100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting medische biologie BS5&BS6 €5,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting medische biologie BS5&BS6

 6 keer bekeken  0 keer verkocht

Uitgebreide samenvatting medische biologie met extra uitleg en afbeeldingen

Voorbeeld 4 van de 62  pagina's

  • Ja
  • 24 oktober 2021
  • 62
  • 2020/2021
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (65)
avatar-seller
Ilse06
Medische biologie HC 5.1 Zenuwstelsel
Zenuwweefsel
Het zenuwstelsel bestaat uit zenuwweefsel, wat bestaat uit neuron(en) en neuroglia. Neuronen
zijn zenuwcellen en neuroglia zijn ondersteunende cellen (steunweefsel). ‘’Glia’’ wordt ook wel
vertaald als ‘’lijm’’.

Een neuron bestaat uit (zie afbeelding):
- Cellichaam
- Dendrieten
- Axon
- Synapsknop(pen)
o Hier vindt de overdracht plaats




Figuur 1




In figuur 3 zie je hoe een stimulus wordt doorgegeven. Het signaal
wordt waargenomen via de receptor en wordt doorgegeven aan de
sensorische cel. De sensorische cel stuur signalen naar de
schakelcellen, welke zich bevinden in het ruggenmerg. In het
ruggenmerg wordt de sensorische prikkel omgezet in een motorische
prikkel waardoor er een motorische impuls (=snelle reflex)
plaatsvindt.




Figuur 2



1

,Membraanpotentiaal
Binnen het membraanpotentiaal is er sprake van elektrische ladingen. Er zit een verschil
tussen de binnenkant en de buitenkant van de cel.
- Buiten relatief veel Na+ en Cl-
- Binnen relatief veel K+ en negatief geladen eiwitten
- Rustpotentiaal is -70mV (milivolt)




Figuur 3


Wanneer er sprake is van een negatieve lading in de cel en een positieve lading buiten de cel,
wordt er gesproken van een ‘rustpotentiaal’ gezien er geen activiteit plaatsvindt binnen de cel.
In rustpotentiaal is de lading van de cel -70mV, de positieve en negatieve lading worden door
het membraan gescheiden, daarom wordt dat het membraanpotentiaal genoemd. Afhankelijk
van de doorlaatbaarheid van een membraanpotentiaal kan de lading binnen de cel
veranderen. In de linker afbeelding staan gekleurde ‘pijlen’, welke zich bevinden op het
celmembraan, hierdoor kunnen de ionen zich verplaatsen binnen de cel. Wanneer er activiteit
binnen de cel is, wordt er gesproken van een actiepotentiaal. Er zijn kanalen die altijd open
staan en er zijn kanalen die gesloten zijn. In de cel zit veel kalium en buiten de cel zit veel
natrium, het lichaam wilt deze energie altijd gelijk hebben waardoor dit elkaar aantrekt.

Actiepotentiaal
Wanneer er een impuls is gegeven via het dendriet
naar het cellichaam vind er een actiepotentiaal plaats
indien de drempelwaarde (-60/50mV) is bereikt. Een
actiepotentiaal verloopt zoals in de rechter afbeelding.
Het actiepotentiaal start vanuit het rustpotentiaal (-
70mV). De stijgende fase begint wanneer de stimulus
de Na+-poorten snel zal openen en de K+-poorten
langzamer waardoor er een positieve lading in de cel
zal zijn (depolarisatie). In de grafiek zien we dus een
stijging omdat de Na+ snel de cel in stroomt en de K+
met een lage snelheid. De K+-poorten blijven wat
langer geopend, dat wordt waardoor er een daling
plaatsvindt na de uitwisseling. In de cel zit dus minder
lading (hyperpolarisatie) dan bij een rustpotentiaal, om
deze lading weer gelijk te maken wordt er gebruik
gemaakt van de natrium/kaliumpomp. Deze helpt door
drie Na+-ionen uit de cel te sturen en twee K+-ionen
naar binnen te sturen om het aantal terug in evenwicht
te brengen. Uiteindelijk gaat de cel dus weer terug naar Figuur 4
het rustpotentiaal, wat repolarisatie wordt genoemd.

2

,In het kort:
Impuls → Na+-ionen gaan snel de cel in → Cel heeft een positieve lading (depolarisatie) → K+
kanalen openen langzaam → Na+ kanalen sluiten → K+ ionen stromen langzaam de cel uit →
Cel krijgt een negatieve lading (hyperdepolarisatie) → K+ kanalen sluiten → Na+/K+-pomp
wordt actief en zet de lading terug in rustpotentiaal (repolarisatie)

Saltatoire geleiding
De meeste zenuwcellen zijn omgeven door een myeline schede. In
de myeline schede zitten de cellen van Schwann welke zich
bevinden om de axon (zie figuur 5). De celkernen van de Schwann
cellen hebben een isolerende werking. Hierdoor gaat de impuls niet
geleidelijk over naar het volgende axon, maar ‘springt’ deze als het
ware naar het volgende segment. Hierdoor gaan de impulsen veel
sneller in deze zenuwcellen. Dit wordt saltatoire geleiding genoemd
(saltatoire = springen).

Figuur 5


Impulsoverdracht (zie figuur 6)
Een impuls wordt waargenomen door
de dendrieten waarna een
actiepotentiaal begint. De impuls
springt over via de knopen van Ranvier.
In de knopen van Ranvier is een kanaal
voor de natrium, deze leiden de natrium
naar het axon-uiteinde. Als de natrium
daar is gearriveerd wordt de impuls
overgegeven via de synaps, welke de
lading doorgeven aan een volgend
neuron of een cel die werkt als affector
Figuur 6
(zenuwcel die directe spier activeert).




3

, Synaps




Figuur 7


In de synaps bevinden zich het presynaptisch membraan, welke zich bevindt op het axon-
uiteinde en het postsynaptisch membraan welke zich bevindt op de dendriet. Het proces begint
wanner de natrium van het actiepotentiaal aan is gekomen bij het axon-uiteinde. De natrium
activeert de calcium poorten welke zich bevinden op de axon. Op deze wijze zal er calcium de
cel in stromen. De calcium zal zichzelf gaan versmelten met het blaasje van de
neurotransmitters. Door deze samensmelting komen de neurotransmitters vrij in de
synaptische spleet. Deze neurotransmitters binden zich aan de natrium of kalium poorten in
die zich bevinden op het postsynaptisch membraan. Deze zullen zich hierdoor openen
waardoor de natrium de dendriet in kan en de kalium de dendriet uit. Wat er precies gebeurd
is afhankelijk van welke neurotransmitter er wordt doorgegeven. Wanneer er voldoende
natrium is om een actiepotentiaal te laten plaatsvinden kan het signaal opnieuw worden
doorgegeven en over springen naar een nieuw cellichaam.

In het kort:
1. Er vind een actiepotentiaal plaats door Na+
2. Ca2+ poorten openen, calcium komt de cel binnen
3. Blaasjes neurotransmitters versmelten zich met het membraan
4. Neurotransmitters komen vrij in de synaptische spleet
5. Neurotransmitters binden zich aan poorten
6. Poorten op postsynaptische membraan openen
7. Na+ gaat dendriet in, K+ gaat dendriet uit




4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Ilse06. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 62555 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,99
  • (0)
  Kopen