Dit document bestaat uit al mijn aantekeningen van alle hoorcolleges van Business for Creatives / Principles of Business gegeven door Koen (Saxion Enschede). Succes met leren!
1. Strategisch niveau: bepaalt de visie en de missie
2. Tactisch niveau: bepaalt hoe je de visie en missie uitwerkt
3. Operationeel niveau: bepaalt wie het uitvoert, de aanpak
Als organisatie streef je naar continuïteit, je wilt blijven bestaan. Dit betekent niet dat het bedrijf per
se winst moet maken.
Doelstellingenpyramide:
1. Social media middelen
2. Social media doelstellingen
3. Marketingdoelstellingen
4. Bedrijfsdoelstellingen
Doelstellingen beïnvloeden elkaar (van beneden naar boven).
Je kan niet zomaar maken wat je wil binnen een organisatie: er zijn verschillende belangen binnen
een organisatie en binnen een bedrijf moeten de bazen het er ook mee eens zijn.
Wat is geld? Hetgeen wat mensen accepteren in ruil voor goederen en diensten.
Met macht kan je waarde creëren.
Hoe ga je geld verdienen? verdienmodel op basis van:
- Arbeid: diensten leveren in ruil voor geld.
- Personeel in dienst nemen: salaris van de werknemer moet lager zijn dan de waarde die het
personeel voor de werkgever creëert.
- Iets ontwikkelen waar je geld voor kan vragen
- Handel drijven
- Schaalbaarheid (apps): veel mensen hebben direct toegang.
- Risico’s nemen
1
, Hoorcollege 2
Begrippen onderscheiden:
- Organisatie= een menselijke samenwerking die doelgericht is en als blijvend is bedoeld,
verenigingen.
- Bedrijf= een entiteit die een product of dienst op de markt brengt en verkoopt. Een non-
profit organisatie, heeft geen winstoogmerk.
- Onderneming= bedrijf met een winstoogmerk.
Bedrijfskunde is een heel veelomvattend begrip en gaat niet alleen over het voeren van een bedrijf.
Bedrijfskunde is:
- Multidisciplinair= bestaat uit verschillende pijlers
- Interdisciplinair= de pijlers moeten samenwerken om het bedrijf zo goed mogelijk te laten
functioneren.
Bedrijfskunde werkt van buiten naar binnen: het bedrijf is afhankelijk van de omgeving.
Binnen een bedrijf is het ondernemingsdoel altijd gebaseerd op bedrijfscontinuïteit: blijven bestaan.
3 niveaus in bedrijven:
1. Strategisch niveau: bepaalt de visie en de missie. Bezig
met de lange termijndoelen van de organisatie.
2. Tactisch niveau: bepaalt hoe je de visie en missie
uitwerkt. Bezig met de middellange termijndoelen.
3. Operationeel niveau: bepaalt wie het uitvoert, de
aanpak. Is bezig op korte termijn.
Dit structureren is noodzakelijk om relaties tussen personeel te creëren om uiteindelijk de gestelde
doelen te bereiken.
Vijfkrachtenmodel van Porter: gaat over de mate waarin een bedrijfstak aantrekkelijk is om te
betreden of om in te blijven en je als bedrijf op aan te passen, de marktaantrekkelijkheid.
2
, Analyseert de volgende gebieden:
1. Afnemers (macht): hoeveel? Hebben die macht, zijn ze verenigd? Minder macht van
afnemers is positief.
2. Leveranciers (macht): wat is de macht van de leverancier? Afhankelijk van het marktaandeel
van jouw bedrijf.
3. Potentiële toetreders (dreiging): is het moeilijk/makkelijk om eenzelfde bedrijf als jou te
starten voor anderen? Moeilijk is een voordeel.
4. Substituten (dreiging): zijn er veel substituten? = bedreiging.
5. Concurrenten: hoe dreigend zijn je concurrenten, hoeveel macht hebben zij?
o Afdeling= overkoepelende afdeling die
functies toeschrijft.
o Functies= naam van je baan.
o Taken= werkzaamheden.
Organisatiestructuur 4 typen indelingen:
- Functionele indeling op basis van functies
- Productindeling op basis van producten
- Marktindeling op basis van markten
- Geografische indeling op basis van geografie
Variabelen die bepalend zijn voor de vorming van een bedrijfsstructuur:
- Omvang: hoe groot is het bedrijf, hoeveel werknemers heeft het bedrijf?
- Omgeving: in welk land/regio is het bedrijf gevestigd?
- Strategie: hoe beantwoord je de wat vraag, wat ga je doen?
- Activiteiten: wat voor activiteiten voert het bedrijf?
- Personeel: wie neem je aan en wat doen zij?
Enkele begrippen:
- Span of control/spanwijdte= aantal mensen aan wie direct
leiding wordt gegeven. De eerste laag onder jou.
- Depth of control/spandiepte= alle medewerkers aan wie je
direct of de lagen eronder leidinggeeft. Iedereen onder jou.
- Scope of control/omspanningsvermogen= het aantal
personen aan wie je leiding kunt geven. Hangt erg af van het
type organisatie en de werkzaamheden.
- Formele organisatie= structuren en regels. Tot op de puntjes ingericht.
- Informele organisatie= menselijk gedrag: macht conflict, loyaliteit etc.
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Mayatsx. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.