Samenvatting praktisch Burgerlijk Procesrecht
Hoofdstuk 1
Het burgerlijk procesrecht is een onderdeel van het privaatrecht. Het heeft betrekking op de
manier waarop een civiele procedure moet worden gevoerd en welke regels daarbij gelden.
Het burgerlijk procesrecht kent 3 verschillende functies:
1. Het handhaven en beïnvloeden van materiële rechten en plichten;
2. Het voorkomen van een gerechtelijke procedure (preventiefunctie);
3. Het voorkomen van eigenrichting.
Als rechtsbronnen van burgerlijk procesrecht gelden:
1. Diverse nationale wetten, zoals het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv);
2. De Wet op de rechterlijke organisatie (Wet RO);
3. Diverse internationale verdragen
4. Internationale regelgeving, zoals de EEX-Verordening en het EVRM.
5. Jurisprudentie
Uit de verschillende rechtsbronnen vloeit een aantal algemene uitgangspunten voor het
burgerlijk procesrecht voort. Deze uitgangspunten vormen enerzijds een leidraad voor de
rechter bij procesvoering, anderzijds een waarborg voor partijen voor een deugdelijke en
eerlijke procedure.
1. Het recht op rechtspraak en rechtsbijstand (toegangsprincipe);
2. De onafhankelijkheid en onpartijdigheid van rechters;
3. Het beginsel van hoor en wederhoor (gelijkheidsbeginsel);
4. Het recht op een behandeling en beslissing binnen een redelijke termijn;
5. De openbaarheid van de zitting en de uitspraak (openbaarheidsbeginsel);
6. Het motiveringsbeginsel;
7. Het verbod van rechtsweigering voor de rechter en zijn verplichting tot het geven van
een beslissing;
8. Het beginsel van partijautonomie (lijdelijkheidsbeginsel);
9. De ambtshalve aanvulling van rechtsgronden.
Hoofdstuk 2
Een civiele procedure vloeit meestal voort uit een conflict tussen twee of meer partijen. Het
beginsel van partijautonomie lijdt ertoe dat het in een civiele procedure partijen zelf zijn die
bepalen of en, zo ja, waarover wordt geprocedeerd. De (proces)partijen kunnen worden
onderscheiden in natuurlijke personen en rechtspersonen.
Natuurlijke personen zijn mensen van vlees en bloed.
Rechtspersonen zijn organisaties of bedrijven die juridisch als persoon worden
gezien en bepaalde rechten en plichten hebben. Bijvoorbeeld de gemeentes en
provincies of de naamloze en besloten vennootschappen zijn rechtspersonen.
Hoofdstuk 1
Het burgerlijk procesrecht is een onderdeel van het privaatrecht. Het heeft betrekking op de
manier waarop een civiele procedure moet worden gevoerd en welke regels daarbij gelden.
Het burgerlijk procesrecht kent 3 verschillende functies:
1. Het handhaven en beïnvloeden van materiële rechten en plichten;
2. Het voorkomen van een gerechtelijke procedure (preventiefunctie);
3. Het voorkomen van eigenrichting.
Als rechtsbronnen van burgerlijk procesrecht gelden:
1. Diverse nationale wetten, zoals het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv);
2. De Wet op de rechterlijke organisatie (Wet RO);
3. Diverse internationale verdragen
4. Internationale regelgeving, zoals de EEX-Verordening en het EVRM.
5. Jurisprudentie
Uit de verschillende rechtsbronnen vloeit een aantal algemene uitgangspunten voor het
burgerlijk procesrecht voort. Deze uitgangspunten vormen enerzijds een leidraad voor de
rechter bij procesvoering, anderzijds een waarborg voor partijen voor een deugdelijke en
eerlijke procedure.
1. Het recht op rechtspraak en rechtsbijstand (toegangsprincipe);
2. De onafhankelijkheid en onpartijdigheid van rechters;
3. Het beginsel van hoor en wederhoor (gelijkheidsbeginsel);
4. Het recht op een behandeling en beslissing binnen een redelijke termijn;
5. De openbaarheid van de zitting en de uitspraak (openbaarheidsbeginsel);
6. Het motiveringsbeginsel;
7. Het verbod van rechtsweigering voor de rechter en zijn verplichting tot het geven van
een beslissing;
8. Het beginsel van partijautonomie (lijdelijkheidsbeginsel);
9. De ambtshalve aanvulling van rechtsgronden.
Hoofdstuk 2
Een civiele procedure vloeit meestal voort uit een conflict tussen twee of meer partijen. Het
beginsel van partijautonomie lijdt ertoe dat het in een civiele procedure partijen zelf zijn die
bepalen of en, zo ja, waarover wordt geprocedeerd. De (proces)partijen kunnen worden
onderscheiden in natuurlijke personen en rechtspersonen.
Natuurlijke personen zijn mensen van vlees en bloed.
Rechtspersonen zijn organisaties of bedrijven die juridisch als persoon worden
gezien en bepaalde rechten en plichten hebben. Bijvoorbeeld de gemeentes en
provincies of de naamloze en besloten vennootschappen zijn rechtspersonen.