Geschiedenis Examenkatern - HC: Republiek der Zeven Verenigde
Nederlanden
§1: De christelijke kerk in West-Europa valt uiteen
Groeiende kritiek op de Katholieke kerk rond 1500
Een verschil over het geloof leidde aan het begin van de 16e eeuw tot een scheuring binnen de
Katholieke kerk. Critici vonden dat de Kerk de Bijbel anders uitlegde dan voor de hand liggend
was. De Kerk zou er gebruiken op na houden die niet in de Bijbel stonden, maar daar was de Kerk
het niet mee eens. Een deel van de critici, waaronder Erasmus, wilde alleen de a aathandel
afscha en. Anderen stichtten een nieuwe Kerk of sloten zich bij een nieuwe Kerk aan; de
hervormers en hun beweging de Reformatie of Hervorming. Deze nieuwe Kerken werden
protestants genoemd, aangezien deze voortkwamen uit protest tegen de katholieke Kerk. De
hervormers met de grootste aanhang waren Luther en Calvijn; lutheranisme en calvinisme.
De kritiek van Luther
Luther had kritiek op een aantal punten op de katholieke Kerk:
- Hij vond dat de machtsaanspraken en zelfgemaakte wetten en regels van de rooms-katholieke
Kerk onterecht waren.
- Alleen de Bijbel was volgens hem richtinggevend. Iedereen zou hem voor zichzelf moet lezen,
in plaats van dat priesters de Bijbel voorlezen en verklaarden.
- Volgens Luther kwam je in de hemel door in God te geloven. Daarom was hij fel tegen de
a aathandel, waarbij de Kerk zonden van mensen af te kopen en Gods vergeving verkocht.
- Luther wilde pausschap, het celibaat, veel sacramenten, de heiligenverering en de
kloosterorden afscha en, omdat daarover niets in de Bijbel stond.
Luther kreeg steun van Duitse vorsten. Het lutheranisme was aantrekkelijk om een aantal redenen:
- Zij werden hoofd van de Kerk.
- Ze konden de kloosters sluiten en de bezittingen van de kloosters overnemen.
- Volgens het lutheranisme moesten onderdanen de vorst altijd gehoorzamen, ook als de vorst
zich slecht gedroeg.
Bij de Vrede van Augsburg in 1555 werd Karel V de afspraak ‘cuius regio eius religio’
afgedwongen door vorsten. Dit hield in dat de vorst het geloof van zijn onderdanen voortaan
bepaalde. Dit was voor de politiek van Karel V een nederlaag, omdat het handhaven van de
eenheid onder de christenen één van zijn belangrijkste doelen was.
Verschillen tussen het lutheranisme en het calvinisme
Twee belangrijke verschillen tussen de opvattingen van Calvijn en Luther zijn:
- Bij het lutheranisme is de vorst het hoofd van de Kerk. Bij het calvinisme bestuurt iedere
‘gemeente’ zichzelf door een raad van gekozen ouderlingen.
- Calvinisten mogen tegen hun vorst in verzet komen als deze handelt tegen ‘Gods gebod’.
In Nederland werd de calvinistische Kerk het belangrijkst (nu Gereformeerde/Hervormde Kerk).
Verplichte voorbeelden
Luther verschijnt voor de Rijksdag in Worms, 1521
Luther vatte zijn kritiek op de katholieke Kerk samen in 95 stellingen. Deze spijkerde hij in 1517 op
de deur van de kerk van Wittenberg, waar hij lesgaf. Luther kreeg een bevel van de paus om zijn
opvattingen te herroepen. Dit bevel verbrandde hij in het openbaar. Keizer Karel V wilde het
katholicisme in het Duitse Rijk handhaven en wilde Luther daarom voor de Rijksdag krijgen; een
vergadering voor vorsten van het Duitse Rijk en de keizer over zaken die voor het hele rijk van
belang waren. Luther verscheen in 1521 voor de Rijksdag. Luther weigerde iets te herroepen,
waarop Karel Luther vogelvrij verklaarde (iedereen mag hem vermoorden, Edict van Worms). Zijn
boeken en pam etten moesten verbrand worden. Hij kreeg echter bescherming van de vorst van
Saksen, waar hij veilig verder kon leven en werken.
1
fl ff fl ff fl
, §2: De opstand in de Nederlanden breekt uit
Oorzaken van de Opstand
Twee indirecte oorzaken voor het ontstaan van de Opstand waren:
- De sterke positie van de stedelijke burgerij in de Nederlanden: de welvaart onder de burgers
was sterk toegenomen door de opbloei van de handel en nijverheid. De Bourgondische vorsten
hadden hiervan gepro teerd door belastingen te he en in ruil voor privileges aan de gewesten.
In 1477 werd Maria hertogin van Bourgondië. Ze schonk de Nederlanden rechten in ruil voor
steun van de gewesten. De Gewestelijke Staten mochten bijvoorbeeld zelf bepalen wanneer en
waar ze bijeenkwamen. In 1539 weigerde Gent te voldoen aan een bede, waarop Karel V hen in
1540 strafte met geweld. Gent nam vroeg deel aan de Opstand.
- De splitsing van de christelijke Kerk door de Hervorming: het merendeel van de Nederlanden
bleef katholiek, maar het aantal protestanten groeide. Dat waren eerst aanhangers van Luther,
maar vanaf 1560 namen ook de calvinisten toe.
Twee directe oorzaken voor het ontstaan van de Opstand waren:
- Karel V en Filips II gaan protestante streng vervolgen: zij wilden het katholicisme handhaven,
daarom vervolgden ze de protestanten met steeds strengere plakkaten (wetten). Veel
bestuurders voerden deze wetten niet of nauwelijks in, omdat ze verdraagzaam waren en de
vervolging afkeurden. Het was een inbreuk op hun rechten.
- Karel V en Filips II streven naar centralisatie en ongedaan maken van privileges: de landvoogdes
en drie Collaterale Raden vormden een centrale regering voor alle gewesten in Brussel. Deze
machtsvergroting botste met de burgerij, zij wilden hun vrijheidsrechten behouden en
vastleggen.
Reacties van edelen en calvinisten
In april 1566 bood een groep lagere edelen een Smeekschrift aan aan Margaretha van Parma om
de kettervervolgingen te matigen. Ze beloofde de plakkaten minder streng uit te voeren en
stuurde het door naar Filips. Calvinisten durfden zich hierdoor openlijk te uiten door bijvoorbeeld
hagenpreken (godsdienstige bijeenkomsten op het platteland). In augustus 1566 begon de
Beeldenstorm in Vlaanderen, gevolgd door andere gewesten. Heiligenbeelden, schilderijen en
andere kostbaarheden werden vernield om zo de kerk te ‘zuiveren’ van ‘bijgeloof’. De grote
meerderheid van de katholieke bevolking keek passief toe. De landvoogdes slaagde erin orde te
herstellen.
De Opstand begint
Filips II zendt als reactie Alva met een leger
Filips II gaf de adel de schuld van de Beeldenstorm en stuurde als reactie hertog van Alva naar de
Nederlanden (aankomst 1567). Margaretha nam ontslag en Alva werd landvoogd. Hij verving
stadhouder Willem van Oranje, die tegen het beleid van Filips II was, door graaf van Bossu. Alva
stelde een centrale rechtbank in, de Raad van Beroerten, die hard optrad, vooral tegen mensen
die iets met de Beeldenstorm te maken hadden.
De aanleiding tot de Opstand
Het beleid van Alva werd de directe aanleiding van de Opstand. Duizenden inwoners, waaronder
Willem van Oranje, zijn naar het buitenland gevlucht. Willem van Oranje en zijn twee broers, en
huurlegers, vielen in 1568 op drie plaatsen in het oosten de Nederlanden binnen. Deze huurlegers
werden echter verslagen. De watergeuzen vielen vanuit het westen aan, ze hadden toestemming
van Willem van Oranje om een guerrilla te starten. Ze waren calvinisten die voor Alva naar
Engeland en Noord-Duitsland waren gevlucht.
Eerste strijd tussen Holland en Zeeland tegen Spanje
Na de verovering van Den Briel door de Watergeuzen (1 april 1572), slaagden calvinisten de macht
te krijgen in meer steden in onder andere Gelderland en Overijssel. Vertegenwoordigers van twaalf
Hollandse steden en van de Geuzen kwamen in juli 1972 bijeen in een Statenvergadering. Ze
besloten:
- Gezamenlijk de nanciële lasten van de verdediging op zich te nemen.
- Willem van Oranje te erkennen als stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht. Hij was
namelijk vervangen door graaf van Bossu.
2
fi fi ff