1.1 Kan aangeven wat online marketing en de verschillende websitetypen inhouden (1.1,
1.2)
Online marketing: Een proces waarbij organisaties en bestaande of potentiële klanten via
internet waarden en producten creëren en met elkaar uitwisselen.
Corporate : website gericht op de stakeholders (mensen met een belang bij het bedrijf)
Communicatiesite: Informatie over producten en diensten.
Lead generation site: Gericht op potentiële klanten.
merk site: Merkkennis, Interactie en vermaak
Dienstverlening site: Geven niet alleen informatie, maar spelen ook een rol in het
productieproces.
Inhoud site: Geven de bezoekers informatie.
1.2 Kan de ontwikkeling van online marketing, het BOE-model en de 4C’s uitleggen (
Boe-Model (bought, owned, earned)
(Bought) Media aandacht gekocht
(Owned) Eigen media (apps ect)
(Earned) gratis publiciteit,
4C-Model
- Product - Customer solution: oplossing voor de consument
- Prijs - Cost to the customer: prijs-kwaliteitverhouding
- Plaats - Convenience: gemak voor de consument
- Promotie - Communication: communicatie tussen organisatie en klant
1.3 Kan het (aankoop)gedrag op internet van consumenten beschrijven (3.1, 3.2)
Financieel risico: Bang voor misbruik creditcardgegevens
,Functioneel risico van het product: Het product functioneert niet zoals beschreven op de
website
Psychologisch risico: Teleurstelling/frustratie of schaamte als er persoonlijke informatie
over de consument via het internet te zien is (AVG).
Tijd-gemak risico: Komt het product wel op tijd? Gaat het afrekenen wel goed?
Wat bepaalt of iemand via internet shopt?
- De waarde die hij verwacht van het online winkelen:
- Het verwachte gebruiksgemak
- Het ervaren nut
- Sociale factoren
- Entertainment gratification: Beleeft hij/zij plezier aan het shoppen
- Internet Irritatie
- Emotionele staat:
1.4 Kan de online marketingtrends benoemen (3.4)
- Augmented en virtual reality
- Verdere ontwikkeling van sociale media en netwerken
- Data integratie, Wisdom of the crowd, social selling
- Internet of things
- Advanced machine learning en conversational system( Ai, Natural language processing,
Digitale assistenten, Predictive analytics, Bots)
- Digitalisering van dienstverlening
- 3D printen
- Blockchain
- Bigdata
1.5 Kan de online marketingfunnel en hoe Big data bijdraagt aan conversie uitleggen (3.6,
3.8)
Online marketingfunnel: De stappen die een consument doorloopt bij het aankopen van
een product
, - bezoek (kern succesfactoren: bekendheid van het merk, het merkimago, de
vindbaarheid en de propositie)
- boeien( kern succesfactoren: diepgaand, actueel, het geboden assortiment,
het gemak van zoeken en navigeren, het gevoel van veiligheid en het plezier
van de bezoekers.)
- beslissen (kern succesfactoren: adequate productinformatie, aansluitend bij
de zoekcriteria van de consument, een voldoende breed en diep leverbaar
assortiment, advies dat de bezoeker ondersteunt bij zijn beslissing,
beoordelingen van producten en duidelijke prijzen.)
- bestellen (kern succesfactoren: Vertrouwen van aanbieder, het bestelgemak,
het prijsniveau in relatie tot de concurrentie en de responsiviteit.)
- betalen (kern succesfactoren: Betaalgemak en vertrouwen.)
- binden (kern succesfactoren: Ervaring met het gekochte product, de beleving
van de kwaliteit van het online verkoopkanaal en de mate waarin de koper
een band met het merk voelt en orderafhandeling)
Bigdata: Volume, Velocity, Variety
Descriptive ( wat er is gebeurd)
Diagnostic (waarom is het gebeurd?)
Predictive (Wat zal er gebeuren?)
Prescriptive (waarom zou het gebeuren)
, 2.1 Kan het belang van businessmodellen en het business model canvas specifiek uitleggen
(2.3)
Kenmerken die altijd in een businessmodel zitten
- Kernmiddelen
- Kernprocessen
- Waardepropositie
- Verdienmodel
Bouwblokken Business Model: Alle elementen hangen samen
- Kernpartners:
- Kernactiviteiten
- Kernmiddelen
- Waardepropositie
- Kostenstructuur
- Inkomstenbronnen
- Klantrelaties
- Klantsegmenten
- Kanalen
2.2 Kan uitleggen hoe cocreatie en het DNA-model bijdragen aan een goed product
(4.2, 4.4.2)
DNA-Model (hoe ziet een bedrijf er uit)
Hoe kan ik het meest efficiënt het bedrijf runnen
1. Wat zijn de verschillende fasen in het proces?
2. Welke activiteiten vinden plaats? Wie doet wat?
3. Wie moet aanwezig zijn in dit proces
4. Welke stappen vinden op de website plaats en welke daarna? Zoals
beschikbaarheid, optie nemen, doorlooptijd van verzoek, levertijd.
Crowdsourcing = Je product verbeteren door informatie af te nemen van consumenten.
Vraag je klanten wat er beter kan.
Co-creatie
● Co-innovatie= producten/diensten worden ontwikkeld samen met potentiële klanten.
● Co-productie= Klanten neemt delen over van het productieproces.
● Customization = producten en diensten kunnen ‘op maat’ worden gemaakt.
● Integratie= Producten van verschillende leveranciers worden als één geheel
aangeboden
2.3 Begrijpt hoe online een prijs wordt bepaald en kan online verdienmodellen en
betaalmethoden uitleggen (8.3, 9.2.2 t/m 9.2.4)