Hoofdstuk 15
India
De dalen van de Himalaya zijn grote bron voor thee. De meesten
producten worden verbouwd op de Ganges vlakte. Doordat de
Ganges vlakte per seizoen overstroomd helpt het gewassen te
groeien door de verse grond. De gebieden waar veel regen valt,
voornamelijk moessonregen, zijn geschikt voor rijst.
Tarwe, gerst, sorghum en gierst wordt ook verbouwd in
verschillende delen van India. Fruit, groente, kokosnoot en
verschillende kruiden worden ook verbouwd, met name in Deccan
Plateau. Veel mensen in India zijn vegetarisch door het boeddhisme.
Er worden oliën gebruikt gemaakt van katoenzaden, pinda, koolzaad
en sesam. Ook wordt er veel Buffalo melk gedronken. Koeien zijn
heilig en worden dus niet gebruikt als voedselbron.
Dravidians (donkere mensen): zuid India, Cape Comorin.
Nepal
- Hindoeisme en Boeddhisme
- Deel van de himalaya
Bhutan
- Mahayana Boeddhisme
Tibet
- Boeddhisme
Pakistan
- Islamitisch
Afghanistan
- Islam
Sri Lanka
- Hindoeisme en Boeddhisme
- Ook Islam en christendom
- Invloeden vanuit Engeland: verbouwen van chocolade
Food Pattern
Vegetarisme komt veel voor in India en haar buurtlanden. Wat er wel
en niet gegeten wordt hangt af van de religie. Groente en granen
worden het meest in gerechten gebruikt. Als er vlees wordt gegeten
is dit in kleine porties. Buddhisten en Hindus vermijden rund en eten
weinig varken. Eieren wroden soms gebruikt, melk wordt in
verschillende vormen van verschillende dieren gebruikt. Fruit en
groente wordt gegeten maar zijn er zuinig mee.
,Er wordt veel gebruik gemaakt van kruiden. In india zijn rijst en
granen de basis van de voeding, mede door economische oorzaken.
India heeft invloeden vanuit Perzië en Europa.
Garam Masala: basismix van kruiden en specerijen. Bestaat
meestal uit cardamon, komijn, kaneel, nootmuskaat, saffraan en
kruidnagel
Curry: iedere curry bestaat uit andere kruiden. Currys bevatten
vaak ook lam, groente of zeevruchten.
Chutney: saus met stukjes die vaak wordt geserveerd bij curry.
Bestaat vaak uit fruit met kruiden
Linzen worden veel gegeten
Sambar: pittige puree van linzen, vaak geserveerd met idlis (cake
van rijst)
Dal: verschilt in dikte, soms dun soms pasta. Puree van linzen.
Ghee: geklaarde boter, melkbestanden zijn eruit. Pindaolie en
andere olien worden ook veel gebruikt
Roti: Indiaas woord voor brood. Voorbeelden: Chapati, paratha,
naan en puri
Chapati: graan brood (kookcollege)
Naan: gebakken in een tandoor (dippe pan van klei, gebruikt als
soort oven)
Puri: gefrituurde ronde broodjes, ze zijn op geblazen tijdens het
frituren
Samosas: gefrituurd gebak met vulling
Mensen in India en haar buurlanden kauwen soms na het eten op
een betelnoot of de bladeren ervan. Meestal na het eten gekauwd
soms ook tussen de maaltijden.
Hoofdstuk 16
Zuid-Oost Azie en haar eilanden
- Warm klimaat
- Grotendeels van het land is vlak waardoor het bruikbaar is
voor landbouw. Landbouw zorgt voor grotendeel de grootste
inkomsten.
- Crops: rijst, groente, fruit. Tropisch fruit: mango, kokosnoot,
papaya, durian bananen, rambutan,, breadfruit,, mangosteens
- De zee zorgt voor vis.
Myanmar
- Invloeden vanuit Engeland en Japan (koloniën)
- Boeddhisme
Thailand
- Thailand is nooit een kolonie geweest
- Heeft zijn cultuur behouden
Cambodja
, - Boeddhistisch
- Deel van Vietnam geweest
Laos
- Kolonie van Frankrijk geweest
- Nadat het kolonie was, werd het communistisch
- Veel mensen uit Laos vluchtten naar US
Vietnam
- Kolonie van Frankrijk
Maleisië
- Portugal bracht het christendom
- Werd veel gebruikt voor handel door Nederland, Portugal en
Engeland
- Veel invloed van Engeland
Indonesië
- Invloeden vanuit Nederland
Frans Polynesië
- Invloeden vanuit Frankrijk
Filipijnen
- Invloeden vanuit Spanje en Portugal
- Spanje: wilde de bevolking katholiek maken en gebruik maken
van de handel
- Zuid-Filipijnen is Islamitisch
Religie
Boeddhisme: Myanmar, Thailand, Cambodja, Vietnam en
Singapore
Hindoeïsme: Bali, deel in Malaysia en Singapore
Islam: Maleisië, Indonesië, zuid-Filipijnen, klein deel van Singapore
Katholicisme: in landen waar de Fransen hebben gezeten,
Vietnam. En waar de Spanjaarden invloed hebben gehad: Filipijnen
Food Patterns
- Er wordt met de rechterhand gegeten
- Vietnam: gebruiken stokjes (China)
- Rijst en granen
- Vietnam en Maleisië: longgrain fluffy rijst
- Thailand en buurtlanden: plakkerige rijst (gebruikt voor zoete
desserts)
o Thai dessert: rijst gekookt in kokosmelk met stukjes
mango
- Nasi tumpeng: gemaakt in Java voor religieuze ceremonies.
Met beef, pindas, chilipeper, gekookt ei
- Congee: rijstepap, geserveerd in Zuidoost Azië bij het ontbijt
, - Rijst wordt gebruikt voor het maken van wijn, noedels, olie
- Andere belangrijke graan is tarwe. Gebruikt om brood en
noedels te maken. De broden zijn vaak rond en plat (India) of
zoals baguettes in landen waar Frankrijk invloed heeft gehad.
Vlees en Soja
Verschillend in welk vlees er wel en niet wordt gegeten. Is
afhankelijk van de religie. Hindoeïsme geen vlees en vis, gebruik
gemaakt van tofu en tempeh.
Specerijen
Variaties in Curry zijn populair in Zuidoost Azië. Er wordt gebruik
gemaakt van kruiden zoals turmeric, peper, gember en saffraan.
Ook wordt er gebruik gemaakt van citroengras, kokosmelk, mint,
koriander, knoflook, bos ui en bieslook.
Sauzen:
- nuoc mam: gefermenteerde zoute vissaus
- nuoc cham: chilipeper, citroen, knoflook, ui en aijn.
- Nam pla: gefermenteerde vissaus
- Kapi: thaise zoute, gedroogde garnalenpasta (wordt gebruikt
om gerechten zouter te maken)
- Soja saus: populair in china
- Bagoong: zoute gefermenteerde garnalenpasta (filipijnen)
- Patis: gefermenteerde zoutevissaus (filipijnen)
- Satays: Indiase shish kebab
- Adobo: Filipijnse stoof, vlees gemarineerd in azijn, gekruid
met bagoong, gefrituurd met ui en knoflook en dan gestoofd.
Vaak kip en varken met Spaanse kruidenmix met azijn en
sojasaus.
- Cocido: filipijnse stoof, verschillend vlees, spaanse worst,
kikkererwten, saba (zoet gekookte banaan), tomatensaus en
reuzel
Pacifische eilanden: bron van breadfruit, taro, kokosnoot, ananas,
banaan, papaya, yams en cassave. Vlees: varken, kip, vis.
Polynesia: kokosnoot is erg belangrijk
Hoofdstuk 17
China
Bergachtig land: zorgt voor verschil in weer. Het noorden kan heel
koud worden en het zuiden kan tropisch warm worden. De meeste
producten worden dus in het zuiden verbouwd.
In het noorden: graan
In het zuiden (en oosten): vooral rijst maar ook andere
graanproducten zoals mais, millet en soort sorghum (kaoliang)
Sojabonen wordt verbouwd in noordoost China. Het wordt gebruikt
voor olie en andere voedingsproducten. Ook wordt er olie gemaakt
van sesamzaad en raapzaad. Pinda’s, suiker, thee, appel, peren,
druiven en andere semi tropisch fruit zoals citrus wordt in China