Inhoud
Psychische aandoeningen.........................................................................................................................................1
Hoofdstuk 1...........................................................................................................................................................2
hoofdstuk 9............................................................................................................................................................4
hoofdstuk 6............................................................................................................................................................8
hoofdstuk 7.........................................................................................................................................................11
hoofdstuk 5.........................................................................................................................................................14
Hoofdstuk 8.........................................................................................................................................................16
Hoofdstuk 14.......................................................................................................................................................19
hoofdstuk 15.......................................................................................................................................................24
Hoofdstuk 10.......................................................................................................................................................26
Hoofdstuk 12.......................................................................................................................................................28
Hoofdstuk 11.......................................................................................................................................................32
Hoofdstuk 13.......................................................................................................................................................35
PSYCHISCHE AANDOENINGEN
,HOOFDSTUK 1
WHO (wereldgezondheidsorganisatie) definitie van gezondheid; ‘een toestand van compleet fysiek, mentaal en
sociaal welbevinden, en niet slechts de afwezigheid van ziekte of gebrek’.
Nieuwe definitie door internationale conferentie; gezondheid is het vermogen zich aan te passen en regie te
voeren in het licht van sociale, fysieke en emotionele uitdagingen van het leven.
Positieve gezondheid heeft zes dimensies
1. Lichaamsfuncties
2. Mentaal welbevinden (psychische functies)
3. Zingeving (de spirituele en existentiële dimensie)
4. Kwaliteit van leven
5. Meedoen ( sociaal- maatschappelijke participatie)
6. Dagelijks functioneren
Volgens de omschrijving van Huber is gezondheid geen toestand, maar een vermogen om zich aan te passen
en regie te voeren.
De drie componenten van gezondheid; objectieve kant, subjectieve kant en gedragsmatige kant. De
objectieve kant gaat over aanwijsbare aan- of afwezigheid van een ziekteproces in het lichaam. Subjectieve
kant gaat over de beleving van de persoon van zijn ziekte. De gedragscomponent gaat over de manier waarop
iemand met zijn klachten omgaat. De definitie van Huber gaat vooral over de laatste.
Wat we bedoelen we met psychisch functioneren?
Problemen in de hantering van stressvolle situaties, problemen met het eigen zelfbeeld, problematische niet
functionele opvattingen, overtuigingen of gedachtegangen, problematische gevoelens, emoties en impulsen en
problematisch gedrag. Met problematisch bedoelen we dat functioneren van mensen erdoor in de weg staat.
Een psychische aandoening heeft invloed op alle terreinen van het leven.
In tegenstelling tot de benaderingswijze van positieve gezondheid staat in de klassieke medische benadering de
stoornissen en problemen centraal.
Symptoomnetwerken
In de klassieke medische benadering zijn symptomen een uiting van een ziekte. Een voorbeeld uit de
lichamelijke gezondheidszorg; de symptomen hoofd, scheelzien en misselijkheid zijn uitingen van hersentumor.
Ondanks onnoemlijk veel research is dit tot nu toe voor geen enkele psychische aandoening getoond.
Vanuit het concept van symptoomnetwerken worden de symptomen zelf en hun onderlinge relaties gezien
als ‘het probleem’. De veronderstelling dat er een ziekte ligt is helemaal niet nodig, wat nodig is, is dat de
symptomen hun onderlinge relaties de mogelijke herkomst ervan en de betekenis van de klachten voor het
dagelijks leven met de persoon worden besproken en dat de vicieuze cirkel wordt doorbroken.
Comorbiditeit (uit de klassiek medische benadering) wordt in de netwerkbenadering brugsymptomen
genoemd. Sommige symptomen vertonen veel verbindingen met andere symptomen. Deze fungeren als een
centraal symptoom, waaromheen andere symptomen zijn geclusterd. De centrale symptomen, de hubs in het
netwerk, fungeren als de brugsymptomen. Er bestaan volgens twee onderzoekers (Goekoop), twaalf tot vijftien
elementaire syndromen. Alle bestaande psychiatrische toestandsbeelden zijn samengesteld uit meerdere
elementaire syndromen.
,Deze benadering biedt een goede basis voor diagnostiek en behandeling op maat; iemands klachtenpatroon
kan letterlijk als een netwerk worden weergegeven in een plaatje.
Transdiagnostische factoren
Veel hulpvragers, ongeacht de diagnose, hebben dezelfde kenmerken. Deze kenmerken worden ook wel
transdiagnostische factoren genoemd, om aan te geven dat het om kenmerken gaat die niet specifiek aan een
diagnostische categorie zijn gebonden. We spreken van gemeenschappelijke factoren bij verschillende
psychische aandoeningen. Het gaat om de volgende factoren
- Overeenkomende biologische factoren; veel genetische varianten ijn betrokken en die zijn niet
specifiek voor die aandoening o diagnostische categorie. Ook neurobiologische mechanismen, voor
zover we die kennen, vertonen overenkomsten tussen verschillende aandoeningen.
- Overeenkomende psychologische kenmerken; laag zelfbeeld, onzekerheid, faalangst, en
perfectionisme.
- Overeenkomende gedragingen en symptomen; vermijdingsgedrag, verslaving en dwangmatig gedrag
- Traumatische ervaringen in het verleden
- Dezelfde therapieën zijn werkzaam; als er zoveel overlap is in neurobiologische mechanismen,
psychische factoren en symptomatologie, zijn dezelfde behandelingen soms ook effectief bij
verschillende aandoeningen.
Belangrijkste vragen voorafgaand aan een behandeling zijn niet meer wat is jouw diagnose? Maar; wie ben jij
als persoon? Hoe ben jij die persoon geworden? Waar heb je precies last van? Waar ben je het meest mee
geholpen?
Het biopsychosociaal model
Volgens het model moeten we gezondheidsproblemen benaderen vanuit drie invalshoeken; een biologische,
een psychische en een sociale invalshoek. Volgens Engel (de bedenker) was het nodig om een ziekte te
begrijpen en behandelen om niet alleen de lichamelijke manifestaties en biologische markers van een ziekte in
ogenschouw te nemen, maar ook de psychische en sociale factoren de daarbij een rol spelen. Als denkmodel
helpt dit ons om een hulpvraag van verschillende kanten te benaderen. Dit kan helpen in het denken over het
bestaan van een hulpvraag en over de behandelingen.
Sociale factoren kunnen in combinatie met psychische en iemand erfelijke aanlegt tot het ontstaan van een
psychische aandoening leiden. De spirituele dimensie komt in het biopsychosociaal model niet naar voren.
Toch geven veel mensen aan dat dit erg belangrijk is als het lijden onder een psychische aandoening betreft.
Vandaar dat deze bij de positieve psychologie wel is opgenomen. Deze spirituele en existentiële dimensie
wordt ook wel zingeving genoemd.
Je zou kunnen zeggen dat er het biopsychosociospiritueel model van gemaakt moet worden. Dit is vooral een
denkmodel. Als werkmodel is het model van positieve gezondheid zeer bruikbaar.
De sociaalpsychiatrische benadering
De sociaalpsychiatrische benadering onderscheidt zich van de klinische, medisch georiënteerde psychiatrie
doordat ze vreemde gedragingen van mensen niet opvat als symptomen van een ziekte, maar als reactie op
wat zij in hun leven hebben meegemaakt en hoe zij dat hebben ervaren. (Marius Romme)
Arie Querido -> hij was een van de eersten die erop wees dat ziekten naast een lichamelijke en psychische ook
een sociale dimensie hebben. Er ontstond een nieuwe vorm van psychiatrische zorg omdat querido de
psychiatrische opnames moest verminderen. De ambulante zorg vanuit gemeentelijke dienst sociale
, psychiatrie ontstond. Veel van deze instellingen werd de Riaggs (regionale instellingen voor ambulante
geestelijke gezondheidszorg).
Een belangrijke reden hiervoor was dat psychiatrische zorg dicht bij huis moest worden gegeven, zodat je ook
de context van invloed op het functioneren kon zien.
Het grote verschil tussen Riaggs en APZ (algemene psychiatrische ziekenhuizen) was dat de eerste
voornamelijk medisch georiënteerd was en de Riaggs meer gericht op sociale en maatschappelijke context. In
1996 werd door wat nu het Trimbos instituut heet een onderzoek uitgevoerd onder professionals, dat de
volgende uitgangspunten van de sociale psychiatrie opleverde:
- Hulpverlening richten op de cliënt in zijn context
- Tegengaan van marginalisering en uitstoting
- Flexibel aanbieden van hulp
- Geestelijke gezondheidsproblemen plaatsen in een epidemiologisch perspectief
- Hulp bieden bij praktische problemen
Deze uitgangspunten zijn allemaal redelijk praktisch van aard. -> pragmatische benadering.
De sociale psychiatrie bestaat volgens koekoek niet echt meer en volgens hem heeft het ook nooit echt
bestaan. Hij wijst erop dat het lastig is te beschrijven wat sociale psychiatrie nou precies inhoudt. De vijf
uitgangspunten laten volgens hem onvoldoende zien wat sociale psychiatrie inhoud. Volgens Koekkoek
moeten we onderscheidt maken tussen sociale oorzaken van de problemen, sociale gevolgen van de
problemen en sociale interventies bij problemen.
Herstel klassieke sociaalpsychiatrische visie; moeilijk en afwijkend gedrag is in veel gevallen niet zonder meer te
duiden als de uiting van een ziekte, maar als een reactie op ingrijpende soms letterlijk gekmakende
gebeurtenissen in iemands leven.
Als het belangrijk is om de sociale context te betrekken, is het zeker zo belangrijk om culturele aspecten hierin
mee te nemen. Niet alleen is iets cultureel bepaald, maar ook commerciële belangen worden gediend en dit
kan de basis worden voor een verdienmodel van de farmaceutische industrie.
HOOFDSTUK 9
Psychose
Het centrale kenmerk van een psychotische toestand is dat de beleving van de werkelijkheid op een heel
bijzondere manier is veranderd. De dingen hebben hun gewone betekenis verloren. In de psychose is het alsof
de werkelijkheid zich voltrekt volgens een plan, een script. In de psychose treed ook een andere beleving van
het Zelf op. Met het Zelf wordt bedoeld de vanzelfsprekende ervaring van jezelf als eigenaar van je lichaam en
binnenwereld en regisseur van je handelen. ‘Het denkt in mij’. Deze beleving is volgens hen net zo normaal als
de normale beleving voor niet-psychotische mensen.
Psychotische ervaringen staan dichter bij het ‘normale’ beleven van de werkelijkheid dan je geneigd bent te
denken. Volgens Kusters ben je in een psychose eigenlijk op een ongecontroleerde, associatieve, wilde manier
bezig om de meest fundamentele vragen van het bestaan op te lossen.
Vooral als we onder stress staan hebben we soms een alertheid waarin we dingen opmerken die we anders
niet zouden opmerken of geven we een negatievere betekenis aan dingen die we opmerken.