WEEK 1
HOOFDSTUK 1: DE WORDING VAN HET WERELDBESTEL
1.1 Ontwikkeling van de internati onale betrekkingen
Internationale betrekkingen worden tegenwoordig sterk bepaald door de relaties tussen staten, al
zijn er ook anderen spelers op het wereldtoneel, zoals internationale organisaties, multinationale
ondernemingen en non-gouvernementele instellingen.
Vier hoofdvormen van politi eke organisati e
Door de eeuwen heen kunnen we vier hoofdvormen van grote politieke organisaties onderscheiden:
het keizerrijk, het feodale systeem, stadstaten en het stelsel van aparte ‘nationale’ staten met
redelijk vastomlijnde grenzen.
Conflicten waren niet gebonden aan staatsgrenzen. Het feodale stelsel heerste in Europa tot laat in
de middeleeuwen en in sommige landen tot in de negentiende eeuw.
Het stelsel van ‘nationale staten’ zoals wij dat nu kennen is vooral gegroeid in de zestiende en
zeventiende eeuw.
In 1648 werd het politieke ordeningsprincipe in Europa een stelsel van ‘nationale staten’.
Met het tekenen van de Verdragen van Munster en Osnabruck (vrede van Westfalen) kwam in dat
jaar een einde aan twee slopende conflicten, de Dertigjarige oorlog en de Tachtigjarige oorlog.
Toen in 1648 twee belangrijke internationale conferenties een einde aan deze conflicten maakten,
werd besloten dat Europa zou komen te bestaan soevereine staten met vastomlijnde grenzen.
Waar gaan internati onale betrekkingen over?
Internationale betrekkingen:
o IB is de academische studie van ‘international relations’:
o Studie van relaties en interacties tussen staten
o De wereld bestaat uit verschillende politieke gemeenschappen (primair staten)
o De staat heeft een grote invloed op de manier waarop mensen denken en leven
o Het is praktisch onmogelijk om het systeem van staten te ontlopen
Het concept Staat:
o De rol van de staat:
Verzorgen van:
Veiligheid
Vrijheid
Orde
Gerechtigheid/rechtspraak
Welvaart
o Veel staten trachten dit te doen, maar.. (er zijn ook veel
staten die dit niet doen)
Bij internationale betrekkingen gaan wij uit van de Soevereine staat
Soevereiniteit:
Zelfbeschikkingsrecht
Voeren van het hoogste gezag
Geen verantwoording afleggen
Piraterij versus genocide
, De Soevereine staat
Territorium met grenzen
Permanente bevolking
Onafhankelijke macht aan het hoofd
Bijna 200 staten in de wereld
De soevereine staat is het beginpunt van bijna alle IR-theorie
WEAK & STRONG STATES
Laag ‘empirical statehood’ betekent dat staten zwakke instituties hebben, economisch vaak
onderontwikkeld zijn en er weinig nationale eenheid is.
o Wij noemen dit soort staten ‘weak states’ of zwakke staten.
o De allerzwakste staten worden ook wel ‘failed states’ of gefaalde staten
genoemd.
Verder kunnen staten ook een strong of weak power zijn,
o dit heeft betrekking op de militaire macht van staten.
Kenmerken failed states:
Verlies controle geweld monopolie
Afname autoriteit collectieve beslissingen
Geen/weinig publieke diensten
Onvolwaardig lid internationale gemeenschap
Oorspronkelijk staten systeem Huidig staten systeem
Kleine groep, insiders, allemaal sterke staten Bijna alle staten zijn insiders, en worden
formeel/juridisch als staat erkent
Heel veel outsiders: koloniën De ongelijkheid tussen staten is groot: strong
states, weak/failed/quasi states
STRONG POWER WEAK POWER
STRONG STATE USA, china Frankrijk NL, Singapore
WEAK/FAILED STATE Pakistan, Noord-Korea Somalie, Libie
Land:
o was eerst een vage term voor het gebied of de streek waar een volk woont.
Staat
o een land een bestuur met rechtspersoonlijkheid en vaste grenzen (een republiek of
koninkrijk)
natie
o een grote groep mensen die bijeen hoort op basis van hun grondgebied, taal en cultuur en die
ook een gemeenschappelijk verleden en toekomst heeft.
Het begrip staat valt niet altijd samen met natie
want een staat is een politieke organisatie die ook meer dan één volk kan omvatten, zoals Zwitserland .
Vrede van Westfalen (1648)
Vrede maakte einde aan dertigjarige oorlog (huidig Duitsland) en de tachtigjarige oorlog
(Nederland- Spanje)
Eerste keer dat het idee van staatssoevereiniteit wordt verankerd
Staten sluiten verdragen zonder toestemming van de kerk
Erkenning soevereine staat door andere staten wordt hierdoor essentieel
De institutionele en juridische aard van de staat wordt belangrijker dan de willekeurige en
persoonlijke aard
In de praktijk wordt staatssoevereiniteit nog maar beperkt erkend
,1.2 Van Westf alen naar Wenen
De revoluti es van de achtti ende eeuw
DE AMERIKAANSE REVOLUTIE
De Britse kolonien in Noord-Amerika nam de bevolking geen genoegen meer met bestuur vanuit het
Europese moederland. Bewoners van de 13 provincies rond New York keerde zich tegen de hoge
Britse belastingen. Op 4 juli 1776 verklaarden de verenigde Staten van Amerika zich onafhankelijk
van de Britten.
De uiteindelijke overwinning van deze en andere kolonies en het opstellen van de Amerikaanse
Grondwet in 1787 waren een lichtend voorbeeld voor andere staten.
Op 4 juli vieren de Amerikanen nog altijd Independence Day. De idealen die ten grondslag lagen aan
deze Amerikaanse Revolutie waren politieke, vrijheid, democratie, republicanisme en religieuze
vrijheid.
In 1783 erkende Groot-Brittannie de onafhankelijkheid van de Verenigde Staten van Amerika, de
Amerikaanse Grondwet van 1787 is de oudste geschreven nationale grondwet die nog steeds van
kracht is.
DE FRANSE REVOLUTIE
De strijd om onafhankelijkheid in Noord-Amerika had grote indruk op Frankrijk zij hielpen de
Amerikanen.
De basisideeen van de Amerikaanse Revolutie kwamen voort uit de Amerikaanse verlichting dat weer
was overgenomen van de Europese Verlichting uit de 17 e eeuw. De verlichting was niet simpelweg
een intellectuele beweging maar zij omvatte ook het publieke en private domein waar verlichte
ideeen rondgingen. Het revolutionare karakter van de Verlichting kwam voort uit een geloof in
rationaliteit. Burgers werden kritischer en eisten vrijheid. De leuze ‘Vrijheid, Gelijkheid en
Broederschap’ begon in Frankrijk en verspreidde zich over heel Europa.
Het oude Regime (Ancien Regime) van Frankrijk was in de crisis door grote staatsschulden,
verandering van de publieke opinie en de institutionele beperkingen van de monarchie.
Eind jaren 1780 was het niet meer de vraag of de Franse monarchie hervormd moest worden, maar
hoe en wanneer.
Doorn in het oog van de burgers (de derde stand) was het feit dat in de Staten-Generaal de drie
standen in de Franse samenleving , geestelijkheid, adel en burgers per stand stemden en niet per
hoofd hierdoor wonnen de geestelijkheid en de adel altijd aan het langste eind.
In 1789 riepen de vertegenwoordigers van de Derde Stand zichzelf uit tot de Nationale Vergadering
en zwoeren niet uiteen te gaan voordat zij een nieuwe grondwet hadden opgesteld de beroemde
‘Eed op de kaatsbaan’ (20 juni 1789), dit vormde het feitelijke begin van de Franse Revolutie.
Op 14 juli 1789 was de bestorming van de Bastille.
Tussen 1792 en 1794 vond in Frankrijk de zogenoemde Terreur plaats. In 1794 kwam de Terreur ten
einde maar pas in 1799 bracht Napoleon Bonaparte met een staatsgreep de rust terug in Frankrijk.
EEN AGRARISCHE REVOLUTIE
In het midden van de achttiende eeuw(18 e) vond in Europa een agrarische revolutie plaats, onder
meer door toepassing van wetenschappelijke kennis.
,Deze ontwikkelingen in de landbouw schiepen de voorwaarden voor een sterke bevolkingsgroei, die
zich aandiende aan het einde van de achttiende eeuw.
DE INDUSTRIËLE REVOLUTIE
De Industriële revolutie begon in het Verenigd Koninkrijk in het midden van de 18 e eeuw en leidde
tot revolutionaire veranderingen, eerst in Groot-Brittannië maar al snel in heel Europa en uiteindelijk
op wereldschaal en in de wereldorde.
Belangrijk is om onderscheid te maken tussen de Industriële revolutie in engere zin:
de toepassing van technische uitvindingen
en de Industriële revolutie in bredere zin:
de ingrijpende maatschappelijke gevolgen van het grootschalige gebruik van de uitvindingen.
Door gebruik van de nieuwe mogelijkheden uit de natuur- kolen en stoom- maakte de Industriële
revolutie de samenleving los van vroegere beperkingen. Een veel hoger productieniveau bleek
mogelijk en een periode van ‘moderne economische groei’ kwam tot stand.
GEVOLGEN VAN DE REVOLUTIES IN EUROPA
Tien jaar franse revolutie (1789-1799) leidde aanvankelijk tot een door de grondwet ingeperkte
monarchie met een sterke positie van burgers in het parlement en een onafhankelijke rechterlijke
macht.
Revoluties en hervormingen volgden vaker. Niet langer de macht van koning, kerk en adel maar
grondwetten vormden de basis voor het staatsbestel en de politiek. Ook in Nederland werd de macht
van de vorst gebaseerd op de grondwet en ontstond de constitutionele monarchie (constitutie=
grondwet).
Einde absolutisme: Macht komt niet meer van God
Vanaf 1848 bepaalt de Nederlandse Grondweet dat niet de koning maar de ministers
verantwoordelijk zijn tegenover het parlement. Er kwam kiesrecht voor mannen en in 1917 werd
kiesrecht voor alle mannen ingevoerd en in 1919 het algemeen kiesrecht.
economisch denken in de internati onale betrekkingen
Zoals eerder aangegeven had in de zeventiende eeuw de verlichting haar intrede gedaan: de
opvatting dat rationeel denken en handelen, en wetenschappelijke analyse groot vooruitgang zouden
brengen.
De Verlichting veranderde ook de opvattingen over het scheppen van welvaart:
Het ‘mercantilisme’
nam aan dat vooral de handel grote welvaart zou brengen en handelsstaten daardoor sterk
zouden worden.
De ‘fysiocraten’
namen aan dat de landbouw de enige bron van welvaart en dus de kracht van een land was.
De liberalen bepleitten vooral economische vrijheid.
In de achttiende eeuw werkte Adam Smith de eerste moderne economische theorie uit:
als iedereen in vreedzame economische concurrentie zijn welbegrepen eigenbelang najaagt,
zorft de markt ervoor als door een onzichtbare hand gestuurd at de welvaart toeneemt .
de opkomst van de nati e en het nati onalisme
naast de staat (republiek of koninkrijk) speelde het nieuwe begrip ‘natie’ een steeds belangrijker rol,
ook in de internationale betrekkingen.
,een natie:
een grote groep mensen die bijeen hoort op basis van hun grondgebied, taal en cultuur en die
ook een gemeenschappelijk verleden en toekomst heeft.
natievorming wordt in de 19e eeuw een streven van staten, en hiermee ontstaat
nationalisme.
Door het Congres van Wenen was in 1815 getracht een machtsevenwicht in europa te scheppen dat
oorlogen zou moeten verminderen.
De vermaatschappelijking in de negenti ende eeuw
Vanaf 1815 ontstond een groeiende vermaatschappelijking en organisatie van het internationale
verkeer. Internationale betrekkingen waren niet alleen maar zaken voor heersers en legers maar ook
voor burgers en organisaties. Zo ontstonden verdragen en samenwerkingsvormen die gericht waren
op een vreedzaam verkeer tussen burgers van verschillende landen.
1.3 Europa na het Weens Congres
CONGRES VAN WENEN (1815) (reactie op revoluties)
Herstel van de monarchie al wel verzwakt
Veel instituties van de revolutie bleven intact,
Centraal op het Congres van Wenen stond het creeren van een duurzaam Europees
machtsevenwicht
o Creatie van de Duitse Bond en het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
Het statensysteem dat na 1815 vorm kreeg, was grotendeels het resultaat van het Congres
van Wenen.
De daar opgestelde vredesregeling was zeer succesvol: bijna veertig jaar lang waren er geen
grote oorlog.
Resulteert in Het Concert van Europa (tot 1914)
o zoals de samenwerking tussen de verschillende landen werd genoemd
was zeer conservatief van aard; orde en rust werden hoger aangeslagen dan
gelijkheid en gerechtigheid.
Bijzonder was verder dat het Concert van Europa zich het recht voorbehield
in te grijpen in de binnenlandse aangelegenheden van andere Europese
landen.
Het Congres van Wenen wordt door sommige historici en analisten van de internationale
betrekkingen gezien als een voorloper van de latere internationale organisaties.
Belangrijk voor het instorten van het Weense systeem(concert van Europa):
Eenwording van Italië en Duitsland
o (wegvallen machtsevenwicht),
Koloniaal imperialisme creëert spanning tussen Europese staten,
Duitse ambities tot expansie binnen Europa onder keizer Wilhelm II.
Allianties binnen Europa:
o Triple Entente (Rusland, Groot-Brittannië en Frankrijk)
o Triple Alliantie (Duitsland, Oosterijk-Hongarijen en Italië)
DE KOLONIEN
De kolonien speelden een belangrijke rol in het moderne imperialisme, vooral om afzetmarkten en
de aanvoer van grondstoffen te verzekeren.
, DE KOLONIEN IN AFRIKA
Het imperialisme richtte zich in de (late) negentiende eeuw bovenal op afrika. Hoewel economische
motieven daarbij een belangrijke rol speelden, waren er ook andere factoren.
Een laatste belangrijk motief in het moderne imperialisme was het prestige van de Europese landen.
de aanloop naar de Eerste Wereldoorlog
het imperialisme versterkte de economische spanningen en de rivaliteiten die in Europa al langer
bestonden. Het idee vatte post dat het imperialisme niet alleen een bruikbaar middel was om een
antwoord te vinden op de commerciële druk en de sterke nationale en internationale concurrentie
voor afzetmarkten, maar ook om binnenlandse spanningen te verminderen, vooral veroorzaakt
door de sterke opkomst van de arbeidersbeweging.
VERANDERING IN HET DUITSE BUITENLANDBELEID
Wilhelm II ontsloeg Bismarck in 1890, daarmee kwam een einde aan de gematigde buitenlandse
politiek die Bismarck had gevoerd en verdween een kalmerende factor in de Europese politiek. Deze
werd nu veel nationalistischer, ambitieuzer en imperialer.
Weg was het streven naar een Europees machtsevenwicht door het voeren van een alliantiepolitiek
om Frankrijk geisoleerd te houden. Daarvoor kwam in de plaats vanaf 1897 de zogenoemde
weltpolitik
een veel agressievere en onberekenbare buitenlandse politiek centraal stonden daarin
koloniale expansie (al was die dan weinig succesvol) en de opbouw van een enorme
oorlogsvloot.
HOE ONTSTOND DE EERSTE WERELD OORLOG?
Vier redenen:
1. Het breed gedeelde gevoel van onveiligheid leidde tot het vormen van allianties tussen de
verschillende landen wat uiteindelijk een lokaal conflict op de Balken tot een Europese
oorlog zou doen escaleren. Toch is ook het bestaan van een alliantiesysteem onvoldoende
om het uitbreken van de Eerste wereldoorlog te verklaren.
2. Veel landen probeerden de aandacht af te leiden van binnenlandse problemen.
3. Een derde belangrijke factor was het sterk gevoelde nationalisme in alle Europese landen,
nog versterkt door het opgekomen sociaal-darwinisme: een survival of the fittest tussen de
verschillende staten.
a. De moderne natiestaten een product van de negentiende eeuw waar het gevoel voor
de natie sterk was aangekweekt door onderwijs in de vaderlandse geschiedenis
leidde ertoe dat bijna alle europese naties een sterk natiegevoel hadden. Zij
meenden superieur te zijn aan andere landen.
4. Dat brengt ons bij een vierde reden voor het uitbreken van de eerste wereldoorlog: het
grote oorlogsenthousiasme in de verschillende landen.
UITKOMSTEN EERSTE WERELDOORLOG
De eerste wereldoorlog nam plaats tussen de Triple Entente en Triple Alliantie
Italie stapt uiteindelijk over naar de Triple Entente (Rusland, Groot-Brittannie en Frankrijk) en
deze wordt ook versterkt door de VS
De triple Entente kwam als winnaar uit WO1 (1918)
Duitsland wordt als hoofdverantwoordelijke neergezet voor WO1
o Verdrag van Versailles
Groot-Brittannie en de VS trekken zich terug van het Europese continent
Vanaf 1922 regeren de communisten onder Lenin de Sovjet-Unie