Werkt verbindend samen met naastbetrokkenen en andere zorgverleners
Inleiding
De zorg voor je naaste is een zware taak, zeker wanneer die voor het grootste deel op jou
neerkomt. Je kunt overbelast raken. Het is belangrijk om de eerste signalen van
overbelasting te herkennen, zodat je er op tijd iets aan kunt doen.
Dreigende overbelasting kun je signaleren door te letten op de volgende fysieke, psychische
en gedragsmatige signalen:
Lichamelijk: Onder meer hoofd- of buikpijn, verhoogde bloeddruk, hyperventilatie, pijn in
nek, schouder of rug, duizeligheid, toenemende vermoeidheid, afnemende eetlust of juist
vraatzucht.
Psychisch: Onder meer schaamte- en
schuldgevoelens,
concentratieproblemen,
vergeetachtigheid, lusteloosheid,
slaapproblemen, snel geëmotioneerd
zijn, piekeren.
Gedragsmatig: Onder meer
rusteloosheid, chaotisch,
onverdraagzaam, agressief,
verwaarloosd uiterlijk, meer roken en
drinken, gebruik van kalmerende of
stimulerende middelen.
Voorkomen van overbelasting bij mantelzorgers
Om te voorkomen dat mantelzorgers
door de veelheid van taken die op hen
neer komen overbelast raken, is het belangrijk dat zij niet alle taken op zich nemen tot zij het
niet meer aan kunnen, maar tijdig signaleren wanneer zij hulp van buitenaf nodig hebben.
Hulp vragen heeft voor de mantelzorger echter een aantal lastige aspecten. Mantelzorgers
beschouwen het soms ook als een soort falen als zij het niet allemaal ‘zelf' doen. De patiënt
wil bovendien nogal eens het liefst alleen door het eigen familielid verzorgd worden.
Stimuleer tijdig dat mantelzorgers hun eigen behoeften serieus nemen.
Overleg met de potentiële mantelzorger over wat deze kan en wil doen om van daaruit
te komen tot een plan van aanpak.
Ga na hoe patiënt en mantelzorger omgaan met de ruimte die zij elkaar geven, de
verdeling van taken en het uitspreken van behoeften.
Ga na welke mogelijkheden andere externe mantelzorgers kunnen bieden en hoe
daarvan gebruik kan worden gemaakt en bespreek de belemmeringen om deze hulp te
vragen.
Pagina 1 van 3