Beginselen van de democratische rechtsstaat
Tentamen dinsdag 2 november 2021
Hoorcollege week 1: Staatsrecht en rechtsstaat
Staatsrecht (definitie):
Regels over de organisatie van de overheid.
Functies van het staatsrecht:
1. Constitueren:
-‘Het koningschap wordt erfelijk vervuld door wettige opvolgers van Willem I’ – art. 24 Grondwet
- ‘Er is een Raad voor de rechtspraak’ – art. 84 lid 1 Wet RO
2. Attribueren:
- ‘Aan de rechterlijke macht is voorts opgedragen de berechting van strafbare feiten’ – art. 113 lid 1
Grondwet
- ‘De burgemeester kan een drugspand sluiten’ – art. 174a GemW
3. Reguleren:
- ‘Niemand kan lid van beide kamers zijn’ – art. 57 lid 1 Gw
- ‘Niemand heeft voorafgaand verlof nodig om door de drukpers gedachten of gevoelens te
openbaren’ – art. 7 lid 1 Gw
Recept voor een staat:
• Neem een stukje grond. Mag groot of klein zijn, als het maar duidelijke grenzen heeft = territoir
• Bevolk die met een gemeenschap die een zekere eenheid vormt = natie
• Roep een staat uit en oefen effectief gezag uit over de gemeenschap = interne soevereiniteit
• Overleef een confrontatie met de buren = externe soevereiniteit
Micro states: Eurostaete → een stuk land dat tussen twee landen in ligt, maar tot geen van beide
toebehoort.
Fragile states: geen effectief gezag
Macht is feitelijk: de mogelijkheid om anderen te dwingen.
Gezag is gelegitimeerde macht: macht die wordt geaccepteerd door degenen over wie het wordt
uitgeoefend
Doel: minimale macht, maximaal gezag
,Voorbeeld:
Bronnen en begrippen:
• Materiele constitutie = omvat alle regelingen met constituerende, attribuerende en/of
regulerende functie. Dus ook alles wat buiten de grondwet valt. Dan wordt het staatsrecht veel
omvangrijker. Het gaat niet alleen om grondrecht, maar ook om internationale wetten.
• Formele constitutie = heeft de grondwet als basis wet en is dus ook maar in één wet terug te
vinden: de grondwet en in het statuut van het koninkrijk. Dat zijn eigenlijk allebei grondwetten.
• Constitutie = bestaat uit gewoontes (de rol van de rechter is daarbij belangrijk). De Grondwet is
een onderdeel van de constitutie.
• Grondwet = Nederland.
• Statuut = Aruba, Curacao, Sint-Maarten en Nederland.
• Organieke wetten = wetten die betrekking hebben op de organisatie van de staat en waarvan de
basis in de grondwet is geregeld. Bijv. Gemeentewet, Provinciewet, Kieswet.
• Algemene Maatregelen van Bestuur = is een Koninklijk Besluit (KB) van de regering en kan,
anders dan een wet, in principe zonder medewerking van de Staten-Generaal worden vastgesteld.
De regering moet over een algemene maatregel van bestuur wel advies vragen aan de Raad van
State. Na vaststelling vindt publicatie plaats in het Staatsblad.
• Ongeschreven staatsrecht = bevat regelingen die niet in de wetboeken staan gecodificeerd, maar
desondanks toch van belang zijn in het staatsrecht (bijv. vertrouwensbeginsel).
• Reglementen van Orde = regels over de gang van zaken (bijv. in een vergadering).
• Conventies = bron van staatsrecht. Wat men gewoonlijk doet/overeenkomsten.
,Rechtsstaat:
• Legaliteit
• Machtenscheiding
• Grondrechten
• Rechtsbescherming
Trias Politica:
1. Scheiding in functies → Wetgeven, besturen en rechtspreken
2. Scheiding in instituties → Wetgever, bestuur, rechterlijke macht
3. Scheiding in personen → Kamerleden, ministers, rechters
Federalist Papers no. 51
“ If men were angels, no government would be necessary. If angels were to govern men, neither
external nor internal controls on government would be necessary.
In framing a government which is to be administered by men over men, the great difficulty lies in
this: you must first enable the government to control the governed; and in the next place oblige it to
control itself.”
“The great security against a gradual concentration of the several powers in the same department,
consists in giving to those who administer each department the necessary constitutional means and
personal motives to resist encroachments of the others.
[..]
Ambition must be made to counteract ambition.”
Vier beginselen van week 1:
• Een staat heeft gezag, de maffia heeft macht
• Een mooie Grondwet is nog geen goede constitutie
• Democratische rechtsstaat: maximaal gezag met minimale macht
• Goede motieven zijn mooi, slechte motieven zijn betrouwbaar
,Werkcollege week 1
Aantekeningen
Common law = ongeschreven in Engeland
Vertrouwensregel = voorbeeld van gewoonte recht (motie van wantrouwen)
Gewoonte:
1 doel/praktijk
2 overtuiging vanuit de samenleving hoe iets zou moeten zijn
Soevereiniteit = hoogste gezag
Raad van Europa = 47 lidstaten, EVRM!!!
Europese Unie = 27 lidstaten
Tentamenoefening
Vraag 1. In welk van de onderstaande gevallen is sprake van de uitoefening van gezag, zoals dat
door de auteurs van het boek Beginselen van het Nederlandse staatsrecht wordt gedefinieerd?
Een overvaller bedreigt een winkelier in Leiden om geld uit de kas te krijgen.
Een politieke groepering blokkeert de ingang van een supermarkt in Leiden om aandacht te
vragen voor de hoge voedselprijzen.
Een politieagent beboet een fietser die in het donker op de Breestraat in Leiden fietst
zonder licht.
De Minister van Infrastructuur & Milieu knipt een lintje door en opent daarmee de A4
tussen Burgerveen en Leiden voor het verkeer.
*Het gaat hier zowel om een gezagsdrager (een politieagent heeft bevoegdheden om een
bekeuring uit te schrijven, zie art. 3 Politiewet) als om een gedraging die van overheidswege is
verboden (zie art. 35 Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990). In dit geval is de feitelijke,
door de politieagent uitgeoefende macht ook uitoefening van gezag.
Vraag 2. Welke van de onderstaande stellingen over de begrippen democratie en rechtsstaat
is juist?
In een rechtsstaat zorgen grondrechten ervoor dat de wil van de meerderheid niet wordt
ingeperkt.
, In een rechtsstaat is de rechter ondergeschikt aan de volksvertegenwoordiging, omdat een
rechter niet is gekozen.
In een rechtsstaat moet overheidsoptreden dat burgers raakt een basis hebben in een
democratisch tot stand gekomen wet.
In een rechtsstaat zorgt democratie ervoor dat grondrechten te allen tijde worden bewaakt
*Een democratisch tot stand gekomen wet garandeert dat machtsuitoefening door de overheid
(althans, in theorie) met instemmen van de volksvertegenwoordiging gebeurt. Zo wordt
machtsuitoefening ook gezagsuitoefening.
Vraag 3. De tweede grondregel uit uw studieboek Beginselen van het Nederlandse staatsrecht luidt
dat een orgaan geen bevoegdheid kan hebben zonder verantwoordingsplicht. Dit geldt ook voor de
rechterlijke macht. Welk van de navolgende grondwetsbepalingen biedt een grondslag voor
controle op het functioneren van de rechterlijke macht?
Artikel 5 Grondwet.
Artikel 17 Grondwet.
Artikel 117 Grondwet.
Artikel 121 Grondwet.
*Artikel 121 Grondwet luidt: 'Met uitzondering van de gevallen bij de wet bepaald vinden de
terechtzittingen in het openbaar plaats en houden de vonnissen de gronden in waarop zij rusten.
De uitspraak geschiedt in het openbaar.' Deze bepaling zorgt ervoor dat iedereen die dat wil in
beginsel terechtzittingen kan bijwonen om zo de rechterlijke macht te controleren.
Vragen
Opgave 1
Een van de kenmerken van een staat is dat er effectief gezag wordt uitgeoefend over een op een
grondgebied woonachtige bevolking.
a) Wat is het verschil tussen dwang en gezag?
Dwang = angst, kan iedereen uitoefenen, feitelijk
Gezag = acceptatie, gelegitimeerd
b) Is voor het uitoefenen van effectief overheidsgezag een geschreven constitutie vereist?
De constitutie bestaat uit gewoontes (de rol van de rechter is daarbij belangrijk). De Grondwet is een
onderdeel van de constitutie.
Nee dit is niet vereist.
Vanuit internationaal- of volkenrechtelijk perspectief zijn staten soeverein. Dit houdt niet alleen in
dat staten op hun grondgebied mogen bepalen welke organen welke bevoegdheden hebben, maar
ook dat staten bevoegd zijn op het internationale toneel rechtshandelingen te verrichten. Een
, belangrijk voorbeeld is het sluiten van verdragen.
c) Vooral het lidmaatschap van de Europese Unie en de Raad van Europa spelen in dit kader voor
Nederland een grote rol. Beperken deze lidmaatschappen de soevereiniteit van Nederland?
Nee, hierdoor is Nederland ook juist bevoegd om op het internationale toneel rechtshandelingen te
verrichten, zoals het sluiten van verdragen. Het is bovendien als land een eigen keus om bij de EU te
gaan, en je zou weg kunnen gaan/eruit stappen wanneer je wilt.
d) Waar in de Grondwet wordt verwezen naar de mogelijkheid tot het overdragen van
soevereiniteit?
Art. 92 GW.
e) Kan de Europese Unie eigenlijk ook als staat worden aangemerkt? Bedenk argumenten voor en
argumenten tegen en kies uw positie.
Staat:
1 territoir √
2 natie X er is geen gezamenlijk taal, politiek, etc.
3 interne soevereiniteit X niet uitgeroepen tot Staat, maar heeft natuurlijk wel kenmerken ervan
4 externe soevereiniteit √
Opgave 2
Om als rechtsstaat te kunnen worden aangemerkt, moet een staat aan een viertal eisen voldoen. Er
moet worden voldaan aan het legaliteitsbeginsel, sprake zijn van machtenscheiding, grondrechten,
en een onafhankelijke rechterlijke macht.
a) Licht deze vier eisen toe en leg bovendien uit waarom aan deze eisen moet worden voldaan, om
van een rechtsstaat te kunnen spreken.
De Regering en de Staten-Generaal gezamenlijk maken de wet.
1 legaliteitsbeginsel = bevoegdheid moet in (grond)wet zijn opgenomen, op het moment dat de daad
wordt gepleegd
2 machtenscheiding = triaspolitica
3 grondrechten = minder macht bij de Overheid
4 rechtsbescherming = grondrechten niet alleen op papier, maar ook kunnen halen/opeisen
Deze vier eisen zijn er om machtsmisbruik te voorkomen tussen Overheid en burger. Als aan één van
deze eisen niet wordt voldaan, dan is er geen sprake meer van een rechtsstaat , maar bijvoorbeeld
van een totalitaire staat.
b) In hoeverre komt de gedachte van machtenscheiding, zoals geïntroduceerd door Montesquieu in
zijn boek De l’esprit des Lois, terug in de vier eisen van de rechtsstaat uit vraag a)? Lees de bijdrage
‘De rechtsstaat in het antropoceen: over de dubbele erfenis van Montesquieu’ van W.J. Veraart in uw
reader.
Punt 2, machtenscheiding door middel van de triaspolitica.
c) Leg in uw eigen woorden kort uit wat de Hoge Raad besliste in het Urgenda-arrest (HR 20
december 2019, ECLI:NL:HR:2019:2006, NJ 2020/41). Bespreek vervolgens waarom volgens Veraart
in de discussie over dit arrest ‘in zekere zin de ene Montesquieu tegen de andere wordt uitgespeeld’
(p. 931).
De staat zou meer moeten doen tegen de uitstoot van broeikasgassen.
Dit is een politiek vs. rechterlijk probleem. Montesquieu zou zeggen het gaat tegen de scheiding van
de machten in.
In Nederland zijn de scheiding van de machten niet helemaal zuiver gescheiden. Doordat zowel in de
wetgevende als in de uitvoerende macht, beide de regering zitten.
Opgave 3
Voor de vraag welke rechten en plichten iemand nu precies heeft jegens de staat Nederland, maakt