ARBEIDSMARKT, RE-INTEGRATIE
EN SCHOLING
RUIME EN KRAPPE ARBEIDSMARKT
Krappe arbeidsmarkt: Vraag > aanbod. Vraag is hoger dan het aanbod, te kort aan personeel (ze vragen meer
leraren dan er zijn)
Ruime arbeidsmarkt: Vraag < aanbod. Te weinig vraag, overschot aan personeel
HOOG CONJUCTUUR EN LAAG CONJUCTUUR
Hoog conjunctuur: economie gaat goed, lage werkloosheid, prijzen stagen
Laag conjunctuur: economie gaat slecht, veel werkloosheid, prijzen dalen
DISCREPANTIE
Discrepantie: vraag en aanbod lopen uiteen (zijn niet gelijk)
Kwantitatief (kwantiteit): hoeveelheid > aantal banen
Kwalitatief (kwaliteit, soort): soort baan, de inhoud van de baan
DEFINITIES
Kwantitatieve structurele werkloosheid: Er zijn te weinig arbeidsplaatsen voor de hele beroepsbevolking,
oorzaken daarvan kunnen zijn: Mechanisatie en automatisering, bedrijven verdwijnen naar het buitenland,
aantal werkzoekenden stijgt
Kwalitatieve structurele werkloosheid: tegelijkertijd werkloosheid en onvervulde vacatures. Werkzoekenden
hebben de ‘’verkeerde opleiding’’ want bepaalde beroepen verdwijnen
Frictiewerkloosheid: Werkloos tussen 2 banen in (zoekwerkloosheid)
Seizoenswerkloosheid: Strandtenthouders, ijsverkopers, zwembadmedewerkers, hoveniers
(Regionale werkloosheid): werkloosheid in een bepaalde regio
Conjuncturele werkloosheid: oorzaak, te weinig vraag naar producten. Tijdelijk: vraagzijde van de economie
conjunctuur = golfbeweging in de economische groei. Vraag daalt > productie daalt > werkloosheid stijgt >
inkomens dalen > vraag daalt nog meer enz. (blz. 39)
POORTWACHTER
Stappenplan wet verbetering poortwachter zie blz. 121 boek en KG 1.3.6.
1 E SPOOR
De werkgever probeert (ander) werk te zoeken voor de zieke werknemer binnen de eigen organisatie
Eerste ziektejaar