoon bepalen samen het gedrag. Persoonlijke
eigenschappen en situationele factoren bepalen individueel het gedrag, maar interacteren
soms ook met elkaar om het gedrag te beïnvloeden.
- Fenomenologische benadering; gedrag wordt voornamelijk bepaald door situaties en
persoonlijkheidseigenschappen waarbij gekeken wordt naar de interpretatie van de persoon
zelf en de omgeving. De individuele subjectieve ervaringen en persoonlijke kijk op de wereld
en op zichzelf worden als bepalend gezien.
- Bio psychosociale benadering; het begrijpen van de hele persoon en een integratief kader
dat rekening houdt met de interactie van biologische, psychologische en sociale factoren is
nodig om iemands persoonlijkheid te begrijpen.
Psychologen hebben manier bedacht om persoonlijkheid te meten dat kan helpen bij het begrijpen
van persoonlijkheidskenmerken en toestanden. Er wordt hierbij onderscheidt gemaakt tussen trait
en state “Hoe voel je je in deze situatie?” “Hoe voel je je op dit moment?”. Situatie-specifieke
metingen voorspellen gedrag meer realistisch omdat ze de persoonlijkheid van de deelnemer en de
specifieke situatie overwegen. Sport-specifieke metingen naar persoonlijkheid voorspellen gedrag in
sport settings beter dan algemene persoonlijkheidstesten. Sommige testen zijn ontwikkeld voor
specifieke sporten. Na het verzamelen van de resultaten kan de coach de spelers adviseren over hoe
ze kunnen voortbouwen op hun sterke punten en hun zwakke punten kunnen verminderen of
elimineren. Maar gevoelens veranderen voor en tijdens een competitie. Zo kun je voor aanvang van
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sophiem02. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.