Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Europese Unie....................................................................................................................2
§1.1 Internationaal recht....................................................................................................................2
§1.2 De EU en haar doelstellingen......................................................................................................3
§1.3 Interne markt..............................................................................................................................5
§1.4 Beginselen..................................................................................................................................5
Hoofdstuk 2 Instellingen van de Europese Unie.....................................................................................7
§2.1 Europese Raad............................................................................................................................7
§2.2 Europese Commissie...................................................................................................................7
§2.3 Raad van de Europese Unie........................................................................................................8
§2.4 Europees Parlement...................................................................................................................9
§2.5 Hof van Justitie...........................................................................................................................9
§2.6 De gewone wetgevingsprocedure............................................................................................10
Hoofdstuk 3 Wetgeving, directe werking en staatsaansprakelijkheid..................................................11
§3.1 Vormen van Europees recht.....................................................................................................11
§3.2 Handvest van de grondrechten.................................................................................................12
§3.3 Wederzijdse erkenning.............................................................................................................13
§3.4 Doorwerking.............................................................................................................................14
§3.5 Staatsaansprakelijkheid............................................................................................................15
Barents.................................................................................................................................................16
§ 6.8 Rechtspraak over het EU-recht................................................................................................16
Hoofdstuk 4 De vier vrijheden (boek weer)..........................................................................................17
§4.1 De definities van de vier vrijheden...........................................................................................17
§4.2 Onderscheid tussen de vier vrijheden......................................................................................18
§4.3 Grensoverschrijdend aspect.....................................................................................................20
§4.4 Vormen van belemmeringen van het vrij verkeer....................................................................20
§4.5 uitzonderingen op het vrij verkeer...........................................................................................21
§4.6 Voorwaarden voor het toepassen van de uitzonderingen........................................................22
Hoofdstuk 6 Vrij verkeer van personen en het EU-burgerschap...........................................................22
§6.1 EU-burgers en derdelanders.....................................................................................................22
§6.2 Het vrij verkeer van personen in het VWEU.............................................................................23
§6.3 Uitzonderingen op het vrij verkeer van personen....................................................................24
§6.4 Richtlijn 2004/38/EG.................................................................................................................25
, §6.5 Gezinshereniging op basis van art. 20 VWEU............................................................................27
§6.6 Sociaal Europa..........................................................................................................................27
Hoofdstuk 7 Vrij verkeer van diensten.................................................................................................27
§7.1 Discriminatie- en belemmeringenverbod.................................................................................27
§7.2 Uitgezonderde diensten...........................................................................................................27
§7.3 Rechthebbenden......................................................................................................................27
§7.4 Grensoverschrijdend aspect.....................................................................................................27
§7.5 Uitzonderingen op het vrij verkeer van diensten......................................................................27
§7.6 Dienstenrichtlijn.......................................................................................................................28
§7.7 Nadelen van het vrij verkeer van diensten...............................................................................28
§7.8 Detacheringsrichtlijn.................................................................................................................29
Hoofdstuk 1 Europese Unie
§1.1 Internationaal recht
Afspraken die verschillende staten met elkaar maken zijn opgenomen in verdragen. Belangrijk bij het
overeenkomen van verdragen is staatssoevereiniteit.
, 1.1.1 staatssoevereiniteit
In Nederland heeft de Nederlandse overheid staatssoevereiniteit: zij is de enige die de wet- en
regelgeving in Nederland kan bepalen. Deze macht kan op twee manieren worden beperkt:
1. Soevereiniteit kan vrijwillig worden overgedragen .
De overheid kan beslissen om (een deel van) de soevereiniteit over te dragen aan hogere
internationale organisatie. Dit doet de overheid eigenlijk uitlsuitend als dit het belang van het
land dient en bijdraagt aan het welzijn van de inwoners. Een voorbeeld van zo’n hogere
internationale organisatie is de EU, origineel opgericht met doel om oorlogen te voorkomen
en economisch herstel bevorderen. Het overdragen van staatssoevereiniteit hoeft niet
pernament te zijn, er is altijd een mogelijkheid om je lidmaatschap op te zeggen en daarbij de
soevereiniteit terug te krijgen. Uit EU treden gecompliceerd (toestemming van vele partijen
nodig), maar wel mogelijk!! (denk aan Groot-Brittannië)
2. Soevereiniteit kan onvrijwillig worden beperkt.
Als een staat een andere staat binnenvalt en de macht overneemt, heeft de overheersende
staat vanaf dat moment de beslissingsbevoegdheid. Dit kan door militair ingrijpen van een
onafhankelijke staat, maar ook door land binnen te vallen op grond van een mandaat
(=opdracht die je van anderen krijgt om namens hen iets voor elkaar te krijgen) van de
Veiligheidsraad van de VN.
1.1.2 internationale organisaties
Staten grootste rol binnen internationaal recht, maar internationale organisaties ook belangrijk
(gezamenlijk opgericht door aantal personen). 2 soorten organisaties:
1. Gouvernementele organisaties: samenwerkingsverband tussen staten.
Hebben een verdrag: lidstaten, doelstellingen, middelen vermeld
Staten kunnen bij oprichten van de organisatie zelf kiezen of en hoeveel
soevereiniteit ze afstaan.
à geen soevereiniteit afstaan = intergouvernementele organisatie (vb
Telecommunicatie-unie)
à wel soevereiniteit/beslissingsbevoegdheid afstaan = supranationale organisatie
(vb EU)
Supranationale organisatie staat boven de lidstaten, terwijl een
intergouvernementele organisatie een samenwerking tussen lidstaten is.
2. Non-gouvernementele organisaties (ngo): samenwerkingsverband tussen personen
Onafhankelijk van lidstaten (/overheid)
Vaak ideële doelstelling
Hoeft niet internationaal te zijn
Bv: Rode Kruis, Amnesty International, WNF
Publiceren jaarlijkse rapporten over stand van zaken van hun aandachtsgebied
Geen status als gouvernementele organisatie, maar wel vaak uitgenodigd voor
internationale vergaderingen (geen stemrecht, alleen adviserende rol)
§1.2 De EU en haar doelstellingen
De EU is resultaat van internationale verdragen, die regelen welke doelstellingen worden
nagestreefd en binnen welk juridisch kader.
Op dit moment zijn de volgende twee verdragen van kracht:
1. Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU)
2. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper hanniedevries. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.