Hoofdstuk 1 Enige grondbeginselen
1.1 a Het objectieve recht is het geheel van geldende rechtsregels in Nederland,
bijvoorbeeld het recht op arbeid of het recht op de koopsom. Het objectieve
recht omschrijft de bevoegdheden, waarop personen recht kunnen hebben.
Heeft iemand het over een recht van zichzelf, dan noemen we dat een
subjectief recht, bijvoorbeeld mijn recht op loon, mijn recht op de koopsom.
Iemand heeft dat recht op loon of de koopsom, omdat de rechtsregels (het
objectieve recht dus) aangeven dat een persoon die arbeid verricht heeft,
recht heeft op loon en een persoon die een ander ietsverkocht heeft, recht
heeft op de koopsom.
b Objectief recht. Het recht is in het artikel in het algemeen geformuleerd.
c Subjectief recht. Het is het recht van Buys op vergoeding van de kosten
door de koper.
d De meer algemene bepalingen betreffende de koopovereenkomst staan in:
• Boek 3 titel 2 bij de rechtshandeling, omdat de koopovereenkomst een
meerzijdige rechtshandeling is.
• Boek 6 titel 5 bij de algemene bepalingen betreffende de
overeenkomst; een overeenkomst is namelijk een meerzijdige
rechtshandeling.
• Boek 6 titel 5 afdeling 4 bij de wederkerige overeenkomst, omdat de
koopovereenkomst een wederkerige overeenkomst is.
e Schakelbepalingen verklaren een aantal regels uit het Burgerlijk Wetboek
ook buiten het vermogensrecht van toepassing.
f Hoofdzakelijk materieel recht. Het BW beschrijft de inhoud van de
rechtsregel. Het bevat rechten en plichten, geboden en verboden.
g Het is een wet in formele zin, omdat de wet tot stand gekomen is in
samenwerking tussen regering en parlement. Het is ook een wet in
materiële zin, omdat het algemeen verbindende rechtsregels bevat.
1.2 a Natuurlijke personen (Barends privé) en rechtspersonen (besloten
vennootschap Barends).
b Als rechtssubjecten kunnen zij drager zijn van rechten en plichten en
kunnen zij een vermogen hebben. Zie art. 1:1 en 2:5 BW.
c Drager kunnen zijn van rechten en plichten; een vermogen kunnen
hebben.
Grondslagen Vermogensrecht | 1
, d In Boek 1 en Boek 2.
e Nee, er bestaan geen andere rechtssubjecten dan die de wet noemt.
1.3 De volgorde is gebaseerd op de rangorderegels. Hoog gaat voor laag; jonggaat
voor oud; en bijzonder gaat voor algemeen. De wet in formele zin gaat voor
op de andere twee wetten, omdat die hoger is. Vervolgens volgen de
provinciale verordening en als laatste de algemene plaatselijke verordening.
Hoofdstuk 2 Vermogensrecht
algemeen
2.1 a Het eigendomsrecht van het fabrieksgebouw (met verwarmingsketel, zodra
deze is aangebracht) en de bedrijfsauto's (art. 3:2 en 4 BW).
b Omdat Van Schijndel bv als rechtspersoon rechtsbevoegd is, een
rechtssubject is (art. 2:5 BW).
c Vorderingsrecht, levering van de machine.
d Het hypotheekrecht van de bank op het fabrieksgebouw (art. 3:7 BW).
e Het hypotheekrecht van de bank op het fabrieksgebouw (art. 3:8 BW).
f Het fabrieksgebouw met de verwarmingsketel, zodra deze is aangebrachtin
het gebouw (art. 3:4 BW).
g Een bestanddeel is een onderdeel van een zaak, hetzij omdat dat volgens de
verkeersopvatting zo is, hetzij omdat het bestanddeel zo hecht met de
hoofdzaak is verbonden, dat het zonder dat beschadiging van betekenis
wordt toegebracht aan de zaken, daarvan niet kan worden afgescheiden
(art. 3:4 BW).
h De installateur van de verwarmingsketel is eigenaar totdat de ketel is
geplaatst. Schijndel bv is eigenaar nadat de ketel is geplaatst. De ketel is
dan een bestanddeel van het fabrieksgebouw van Van Schijndel bv
geworden.
i Eigendomsrecht, hypotheekrecht.
j Boek 5 (eigendom), Boek 3 (hypotheek).
2.2 a Als een persoonlijk of relatief recht. Dit wordt ook vorderingsrecht
genoemd.
b Als de overdracht nog niet heeft plaatsgevonden, hebben we te maken met
twee botsende leveringsrechten. Volgens art. 3:298 BW gaat in zo'n geval het
oudste recht op levering voor. Strikwerda en Stevens bv wordt dus eigenaar
van het gebouw, aangezien Van Dam aan hem moet leveren.
Grondslagen Vermogensrecht | 2
, c In dat geval was de tweede koper eigenaar geworden van het gebouw. Het
dan verkregen absolute zakelijke recht van eigendom gaat vóór het
relatieve persoonlijke recht op levering.
d Ja, het is een goed voor welker overdracht of vestiging inschrijving in de
daartoe bestemde registers noodzakelijk is (art. 3:10 en 89 BW).
e Omdat het een gebouw is dat duurzaam met de grond is verenigd (art. 3:3lid
1 BW).
Hoofdstuk 3 Overdracht
3.1 a De helft van de balken en wel de balken die niet in het plafond zijn
geplaatst. De wel geplaatste balken zijn bestanddeel van de boerderij
geworden en daardoor eigendom van Zijlstra (art. 3:4 BW).
b Een levering onder opschortende voorwaarde (art. 3:91 en 92 BW). Dat
betekent dat de eigendomsoverdracht wordt opgeschort totdat de
verkrijger de gehele verschuldigde koopsom heeft betaald.
c Dat hij in een eventueel faillissement van de verkrijger als eigenaar afgiftevan
de verkochte zaak kan vorderen (art. 5:2 BW).
3.2 a Door middel van het opmaken van een notariële transportakte en
inschrijving van de akte in de openbare registers (art. 3:89 lid 1 BW).
b Voor de overdracht van een goed, dus ook een registergoed, door iemanddie
bevoegd is om over het goed te beschikken (art. 3:84 BW). Voorts moet er
ook een geldige titel zijn en levering van het goed.
c Op het moment van de inschrijving van de transportakte in de openbare
registers (art. 3:19 en 89 lid 1 BW). Dat is op 20 januari het geval.
d Omdat de verwarmingsinstallatie een bestanddeel is van het gebouw
(art. 3:4 BW).
e Dit hangt af van het feit of deze verplichting bijvoorbeeld als kwalitatieve
verplichting in de openbare registers is ingeschreven (art. 6:252 BW). Zo
niet, dan hoeft Mölders het parkeren van de vrachtauto's niet toe te staan,
tenzij hij op de hoogte was van deze verplichting (art. 3:24 lid 1 BW).
f Ja, het is toegestaan een toekomstig goed te verkopen.
g De overdracht van het bedrijfsterrein kan pas plaatsvinden na 20 januari,
aangezien een toekomstig registergoed niet kan worden overgedragen, omdat
de vervreemder niet beschikkingsbevoegd is (art. 3:97 BW). In casu is Mölders
pas beschikkingsbevoegd nadat de transportakte is ingeschrevenin de
openbare registers.
Grondslagen Vermogensrecht | 3